Open dag 2023 - met foto Trivium



1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson



Slide 1 - Slide

Welkom op het

Munnikenheide College


Wat leuk dat je ons een bezoek komt brengen!

Slide 2 - Slide







Je bent nu bij het vak Nederlands.


In deze les leer je iets over woordsoorten.

Misschien heb je dat al heel goed op de basisschool geleerd, misschien vind je het nog lastig.

Je krijgt uitleg en vragen over woordsoorten.

Je maakt deze les in je eigen tempo.


Heel veel succes!

Slide 3 - Slide

DOEL


- je kunt woorden indelen in de woordsoorten:

  • lidwoorden
  • zelfstandige naamwoorden
  • werkwoorden
  • bijvoeglijke naamwoorden
  • voorzetsels


Slide 4 - Slide

Welke woordsoorten ken jij al?

Slide 5 - Open question

Gebruik oortjes of 

een koptelefoon

en bekijk het volgende filmpje!

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

De, het ('t) en een ('n) zijn:
werkwoorden
lidwoorden
bijvoeglijke naamwoorden
zelfstandige naamwoorden

Slide 8 - Drag question

Woorden die zeggen wat iets of iemand doet, zijn:
voorzetsels
bijvoeglijke naamwoorden
werkwoorden
zelfstandige naamwoorden

Slide 9 - Drag question

Woorden voor mensen, dieren, planten, natuurverschijnselen, dingen, namen en gevoel zijn:
voorzetsels
bijvoeglijke naamwoorden
lidwoorden
zelfstandige naamwoorden

Slide 10 - Drag question

Woorden die meer vertellen over een zelfstandige naamwoorden zijn:
werkwoorden
bijvoeglijke naamwoorden
lidwoorden
voorzetsels

Slide 11 - Drag question

Woorden die aangeven waar, wanneer of waarom 

iets of iemand iets doet, zijn:
werkwoorden
zelfstandige naamwoorden
lidwoorden
voorzetsels

Slide 12 - Drag question

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.
________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel

Slide 13 - Quiz

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.
________________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel

Slide 14 - Quiz

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.
________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel

Slide 15 - Quiz

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.
_____________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel

Slide 16 - Quiz

Het
Munnikenheide College houdt vandaag een open dag.
____
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
voorzetsel

Slide 17 - Quiz

Het
Munnikenheide College houdt vandaag een open dag.
________________________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
voorzetsel

Slide 18 - Quiz

Het
Munnikenheide College houdt vandaag een open dag.
______
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
voorzetsel

Slide 19 - Quiz

Het
Munnikenheide College houdt vandaag een open dag.
____
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
voorzetsel

Slide 20 - Quiz

Het
Munnikenheide College heeft vandaag een open dag.
____
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
voorzetsel

Slide 21 - Quiz

Welke woordsoort ontbreekt in de zin:

___ vogels vliegen in de lucht.
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel

Slide 22 - Quiz

Welke woordsoort ontbreekt in de zin:

De koeien _____ weer naar buiten.
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel

Slide 23 - Quiz

Welke woordsoort ontbreekt in de zin:

Janneke heeft een mooie ____ aan.
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel

Slide 24 - Quiz

Welke woordsoort ontbreekt in de zin:

De paarden grazen ___ de wei.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel

Slide 25 - Quiz

Welke woordsoort ontbreekt in de zin:

Het ____ meisje kan erg goed zingen.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel

Slide 26 - Quiz

GELEERD?


- je kunt woorden indelen in de woordsoorten:

  • lidwoorden
  • zelfstandige naamwoorden
  • werkwoorden
  • bijvoeglijke naamwoorden
  • voorzetsels


Slide 27 - Slide



Als je iets nog niet zo goed snapt, mag je het nu ook gaan vragen aan de docent Nederlands.


Heb je nog andere vragen over het vak Nederlands;

stel deze aan één van de docenten in het lokaal.

Slide 28 - Slide

Heel veel succes met het kiezen van jouw volgende school!

Slide 29 - Slide