A2 thema 4

Lesplan
1. Kahoot: KNM feesten en gewoontes.
2. Grammatica: op/in/tegen/achter.... 
3. Schrijven: een e-mail schrijven. 
4. Oefenen: examen Spreken.
5. Werken in TC. 

1 / 25
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 25 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Lesplan
1. Kahoot: KNM feesten en gewoontes.
2. Grammatica: op/in/tegen/achter.... 
3. Schrijven: een e-mail schrijven. 
4. Oefenen: examen Spreken.
5. Werken in TC. 

Slide 1 - Slide

Na deze les: 

1. Je kunt vertellen over feestdagen en gewoontes in Nederland vertellen. 
2. Je kunt een e-mail schrijven aan je familie. 

Slide 2 - Slide

Let op!
Morgen 29 mei

geen les 

Hemelvaart 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Preposities 
1) In - uit
De telefoon zit in mijn tas. Ik pak mijn telefoon uit mijn tas. 
2) op - van
Hij staat op de stoel. Hij valt van de stoel. 
3) Tijd: 
- van - tot : We kijken van 7 uur tot 10 uur tv-series.
- voor - tijdens - na: Voor de les ging ik iets eten. Tijdens de les leerden we veel nieuwe woorden. Na de les ging ik naar huis. 
- Hoe laat? - om 13.45; om 09.00 uur;
- Welke dag? - op maandag; op 9 september;
- de rest - in november; in 2025; in de winter....
4)  In het noorden/in het oosten/in het zuiden/in het westen;
5) op school/ op kantoor/ op vakantie/op reis/ op dieet/ op bezoek/op straat;
6) gaan naar ....


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Slide 7 - Link

Slide 8 - Link

Schrijf een e-mail
Uw zus woont in Duitsland. U wilt graag volgende week bij haar op bezoek gaan. U wilt dan een paar dagen bij haar logeren. Schrijf haar op welke dag u wilt komen. Vraag haar of dat kan. Vraag haar ook of u speciale dingen moet meenemen. Sommige dingen moet u zelf verzinnen. 

Slide 9 - Slide

Schrijf een e-mail
Hoi Nellie, 
Ik wil graag volgende week bij jou op bezoek komen. Wat vind jij? Is dat goed? Ik blijf twee nachten logeren, als dat kan. Ik kom op dinsdag. Zal ik nog lekker kaas en stroopwafels uit Nederland meenemen? 
Ik hoor het graag.
Groetjes, 
Maria. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Video

Zinsbouw 
Wie? 
werkwoord
Wanneer?
Wat?
Waar?
Ik
loop
elke dag
5 km
in het bos. 
Mijn oma
kookt
op zondag
kippensoep
in de keuken. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

Slide 16 - Video

Huiswerk

Huiswerk voor morgen:
werk verder in je boek. 

Slide 17 - Slide

Goed gedaan!

Slide 18 - Slide

Schrijven
Schrijf een tekst over je gezin of familie. 
Maak 10 zinnen. 


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

14
28
16
37
54
99
11
38



Bingo

Slide 21 - Slide

Wie is het? 
1. Ben jij een man? 
2. Ben jij een vrouw?
3. Ben je jong? 
4. Ben je oud? 
5. Heb je bruine/blauwe/groene/grijze ogen? 
6. heb je korte/lange haren? 
7. heb je blonde/rode/donkere haren? 

Slide 22 - Slide

werkwoorden vervoegen

Slide 23 - Slide

werkwoorden A2

de tijden van het werkwoord

Slide 24 - Slide

Hoe was de les van vandaag?
A
moeilijk
B
saai
C
makkelijk
D
leuk

Slide 25 - Quiz