Wis havo 3 §5.5 Vergelijkingen met 2 variabelen

§5.5 vergelijkingen met 2 variabelen

Vorige les: je leerde hoe je wortels kunt herleiden. Voorbeelden:

Deze les: je leert hoe je een vergelijking om kan werken naar een andere vorm. (variabele y vrijmaken)

12x + 3y =15 kun je anders schrijven als y = -4x + 5

Deze formules horen allebei bij dezelfde rechte lijn

\frac{​ \sqrt ​ 2 4 ​ ​ ​ ​ ​}{​ 3 \sqrt ​ 3 ​ ​ ​ ​} = \frac{​ \sqrt ​ 8 ​ ​ ​ \sqrt ​ 3 ​ ​ ​ ​ ​}{​ 3 \sqrt ​ 3 ​ ​ ​ ​} = \frac{​ \sqrt ​ 8 ​ ​ ​ ​ ​}{​ 3 ​} = \frac{​ \sqrt ​ 4 ​ ​ ​ \sqrt ​ 2 ​ ​ ​ ​ ​}{​ 3 ​} = \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} \sqrt ​ 2 ​ ​ ​

\sqrt ​ \frac{​ 3 3 ​ ​}{​ 1 6 ​} ​ ​ ​ = \frac{​ \sqrt ​ 3 3 ​ ​ ​ ​ ​}{​ \sqrt ​ 1 6 ​ ​ ​ ​} = \frac{​ \sqrt ​ 3 3 ​ ​ ​ ​ ​}{​ 4 ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​} \sqrt ​ 33 ​ ​ ​

1 / 4

Slide 1: Slide

WiskundeVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 4 slides, with text slides and 1 video.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§5.5 vergelijkingen met 2 variabelen

Vorige les: je leerde hoe je wortels kunt herleiden. Voorbeelden:

Deze les: je leert hoe je een vergelijking om kan werken naar een andere vorm. (variabele y vrijmaken)

12x + 3y =15 kun je anders schrijven als y = -4x + 5

Deze formules horen allebei bij dezelfde rechte lijn

\frac{​ \sqrt ​ 2 4 ​ ​ ​ ​ ​}{​ 3 \sqrt ​ 3 ​ ​ ​ ​} = \frac{​ \sqrt ​ 8 ​ ​ ​ \sqrt ​ 3 ​ ​ ​ ​ ​}{​ 3 \sqrt ​ 3 ​ ​ ​ ​} = \frac{​ \sqrt ​ 8 ​ ​ ​ ​ ​}{​ 3 ​} = \frac{​ \sqrt ​ 4 ​ ​ ​ \sqrt ​ 2 ​ ​ ​ ​ ​}{​ 3 ​} = \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} \sqrt ​ 2 ​ ​ ​

\sqrt ​ \frac{​ 3 3 ​ ​}{​ 1 6 ​} ​ ​ ​ = \frac{​ \sqrt ​ 3 3 ​ ​ ​ ​ ​}{​ \sqrt ​ 1 6 ​ ​ ​ ​} = \frac{​ \sqrt ​ 3 3 ​ ​ ​ ​ ​}{​ 4 ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​} \sqrt ​ 33 ​ ​ ​

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Hans koopt x pakken melk en y pakken cola. Hij betaalt 28 euro.

1,5 x + 2y = 28

Hans koopt 8 pakken melk.

Hoeveel cola koopt hij?

1,5 . 8 + 2 y =28

12 + 2y =28

2y =16

y=8

Hij koopt ook 8 flessen cola.

Slide 3 - Slide

Huiswerk

Huiswerk voor vrijdag 19 februari:

Maak opdracht 60 t/m 68

Kijk iedere opdracht na.

Op je thuiswerkdag: maak de d-toets

Dinsdag 2 maart: toets hoofdstuk 5

Slide 4 - Slide

Wis havo 3 §5.5 Vergelijkingen met 2 variabelen

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

More lessons like this

Paragraaf 5.5

5.5 vergelijkingen met twee variabelen

Stelsels oplossen met combinatiemethode en substitutiemethode

Paragraaf 5.5

3.4 Lineaire vergelijkingen met twee variabelen

H1 G&R par 5. paren

Remediëring 1: vergelijking van een rechte

Yr 9 Unit4 Week 2 - Lesson 3