§5.3 Machtige heren, halfvrije boeren

§5.3 Machtige heren, halfvrije boeren

  • waardoor boeren in de landbouwsamenleving halfvrij waren
  • hoe de landbouw was georganiseerd 
  • welke sociale verhoudingen er waren 
  • welke handel er was 
Kenmerkend aspect: hofstelsel en horigheid

1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

§5.3 Machtige heren, halfvrije boeren

  • waardoor boeren in de landbouwsamenleving halfvrij waren
  • hoe de landbouw was georganiseerd 
  • welke sociale verhoudingen er waren 
  • welke handel er was 
Kenmerkend aspect: hofstelsel en horigheid

Slide 1 - Slide

Halfvrij
Na vertrek van Romeinse soldaten zochten boeren bescherming
  • Ze zochten bescherming bij een rijke boer
  • In ruil voor zekerheid en bescherming waren veel boeren horigen. Ze woonden op een domein in horigheid. Ze mochten niet weggaan zonder toestemming van hun heer
  • Machtige boer werd heer van een domein
  • Autarkisch systeem 
Hofstelsel en horigheid is een kenmerkend aspect van de tijd van monniken en ridders

Slide 2 - Slide

Leven op een domein
Het hofstelsel, waar de horigen in ruil voor bescherming: 
  • werkten op stukjes land die ook eigendom van de heer waren
  • een deel van hun opbrengst moesten afstaan aan de heer (de pacht)
  • Het domein niet mochten verlaten zonder toestemming van de heer
  • herendiensten verrichtten (allerlei klussen op het land of de hoeve van de heer).
Domeinen waren zelfvoorzienend. Het belangrijkste gebouw was het hof. Hier woonde de eigenaar of de rentmeester.  

Slide 3 - Slide

Een kasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Drie sociale groepen
Er waren drie sociale groepen==> de standen
  1. Geestelijken: waren in contact met god, konden lezen en schrijven
    --> Hadden privileges  en heerlijke rechten
  2. Adel: moesten geestelijken en boeren beschermen
    --> Hadden privileges en heerlijke rechten
  3. Boeren: moesten op het land werken om 1ste en 2de stand te voeden 

Slide 7 - Slide

Drie standen
De eerste stand:
De geestelijken. Zij zorgden voor alles wat met geloof te maken had.
De tweede stand:
De adel. Zij bestuurden het land, verzorgden de rechtspraak en verdedigden het land als er oorlog was. 
De derde stand:
De rest van de bevolking. Zij zorgden voor het voedsel.
In de Middeleeuwse standenmaatschappij hadden de eerste en de tweede stand alle rechten, en de derde stand vrijwel alle plichten (zoals het betalen van belasting).

Aan deze verdeling werd niet getwijfeld: God heeft het zo gewild.
Klik op de afbeelding

!

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Weinig handel
  • In West-Europa waren enkele kleine steden en er was weinig handel.
  • In Nederland was Dorestad aan de Kromme Rijn de belangrijkste handelsplaats.

Slide 10 - Slide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 11 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 12 - Open question