Geschiedenis 2e 13-06-2025

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

1. Pak je laptop

2. Ga naar Lessonup

3. Gebruik de code 

4. Draai je laptop om als je ingelogd bent

Onschendbaarheid betekent:

1. Ministers kunnen niet vervolgd worden
2. Koning is niet verantwoordelijk voor politiek
3. Koning mag niets zeggen
4. D. Ministers zijn verantwoordelijk voor de koning

Waar bestaat het parlement uit?

1. De ministers en de koning
2. De Eerste en Tweede Kamer
3. De minister-president en de Tweede Kamer
4. De koning en de Staten-Generaal

Leerdoelen

1. Je kunt de slechte relatie tussen koning Willem III en het parlement verklaren.

2. Je kunt uitleggen waarom Thorbecke het censuskiesrecht invoerde.

Voor elk wat wils

2.4.1 & 2.4.2

Vorige keer

• Thorbecke 1848 --> Grondwetswijziging
• Ministeriële verantwoordelijkheid 
• Koning is onschendbaar 
  

1. Waarom gaf Willem II zijn macht uithanden?

Willem I, II en III

Wie heeft de macht?

1. 1815-1840  Willem I    > veel macht
2. 1840-1849  Willem II  > door grondwet van 1848 minder                                                             macht
3. 1849-1890  Willem III > volgt zijn vader paar maanden na de                                                    grondswetswijziging op

1. Leg uit waarom de macht van de koning veranderde tussen 1815 en 1849.
2. Vergelijk de machtspositie van Willem I, Willem II en Willem III. Wat valt je op aan de veranderingen in hun rol als koning?

Willem III (1849-1890)

• Willem III volgt in 1849 Willem II op.
  
  
• Hij is het oneens met de nieuwe grondwet.
  
  
• Hij wil regeren zoals Willem I dat kon.

1. Vind je dat Willem III gelijk had om terug te willen naar de manier van regeren van Willem I? Leg je antwoord uit.

Censuskiesrecht

De grondwet van 1848 gaf het volk inspraak in het parlement d.m.v. verkiezingen.

Maar....

• Je mocht alleen stemmen als je boven de 23 jaar was en voldoende belasting betaalde (=censuskiesrecht)

Censuskiesrecht

Thorbecke : Je kan pas goed voor het land zorgen, als je goed voor jezelf kan zorgen. Dus moest je geld hebben en onderwijs hebben gevolgd.

Geen ....

• Vrouwen 
• Arme mannen 

1. Wat zou er volgens jou gebeuren met de belangen van mensen zonder geld of opleiding? Vind je dat een democratie zo mag werken? Waarom wel of niet?

Wat betekent censuskiesrecht in 1848?

1. Mannen mogen stemmen
2. Rijke mannen en vrouwen mogen stemmen
3. Als een man genoeg belasting betaald mag hij stemmen
4. Niemand mag stemmen

Waarin leken Willem I en Willem III op elkaar? Noem ook twee verschillen.

Zelf aan de slag!

• Paragraaf 2.4.1 en 2.4.2
• Maken? opdracht 1 t/m 6
  
• Overleg met je buurman/buurvrouw 
• Klaar? maak een samenvatting of huiswerk ander vak 
  (tijdlijn maken)