enzymen wk 2 les 2

• klinische chemie
• MBO
• Studiejaar 2

Wat doet een enzym?

1. versnelt een specifieke reactie
2. maakt substraten
3. verzwakt een specifieke reactie

Uit welke biomoleculen zijn enzymen opgebouwd?

1. Koolhydraten
2. Lipiden
3. Eiwitten
4. Nucleïne zuren

Uit welke stappen bestaat het werkingsmechanisme van enzymen.

1. E+S->ES->EP-> E+P
2. E+S -> E+P
3. E+P->EP->ES->E+S
4. E+S->EP->ES-> E+P

Enzymen

1: Uit welke type biomoleculen zijn enzymen opgebouwd?
2: Hoe noemen we de stof die door een enzym wordt omgezet?

1. 1:eiwitten 2:hulpstof
2. 1:proteïnen 2:hulpstof
3. 1:koolhydraten 2:substraat
4. 1:eiwitten 2:substraat

Wat heeft een enzym altijd nodig om een product te maken?

1. co-enzym
2. eiwit
3. fotosynthese
4. substraat

Een substraat is herbruikbaar

1. waar
2. niet waar

Wat betekent het dat een enzym substraatspecifiek is?

1. Een enzym kan maar één type substraat produceren
2. Een enzym kan maar één type substraat omzetten
3. Een enzym heeft maar één actief centrum
4. Een enzym wordt geactiveerd door één specifiek substraat

Wat is waar over enzymen?

1. Enzymen zijn niet afhankelijk van de zuurgraad
2. Enzymen zijn afhankelijk van de temperatuur
3. Enzymen zijn niet specifiek
4. Enzymen moet je eten

Noem 3 factoren die van invloed zijn op het functioneren van een enzym

Hoe zou je een enzymreactie sneller kunnen laten verlopen? Meerdere antwoorden mogelijk

1. De temperatuur flink verhogen
2. Meer substraat toevoegen
3. Meer enzymen toevoegen
4. De pH sterk verlagen

Welke bewering klopt?

1. P is de minimumtemperatuur voor dit enzym
2. Q is de optimumtemperatuur voor dit enzym
3. R is de maximumtemperatuur voor dit enzym

De stijging van de activiteit tussen P en Q komt doordat ...

1. er meer enzymen bijkomen
2. er per enzymmolecuul meer product wordt gevormd
3. er meer substraat bijkomt

Welke bewering is waar bij temperaturen P, Q en R?

1. Bij alle drie de temperaturen is de enzymactiviteit gelijk.
2. Tussen P en Q neemt de activiteit toe, omdat de temperatuur van het enzym toeneemt.
3. Tussen P en Q neemt de activiteit af, omdat de concentratie van het enzym afneemt.
4. Punt R is de optimumtemperatuur

Een te lage temperatuur is geen ramp, maar wat is het gevaar bij een te hoge temp? meerdere antwoorden mogelijk

1. verlies van enzymactiviteit door denaturatie
2. verlies van enzymactiviteit door inactivatie
3. er is geen gevaar
4. ook een lage temp is van invloed op de werking van het enzym

Hoe beïnvloedt de pH de werking van het enzym?

Hoe bepalen we de enzymconcentratie in een serum?

1. meten van de enzymconcentratie
2. meten van de substraatconcentratie
3. meten van de enzymactiviteit

In de maag van de mens vindt met behulp van het enzym pepsine vertering plaats. Wanneer het voedsel in de 12-vingerige darm terecht komt, stopt de werking van pepsine. Hoe komt dit?

1. de temperatuur is er hoger hierdoor wordt pepsine onwerkzaam
2. De pH is anders hierdoor wordt pepsine onwerkzaam
3. de toevoeging van gal maakt pepsine onwerkbaar.
4. andere enzymen nemen de vertering over.

Enzymkinetiek

De leer van de reactiesnelheid van enzymen.

Bij enzymproeven geeft een overmaat aan enzym geen toename van de enzymactiviteit! 

Bij kostbare enzymen is het daarom noodzakelijk de juiste hoeveelheid te gebruiken

Substraat- & enzymconcentratie

Wat treedt op bij een overmaat substraat?

Wat is de Vmax?

1. de maximale reactiesnelheid van een substraat
2. de maximale reactiesnelheid van een enzym
3. de maximale enzymconcentratie
4. de maximale substraatconcentratie

Wat is de Km?

1. michaelis menten constante: de enzym concentratie bij de maximale reactiesnelheid
2. michaelis menten constante: de substraat concentratie bij de maximale reactiesnelheid
3. michaelis menten constante: de enzym concentratie waarbij de reactiesnelheid de helft is van de maximale reactiesnelheid
4. michaelis menten constante: de substraat concentratie waarbij de reactiesnelheid de helft is van de maximale reactiesnelheid

Wat betekent de Km bij een enzymbepaling? meerdere antwoorden mogelijk

1. hoe sterk het substraat aan enzym bindt
2. affiniteit tussen substraat en enzym
3. is de substraatconc waarbij Vmax 1/2 is
4. geen idee??!!

Wat doet een enzym?

1. versnelt een specifieke reactie
2. maakt substraten
3. verzwakt een specifieke reactie

Geef een andere naam voor een enzym.

1. Pacman
2. katalysator
3. Biokatalysator
4. co-enzym

Uit welke biomoleculen zijn enzymen opgebouwd?

1. Koolhydraten
2. Lipiden
3. Eiwitten
4. Nucleïne zuren

Waarom is het belangrijk om bij een enzymatische bepaling niet zomaar een overmaat enzym te gebruiken?

Wat is het verschil tussen een optimumcurve en een verzadigingscurve?

De AF bepaling is een ........ bepaling

1. substraat
2. enzymatische
3. enzym

AF bepaling:
bij welk punt meet je de enzymactiviteit?

1. 1
2. 2
3. 3

Waar moet voor worden gezorgd zodat je tijdens een enzymatische bepaling een optimaal resultaat hebt?

Doorlezen paragraaf 5.3

Bepalen van de enzymactiviteit in het monster

Klaar binnen de tijd? Vraag om de bonusvraag en beantwoord deze mbv paragraaf 5.3

Het antwoord op de bonus vraag is...