What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
Werkwoordspelling T.T.
Het werkwoord
Grammatica: presens
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
NT2
Basisschool
Groep 6
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Het werkwoord
Grammatica: presens
Slide 1 - Slide
Stam en infinitief (hele werkwoord)
Stam: Je schrijft de ik-vorm op
Fietsen - ik fiets
Lopen - ik loop
Drinken - ik drink
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Werkwoordspelling tegenwoordige tijd
Slide 7 - Slide
Wat is de stam van......... bellen?
Ik.....mijn moeder.
Slide 8 - Open question
Wat is de stam van......... kijken?
Ik ........televisie
Slide 9 - Open question
Wat is de stam van......... knippen?
Ik.......mijn haar.
Slide 10 - Open question
Wat is de stam van......... lopen?
Ik.......naar huis.
Slide 11 - Open question
Wat is de stam van......... spelen?
Ik.......op straat.
Slide 12 - Open question
Wat is de stam van......... graven?
Ik......een gat.
Slide 13 - Open question
Wat is de stam van........verhuizen?
Ik......naar Amerika.
Slide 14 - Open question
Werkwoordspelling tegenwoordige tijd
Slide 15 - Slide
(zingen) Mijn broer ____ onder de douche.
(vliegen) Morgen ____ wij naar Afrika.
(roepen) Ik ____mijn grote broer.
Slide 16 - Open question
(vallen) De blokjes ____steeds van de tafel.
(zwemmen) De mensen____. in het meertje.
(zijn) Ik ____ een groot fan van rockmuziek.
Slide 17 - Open question
(duiken) Thomas _____onder water.
(hebben) Hij ____ de griep.
(sluiten) Wij ______ de deuren van de kamer.
Slide 18 - Open question
(hangen) Ik _____aan het klimrek.
(houden) Jane ___ heel erg van toetjes.
(stinken) _____ik naar knoflook?
Slide 19 - Open question
(komen) Thijs ____altijd te laat op school.
(kunnen) Met elkaar _____we alles aan.
(Wijzen) De agent ____de dader aan.
Slide 20 - Open question
(kunnen) Wij ____allemaal heel goed tekenen.
(schrikken) Ik ____in de ochtend vaak van mijn wekker.
(verzoeken) Ik _____je om daarmee te stoppen.
Slide 21 - Open question
(kunnen) Ik _____er niks aan doen.
(fluiten) De vogel _____een gezellig deuntje.
Slide 22 - Open question
Ik.......zo hard als ik kon (rennen)?
Slide 23 - Open question
De honden........de hele nacht(blaffen).
Slide 24 - Open question
https:
Slide 25 - Link
More lessons like this
Werkwoordspelling T.T.
October 2023
- Lesson with
43 slides
NT2
Basisschool
Groep 6
Spelling T2L5: Ik, jij of wij
February 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Lager onderwijs
1 juni 2021 werkwoordspelling
November 2023
- Lesson with
32 slides
NT2
Basisschool
Groep 6
Werkwoordspelling - blok 1 - les 1.6
December 2020
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Werkwoordspelling - blok 1 - les 1.6
January 2023
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Voorkennis
13 hours ago
- Lesson with
15 slides
WW tt basis 1,2,3,4
March 2021
- Lesson with
22 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
werkwoordspelling 2.8 + 3.8
December 2024
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2