Eindejaarsquiz 2425 4 Latijn

Eindejaarsquiz 2425 4 Latijn
1 / 38
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Eindejaarsquiz 2425 4 Latijn

Slide 1 - Slide

Deel 1: Fabulae Syrae

Slide 2 - Slide

Aan wie vertelde Syra haar verhaaltjes over Griekse mythologie?
A
Iulius
B
Quintus
C
Marcus
D
Aemilia

Slide 3 - Quiz

Op welk eiland woonde de Minotaurus?
A
Cyprus
B
Sicilië
C
Kreta
D
Zakynthos

Slide 4 - Quiz

Hoe heette de held die de Minotaurus versloeg?
A
Theseus
B
Perseus
C
Hercules
D
Jason

Slide 5 - Quiz

Op welk eiland liet Theseus Ariadne achter?
A
Kos
B
Ithaca
C
Lefkada
D
Naxos

Slide 6 - Quiz

Hoe ontsnapten Daedalus en Icarus aan Koning Minos?
A
Ze verstopten zich in een houten koe
B
Ze vlogen weg met grote vleugels
C
Ze gebruikten een draad om uit het labyrinth te komen
D
Met een lek bootje

Slide 7 - Quiz

Aan welke god of godin vroeg Arethusa hulp om te ontsnappen aan haar belager?
A
Venus
B
Jupiter
C
Diana
D
Mercurius

Slide 8 - Quiz

Hoe heette de geliefde van Galatea, die door Polyphemus uit jaloezie vermoord werd?
A
Aces
B
Ares
C
Acis
D
Aris

Slide 9 - Quiz

Er is ook een ander bekend verhaal over Polyphemus, waarin hij zijn oog verliest... welke Griekse held is daarvoor verantwoordelijk?
A
Achilles
B
Odysseus
C
Herakles
D
Perseus

Slide 10 - Quiz

Waar woont Ganymedes?
A
Kreta
B
Thebe
C
Troje
D
Egypte

Slide 11 - Quiz

Wat blijft er over in de vaas van Pandora, nadat alle narigheid eruit ontsnapt is?
A
Geloof
B
Hoop
C
Liefde
D
Koffieprut

Slide 12 - Quiz

Met wie trouwde Pandora?
A
Prometheus
B
Minos
C
Epimetheus
D
Polyphemus

Slide 13 - Quiz

Polyphemus was een...
A
Cycloop
B
Reus
C
Titaan
D
Nimf

Slide 14 - Quiz

In de gedaante van welk dier roofde Jupiter Ganymedes?
A
Koe
B
Adelaar
C
Stier
D
Zwaan

Slide 15 - Quiz

Arethusa vluchtte voor een riviergod en werd veranderd in...
A
een vogel
B
een vulkaan
C
een bron
D
een boom

Slide 16 - Quiz

Deel 2: Plinius Minor

Slide 17 - Slide

Waar werd Plinius Minor geboren?
A
noord-Italië
B
Hartje Rome
C
Spanje
D
Bithynië

Slide 18 - Quiz

Tijdens het bewind van welke keizer barstte de Vesuvius uit?
A
Nero
B
Vespasianus
C
Titus
D
Trajanus

Slide 19 - Quiz

Pompeii ligt aan de baai van...
A
Napels
B
Venetië
C
Bari
D
Pizzo

Slide 20 - Quiz

Welke keizer wilde graag dominus et deus genoemd worden?
A
Augustus
B
Claudius
C
Caligula
D
Domitianus

Slide 21 - Quiz

Plinius gebruikt in 6.16f het woord 'tecta' (=dak) als hij het over huizen wil hebben. Hoe heet dit stijlfiguur?
A
Anafoor
B
Alliteratie
C
Metonym
D
Metafoor

Slide 22 - Quiz

Het stijlfiguur waarbij de constructie ABBA te herkennen is heet... (vb: properat illuc, unde alii fugiunt)
A
chiasme
B
trikolon
C
asyndeton
D
hyperbool

Slide 23 - Quiz

Aan wie richt Plinius zijn allereerste brief uit zijn bundel Epistulae?
A
Trajanus
B
Tacitus
C
Suetonius
D
Septicius Clarus

Slide 24 - Quiz

Plinius Minor was tijdens de uitbarsting van de Vesuvius niet in Pompeii, maar in...
A
Misenum
B
Herculaneum
C
Stabiae
D
Cumae

Slide 25 - Quiz

Wat betekent het Griekse woord χριστός ?
A
Heilige
B
Gezalfde
C
Redder
D
Lekker Ding

Slide 26 - Quiz

Aan welke geschiedschrijver schrijft Plinius Minor zijn brief over de uitbarsting van de Vesuvius?
A
Tacitus
B
Suetonius
C
Sallustius
D
Thucydides

Slide 27 - Quiz

Waar keizer Trajanus geboren is
Waar Plinius Minor geboren is
Vesuvius
Sicilië
Kreta
Waar Plinus gouverneur is

Slide 28 - Drag question

Wat deed Nero NIET met de Christenen?
A
Ze vereeuwigen in kunst
B
Ze gebruiken als brandende fakkels
C
Ze voeren aan de leeuwen
D
Ze de schuld geven van de grote brand van Rome

Slide 29 - Quiz

Deel 3: random vormleer vragen

Slide 30 - Slide

Wat is de 3 pl impf coni van vocare?
A
vocabantur
B
vocarent
C
vocabant
D
vocavissent

Slide 31 - Quiz

Hoe vertaal je deze coniunctivus het beste: Gaudeamus igitur!
A
Laten we blij zijn!
B
We zouden blij kunnen zijn.
C
Moge hij blij zijn.
D
Wij moeten blij zijn.

Slide 32 - Quiz

Wat voor soort coniunctivus is dit?
Heu! Quid faciam?
A
indirecte vraag
B
finalis
C
dubitativus
D
consecutivus

Slide 33 - Quiz

Is dit een gerundium of een gerundivum?
Ars amandi
A
gerundium
B
gerundivum

Slide 34 - Quiz

Wat is het verschil tussen een gerundium en een gerundivum
A
Gerundium is zelfstandig, gerundivum is bijvoeglijk
B
Gerundium is bijvoeglijk, gerundivum is zelfstandig
C
Er is geen verschil tussen

Slide 35 - Quiz

Waar staat PPP voor?
A
Participium Praesens Perfectum
B
Perfectum Praesens Partikel
C
Perfectum Primadonna Parenthesis
D
Participium Perfectum Passief

Slide 36 - Quiz

Waar staat PPA voor?
A
Participium Praesens Actief
B
Partikel Praesens Agendum
C
Praesens Preisoep Actief
D
Participium Perfectum Actief

Slide 37 - Quiz

Wat is de nominativus meervoud van mons?
A
montibus
B
montes
C
monsi
D
mons

Slide 38 - Quiz