Spelling -ueel en -eaal

Spelling -ueel en -eaal
Je leert het schrijven van het klankgroepenwoord met -ueel en -eaal.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 6

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 32 min

Items in this lesson

Spelling -ueel en -eaal
Je leert het schrijven van het klankgroepenwoord met -ueel en -eaal.

Slide 1 - Slide

ei-plaat

Slide 2 - Mind map

Kijk eens naar de ei-plaat
Vul aan

Slide 3 - Slide

Taxiwoord

Slide 4 - Mind map

routewoord

Slide 5 - Mind map

theewoord

Slide 6 - Mind map

Klankgroepenwoord
Schrijf op...

Slide 7 - Slide

In welke tijd staat dit?
Zij verbiedt
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooide tijd
D
Ik weet het niet

Slide 8 - Quiz

Typ de verleden tijd van:
Zij verbiedt

Slide 9 - Open question

In welke tijd staat dit?
Vermeed hij?
A
Voltooide tijd
B
Verleden tijd
C
Tegenwoordige tijd
D
Ik weet het niet

Slide 10 - Quiz

Typ de tegenwoordige tijd van:
Vermeed hij?

Slide 11 - Open question

Ik heb goed zelfstandig gewerkt. Ook snap ik nu alle spellingsregels uit deze les.
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll