Onderdeel E1: menukaart/ tafeldekken/ menu

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Week 2 onderdeel C

Lesdoelen

De leerling:

- weet hoe je een menu moet samenstellen en waar je op moet letten

- kan een passende menukaart maken

- weet hoe hij/zij de tafel moet dekken voor de vijf gangen

- kan een werkvolgorde maken (opdracht)

Week 5 onderdeel E2

Je gaat voor de bewoners van alle woongroepen een galadiner organiseren. 

In deze les gaan we ons bezig houden met:

-Het menu

-Tafel dekken

-Menukaart maken

Wat is een menu?

https:

De 10 basisregels (De eerste 5)

1. Pas de keuze voor de maaltijd aan het gezelschap aan. Het maakt een groot verschil of je een maaltijd voor kinderen  of voor een zakelijk gezelschap maakt.
2. Zorg voor afwisseling in kleur en smaak van de gerechten en in de volgorde van opdienen. 
3. Een voedingsproduct mag maar één keer in een menu voorkomen. Dit geldt niet voor champignons, aardappelen, room en truffels. 
4. Gebruik verschillende bereidingswijzen voor de gerechten. 
5. De visschotels worden voor vleesschotels geserveerd

De 10 basisregels (De tweede 5)

1. Houd bij de keuze van je menu rekening met seizoensproducten.
   
2. Serveer nooit twee koude bereidingen na elkaar. 
3. Wanneer je verschillende vleesschotels op het menu hebt, dan komt het rood vlees steeds voor het wit vlees of wild. 
4. Er moet een opbouw zitten in de samenstelling van het menu.  
5. De hoeveelheid per gang wordt opgebouwd, met als hoogtepunt het hoofdgerecht, waarna de hoeveelheid weer afgebouwd wordt.

Een traditioneel diner bestaat uit de volgende gangen:

1. koud voorgerecht;
   
2. 
   soep; 
3. 
   tussengerecht; 
4. 
   hoofdgerecht; 
5. 
   kaas, afhankelijk van de wijn; 
6. 
   nagerecht; 
7. 
   kaas, afhankelijk van de wijn.

Menuleer

Opdrachten maken

• opdracht 6 Menu samen stellen:

Maak opdracht 6.1 en 6.2

• opdracht 7 Galadiner samenstellen

Ga in groepjes van 3 een vijf gangen menu samenstellen. Let daarbij op de 10 regels voor het samenstellen

Tafel dekken doen we zo!!!!

1. filmpje, zo kan het dus 

2. tips

3. hoeveel vorken en messen heb je nu nodig???

- de juf doet het even voor!!

TIPS

1. Leg het bestek neer op volgorde van de gangen en werk daarbij van buiten naar binnen.
2. Leg de vorken niet strak naast elkaar, maar dek ze dakpansgewijs in.
3. Het dessertbestek leg je boven je bord. Een handig ezelsbruggetje, de Lepel wijst naar Links, het voRkje wijst naar Rechts.
4. Leg aan de linkerzijde van het bord een sideplate met botermesje voor het brood. Deze kun je ook links boven neerleggen.
5. Leg het servet op het bord.
6. De wijnglazen dienen in een diagonale lijn te staan. Onthou ook hier van buiten naar binnen. Zet het glas voor de witte wijn boven het mes van het voorgerecht en werk zo naar binnen.
7. De waterglazen zet je het meest boven aan

TIPS

1. Leg het bestek neer op volgorde van de gangen en werk daarbij van buiten naar binnen.
2. Leg de vorken niet strak naast elkaar, maar dek ze dakpansgewijs in.
3. Het dessertbestek leg je boven je bord. Een handig ezelsbruggetje, de Lepel wijst naar Links, het voRkje wijst naar Rechts.
4. Leg aan de linkerzijde van het bord een sideplate met botermesje voor het brood. Deze kun je ook links boven neerleggen.
5. Leg het servet op het bord.
6. De wijnglazen dienen in een diagonale lijn te staan. Onthou ook hier van buiten naar binnen. Zet het glas voor de witte wijn boven het mes van het voorgerecht en werk zo naar binnen.
7. De waterglazen zet je het meest boven aan

Hoeveel gangen menu is dit?

Praktijk opdracht

Opdracht 10: Tafel dekken

Ga nu met jouw groepje de tafel dekken voor het menu wat jij hebt samengesteld.

Maak een foto van jouw gedekte tafel!

Opdracht 11: Menukaart maken

Maak een mooie menukaart van het door jou samengestelde menu

Opdracht 15: Eindopdracht (Classroom)

Een goede voorbereiding is erg belangrijk voor de uitvoering op de dag zelf.

Zet daarom alle taken die er uitgevoerd worden in de juiste volgorde een overzicht.

Einde les

Wat heb je geleerd vandaag?

Wat wist je al en was niets nieuw voor jou?

Wat kan je thuis vertellen over wat je in deze les hebt geleerd?

Wat moet volgens jou anders de volgende keer?

                                                                       

                                                                       Ik wens je een fijne dag toe!