Bijvoeglijk Naamwoord - Opdrachten

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord
A
Juist
B
Onjuist
1 / 36
next
Slide 1: Quiz
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord
A
Juist
B
Onjuist

Slide 1 - Quiz

Het bijvoeglijk naamwoord komt in het Spaans altijd voor het zelfstandig naamwoord
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Het bijvoeglijk naamwoord moet overeenkomen met het zelfstandig naamwoord qua getal en geslacht
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Wat is in deze zin het bijvoeglijk naamwoord?
Una canción bonita
A
una
B
canción
C
bonita

Slide 4 - Quiz

Wat is in deze zin het bijvoeglijk naamwoord?
Mi amiga es una chica muy guapa
A
amiga
B
es
C
chica
D
guapa

Slide 5 - Quiz

Wat is in deze zin het bijvoeglijk naamwoord?
El tango es un baile difícil
A
tango
B
es
C
baile
D
difícil

Slide 6 - Quiz

Wat is in deze zin het bijvoeglijk naamwoord?
Mi padre es alto
A
mi
B
padre
C
es
D
alto

Slide 7 - Quiz

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
Un chico listo --> una chica ...
A
listos
B
listas
C
lista
D
listo

Slide 8 - Quiz

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
Un coche rojo --> una bicicleta ...

Slide 9 - Open question

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
Una mujer simpática --> un hombre ...

Slide 10 - Open question

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
Unos chicos tontos --> unas chicas ...

Slide 11 - Open question

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
Unas mujeres guapas --> unos hombres ...

Slide 12 - Open question

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
El chico trabajador --> la chica ...

Slide 13 - Open question

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
Los chicos trabajadores --> las chicas ...

Slide 14 - Open question

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
El profesor triste --> la profesora ...

Slide 15 - Open question

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
La señora trabajadora --> el señor ...

Slide 16 - Open question

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
Un coche azul --> una bicicleta ...

Slide 17 - Open question

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
Unos coches azules --> unas bicicletas ...

Slide 18 - Open question

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
los niños alegres --> las niñas ...

Slide 19 - Open question

Zet de hele zin in het meervoud.
Un coche rojo

Slide 20 - Open question

Zet de hele zin in het meervoud.
Un coche rojo

Slide 21 - Open question

Zet de hele zin in het meervoud.
la chica guapa

Slide 22 - Open question

Zet de hele zin in het meervoud.
el hombre bueno

Slide 23 - Open question

Zet de hele zin in het meervoud.
la mujer lista

Slide 24 - Open question

Zet de hele zin in het meervoud.
el señor trabajador

Slide 25 - Open question

Zet de hele zin in het meervoud.
la señora encantadora

Slide 26 - Open question

Zet de hele zin in het meervoud.
un chico jóven

Slide 27 - Open question

Zet de hele zin in het meervoud.
la bicicleta azul

Slide 28 - Open question

Zet de hele zin in het meervoud.
una mujer inteligente

Slide 29 - Open question

Zet de hele zin in het meervoud.
el color gris

Slide 30 - Open question

Zet de hele zin in het enkelvoud.
los ojos morenos

Slide 31 - Open question

Zet de hele zin in het enkelvoud.
las motos rápidas

Slide 32 - Open question

Zet de hele zin in het enkelvoud.
unas mujeres encantadoras

Slide 33 - Open question

Zet de hele zin in het enkelvoud.
los chicos trabajadores

Slide 34 - Open question

Zet de hele zin in het enkelvoud.
los sonidos familiares

Slide 35 - Open question

Zet de hele zin in het enkelvoud.
las chicas felices

Slide 36 - Open question