Lesson 4

1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This lesson
Previously on English lessons
Goals
Instruction
Practice
Reflection (game)
Next on English lessons
Homework

Slide 2 - Slide

Previously on English lessons...
Listening & plural & reading

Slide 3 - Slide

#Goals
We will learn how to say e.g. you want 2 tickets for the bus.
We will practice how to say what you are doing right now!

Slide 4 - Slide

Wat is een 'wish'?
A
Een zoen
B
Een wens
C
Een verjaardag
D
Een feest

Slide 5 - Quiz

Waarom is het 'a wish' en niet 'an wish'
A
Omdat wish met een medeklinker begint: W
B
Omdat wish met een klinker begint: W
C
Omdat het gek klinkt 'an wish'
D
Omdat het goed klinkt 'a wish'

Slide 6 - Quiz

Wat is het meervoud (plural) van 'wish'
A
Wishs
B
Wishees
C
Wishes
D
Wishss

Slide 7 - Quiz

Hoe zeg je dat er meer van iets is?
1 ticket = 2 tickets
1 picture = 2 pictures

1 bus = 2 buses
1 box = 2 boxes
Rule:
Plak er altijd een s achter.

Eindigt het woord al op een -s KLANK, plak er es achter.

Slide 8 - Slide

Instruction lesson 4
What am I doing right now?

Ik ben nu aan het lesgeven.
Jullie zijn nu aan het luisteren.
Wij zijn nu aan het leren.

Slide 9 - Slide

In English
Right now I am teaching.
Right now you are listening.
Right now we are learning.

Slide 10 - Slide

I am teaching
Persoon = I
+
Werkwoord 'zijn' = am
+
Werkwoord 'wat je aan het doen bent' = teach
ing

Slide 11 - Slide

Persoon + zijn + werkwoord + ing

I
You
He, she, it
We
They
You


am teaching
are listening
is watching
are filming
are working
are dancing

Slide 12 - Slide

Did you study? Lets check!

Slide 13 - Slide

Practice

Do lesson 4 of Unit 4.
Skip exercise: 39, 40, 42, 43, 45

Slide 14 - Slide

What did you learn?

Slide 15 - Open question

Homework - Take out your diary!

Study block 1, 2 (row 1) and 5 of the words 
on the yellow pages of unit 4!

Small test : 13th of February

Slide 16 - Slide