Spiegelen

Spiegelen

Hoofdstuk 2a - Ompakken
1 / 25
next
Slide 1: Slide
verkoopPraktijkonderwijsSpeciaal OnderwijsVoortgezet speciaal onderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Spiegelen

Hoofdstuk 2a - Ompakken

Slide 1 - Slide

Welke soorten winkels
zijn er ook alweer?

Slide 2 - Mind map

Werkzaamheden in
een supermarkt?

Slide 3 - Mind map

Waarom moet je vakkenvullen in een winkel?

Slide 4 - Open question

Vakken vullen doe je omdat:
-De klant niet graag mis grijpt
-  Er van alle producten voldoende in de schappen moet liggen

Slide 5 - Slide

Waar moet je op letten
als je gaat vakken vullen?

Slide 6 - Mind map

THT&TGT
- THT betekent ten minste houdbaar tot

- TGT betekent te gebruiken tot 
(TGT-producten zijn producten die snel kunnen bederven)

Slide 7 - Slide

Waar moet je naar kijken als je wil kijken tot hoe lang iets houdbaar is?
A
Prijs
B
Schap
C
Streepjescode
D
Datum

Slide 8 - Quiz

FIFO: First in, First out
De producten die als eerst aan de houdbaarheidsdatum zitten, moeten het liefst ook als eerst verkocht worden. 
Dus deze producten staan vooraan in het vak, zodat de klant deze als eerst pakt.

Slide 9 - Slide

1
2
3
4
22 januari 2022
15 februari 2022
7 december 2021
19 juni 2021

Slide 10 - Drag question

Vandaag
Wij gaan vandaag leren spiegelen

Slide 11 - Slide

Na deze les weet jij:
- Wat spiegelen is
- Waarom je moet spiegelen

Slide 12 - Slide

Spiegelen?

Slide 13 - Mind map

Spiegelen
Soms staat er te weinig om het vak aan te vullen. Of het vak ziet er heel leeg uit.

Dan moet je spiegelen: 
Dit betekent de artikelen vooraan en naast elkaar zetten.

Slide 14 - Slide

Het schap met shampoos begint steeds leger te raken. Alleen achterin staan nog een aantal flacons. Mirjam zet deze vooraan zodat het lijkt of het schap weer vol is. Dit noem je?
A
Vakkenvullen
B
Bijvullen
C
Prijzen
D
Spiegelen

Slide 15 - Quiz

Waarom moet je spiegelen?

Slide 16 - Mind map

Waarom Spiegelen?
  1. Het lijkt goed gevuld.
  2. Het ziet er netjes uit en dat ziet een klant graag.
  3.  Voorkomt diefstal. Een dief pakt minder snel iets uit een schap als dat een duidelijk zichtbaar lege plek achterlaat.

Slide 17 - Slide

Welke presentatie is
gespiegeld?
A
presentatie 1
B
presentatie 2

Slide 18 - Quiz

Bekijk het schap. Wat kan er beter aan deze presentatie?

Slide 19 - Slide

Waar moet je op letten?
- Zorg dat de producten goed vooraan staan
- Zorg dat de artikelen op de goede plek staan
- FIFO

Slide 20 - Slide

Klanten.. 
Je bent hard aan het werk, bezig met vakkenvullen en/of spiegelen.. En dan komen er klanten..

Wat moet je dan doen?

Slide 21 - Slide

Klanten en werken..

- Een winkelende klant mag van jou geen last hebben. 

- Zorg dat een klant altijd bij alle artikelen kan ook al ben jij in dit schap aan het werk.

Slide 22 - Slide

Klanten..
Houd je aan deze regels:

  • Verwijder karren en containers die je niet nodig hebt.
  • Ruim afval gelijk op.
  • Doe een stapje opzij als de klant iets wil pakken.
  • Begroet iedere klant vriendelijk die langs je loopt.
  • Houd de klant in het oog, zodat je kunt helpen als het nodig is.

Slide 23 - Slide

De klant mag tijdens het opruimen en vakkenvullen zo min mogelijk last van je hebben. Hoe zorg je hiervoor?

Slide 24 - Open question

Aan de slag 

-  Ga aan de slag met het spiegelen van de rekken in onze winkel.


Slide 25 - Slide