• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

Kwaliteitszorg - Oefentoets

Vak: Kwaliteitszorg
Semester: 4
Docenten: Ikram Smaili 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Kwaliteitszorg
Semester: 4
Docenten: Ikram Smaili 

Slide 1 - Slide

Programma
  • Oefentoets

Slide 2 - Slide

Welke wet regelt de klachtafhandeling bij zorgaanbieders?
A
Wet langdurige zorg (Wlz)
B
Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz)​
C
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
D
Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza)

Slide 3 - Quiz

Waar gaat het bij immateriële voorwaarden om? ​
A
Materialen, middelen en apparatuur die je tot je beschikking hebt om je werk te kunnen doen. ​
B
Het gaat om wel sfeer als de middelen zoals apparatuur.
C
Hierbij gaat het om de sfeer en het werkklimaat.
D
Het streven naar kwaliteit is een persoonlijke behoefte.

Slide 4 - Quiz

Wat is een protocol?
A
Een reeks instructies (stappen) die in een bepaalde volgorde dienen te worden uitgevoerd.​
B
Een overeenkomst, waarin stap voor stap staat beschreven welke handelingen je in welke volgorde moet uitvoeren. ​
C
Aanwijzingen voor hoe je moet handelen. Je moet richtlijnen in principe volgen, maar je bent hiertoe niet verplicht.
D
Geen van allen, anders namelijk....

Slide 5 - Quiz

Wat is het verschil tussen een voorschrift en een protocol?
A
Een protocol is wetenschappelijk en een voorschrift praktisch.
B
Een protocol is dwingender dan een voorschrift.
C
Een voorschrift is dwingender dan een protocol.

Slide 6 - Quiz

Wat is het belangrijkste doel van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz)?
A
Het verplicht maken van het melden van incidenten, zodat de verantwoordelijke aangesproken kan worden.
B
Vastleggen wat goede zorg inhoudt en wat er moet gebeuren als mensen een klacht hebben over de zorg.
C
Vastleggen hoe een kwaliteitssysteem in een zorginstelling er precies uit moet zien.
D
Vastleggen aan welke eisen een klachtenregeling in een zorginstelling minimaal moet voldoen.

Slide 7 - Quiz

Een cliënt heeft altijd het recht een klacht in te dienen. Die klacht mag op elke zaak betrekking hebben. Er gelden wat dit betreft dus geen beperkingen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Wat is de rol van de cliëntenraad bij het ontwikkelen van het kwaliteitsbeleid van de instelling?
A
De cliëntenraad mag meebeslissen over het instrument
B
De cliëntenraad mag meedenken over het instrument

Slide 9 - Quiz

Als beroepskracht maatschappelijke zorg heb je geen plicht om de cliënt te informeren over zijn klachtrecht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Een kwaliteitssysteem is er om de kwaliteit van de organisatie te verbeteren.
Wat zijn voorbeelden van een kwaliteitssysteem?
A
Maandelijks bespreken van ongelukken en bijna-ongelukken.
B
Iedere werknemer eens in de twee jaar een functioneringsgesprek.
C
Opheffen van het tekort aan parkeerplaatsen rondom de instelling.
D
De fusie met een organisatie die met dezelfde doelgroep werkt.

Slide 11 - Quiz

In noodsituaties is het van belang om goed te handelen. Daartoe kunnen protocollen helpen.
Wat wordt er in een protocol beschreven?
A
Welke risico's in een bepaalde situatie bestaan.
B
Welke adviezen er zijn om risico's zo veel mogelijk te vermijden.
C
Welke handelingen in welke volgorde uitgevoerd moeten worden.

Slide 12 - Quiz

Welke materiële kwaliteitszaken die niet in orde zijn, moet je zeker aankaarten?
A
De controledatum van de brandblusser is verstreken.
B
Er zit een vervelende brom in de groepstelevisie.
C
Er zijn lelijke slijtplekken op de bank in de groepsruimte.
D
De desinfecterende zeep is op.

Slide 13 - Quiz

Is een instelling verplicht de client of zijn naastbetrokkenen te informeren over het klachtenrecht?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Evidence Based wil zeggen dat er volgens een beschreven methode grondig is gezocht naar wetenschappelijke literatuur.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Om de 3 jaar wordt een instelling getoetst door een iemand die binnen de organisatie werkt of de instelling de HKZ certificaat mag behouden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Welke stelling over de beroepscode is juist?
A
De beroepscode is een wet waaraan je je als beroepskracht moet houden.
B
De beroepscode is het hoogste doel dat je als beroepskracht kunt bereiken.
C
De beroepscode is een leidraad en biedt ruimte om eigen keuzes te maken.

Slide 17 - Quiz

Wie controleert de kwaliteit in de zorg?
A
Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD)
B
Inspectie voor de gezondheidszorg en jeugd (IGJ)
C
Minister van volksgezondheid

Slide 18 - Quiz

Een klacht is een manier om de kwaliteit van de hulp- en zorgverlening te verbeteren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

More lessons like this

Beleid_JZ les 4

January 2025 - Lesson with 18 slides
BeleidMBOStudiejaar 3

Kwaliteitszorg les 2

October 2023 - Lesson with 30 slides
WelzijnMBOStudiejaar 2,3

Kwaliteit les 4: Kwaliteit verbeteren

December 2023 - Lesson with 13 slides
WelzijnMBOStudiejaar 1

Kwaliteitszorg & organisatiestructuren

March 2022 - Lesson with 16 slides
KwaliteitszorgMBOStudiejaar 2

kwaliteitszorg Les 1

January 2021 - Lesson with 28 slides
maatschappelijke zorgMBOStudiejaar 2

Kwaliteitszorg hoofdstuk 11 en 12

August 2021 - Lesson with 18 slides
KwaliteitszorgMBOStudiejaar 2

Kwaliteitskaders

December 2021 - Lesson with 16 slides
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,3

Wetten die eisen stellen aan de kwaliteit

January 2022 - Lesson with 23 slides
Begeleiden bij de ADLBeroepsopleiding
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings