Thema werken 5.1

Thema werken 5.1
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsISK

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema werken 5.1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesplan
1. check in + huiswerk + herhaling
2. Solliciteren
3 Woorden + oefeningen
4. praatplaat buurtcentrum
5. CV
6. Maak zinnen met de woorden
volgende les: op het werk communicatie.   huiswerk: een pitch

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

 Wat is solliciteren? 
Solliciteren betekent dat je laat weten dat je een baan (werk) wilt bij een bedrijf.

Je schrijft dan een sollicitatiebrief of vult een formulier in. Vaak stuur je ook je cv mee. In een cv staat wie je bent, welke opleidingen je hebt gedaan en welk werk je eerder hebt gedaan.

Als het bedrijf jou interessant vindt, nodigen ze je uit voor een sollicitatiegesprek. Tijdens dat gesprek stelt de werkgever vragen, bijvoorbeeld:
  • Waarom wil je deze baan?
  • Wat zijn je sterke punten?
  • Kun je iets over jezelf vertellen?


Hoeveel uur is het werk?

Wat verdien ik?


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Dialoog – Sollicitatiegesprek
Interviewer (Lisa): Goedemiddag, Anna. Welkom bij het sollicitatiegesprek. Hoor je me goed?
Kandidaat (Anna): Ja, goedemiddag Lisa! Ja, ik hoor je prima.

Lisa: Mooi. Kun je iets kort over jezelf vertellen?
Anna: Natuurlijk. Ik ben Anna de Vries, 29 jaar, en ik werk nu als administratief medewerker bij een klein transportbedrijf.

Lisa: Waarom wil je bij ons komen werken?
Anna: Ik zoek een nieuwe uitdaging, en jullie functie past goed bij mijn ervaring en interesses.
Lisa: Wat vind je leuk aan administratief werk?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Dialoog – Sollicitatiegesprek
Anna: Ik hou van structuur, ik werk graag met systemen en ik vind het fijn om collega’s te helpen.
Lisa: En wat zijn je sterke punten?
Anna: Ik ben nauwkeurig, flexibel en ik kan goed samenwerken.
Lisa: Heb je ervaring met klantcontact?
Anna: Ja, ik heb vaak contact met klanten via mail en telefoon.

Lisa: Oké, en wanneer zou je eventueel kunnen beginnen?
Anna: Ik heb één maand opzegtermijn, dus begin volgende maand kan ik starten.
Lisa: Dat is duidelijk. Bedankt voor je antwoorden, Anna!
Anna: Graag gedaan, bedankt voor het gesprek!

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

vragen boek

Slide 9 - Link

This item has no instructions

Slide 10 - Link

This item has no instructions

Slide 11 - Link

This item has no instructions

Kritische / meningvragen (antwoord in 4-6 zinnen per vraag)
  1. Wat vind jij belangrijker: veel geld verdienen of werk dat je leuk vindt? Waarom?
  2. Vind je dat iedereen verplicht moet werken, als dat kan? Waarom wel of niet?
  3. Wat vind jij van thuiswerken? Is het een goede oplossing voor de toekomst?
  4. Moet je altijd bereikbaar zijn voor je werk, ook buiten werktijd? Waarom wel of niet?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Keuze-opdracht: Wat past het best bij jou?
Lees de drie opties en kies één situatie. Vertel daarna 1-2 minuten over je keuze.
Situatie A:
Je krijgt een baan met een goed salaris, maar het werk is saai en je collega's zijn niet vriendelijk.

Situatie B:
Je krijgt een leuke baan met fijne collega’s, maar je verdient weinig en werkt soms ’s avonds of in het weekend.

Situatie C:
Je mag thuiswerken en je eigen tijden bepalen, maar je werkt vaak alleen en je hebt weinig contact met mensen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat vond je van deze les?
Wat heb je vandaag geleerd dat nieuw of verrassend voor je was?
Welk onderdeel van de les vond je het makkelijkst, en welk het moeilijkst? Waarom?

Welke Nederlandse woorden of zinnen wil je vaker gaan gebruiken?
Hoe zou je deze les omschrijven in één zin aan een andere student?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions