de verleden tijd met Simon's cat

de verleden tijd met Simon's kat
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

de verleden tijd met Simon's kat

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

Bekijk de video in z'n geheel.
Wat heb je gezien? 
Wat gebeurde er in de video?
timer
2:00
timer
3:00

Slide 3 - Slide

laat de cursisten in tweetallen bespreken wat ze gezien hebben. focus ligt hierbij op het begrijpen, en onder woorden kunnen brengen, niet op correct gebruik van de verleden tijd nog.

bespreek klassikaal na en bespreek dan de vraag zoals die op het bord staat.
wat heb je gezien = voltooide tijd, = bekend
wat gebeurde er? = verleden tijd, een andere manier om over vroeger te praten. dat gaan we nu oefenen

Slide 4 - Video

extra: als de cursisten het lastig vinden om het verhaal te reconstrueren, kun je nog een keer kijken naar de video.

je kunt de video ook tussentijds stopzetten en vragen stellen in de verleden tijd
Praat samen
Wat deed Simon in de keuken?
Waar zat de kat?
Hoe kwam de kitten naar binnen?
Wat deed Simon's kat met de kitten?
Wat deed de kitten met het eten?
Waarom schrok Simon?

Slide 5 - Slide

Bespreek de vragen met de cursisten.
wat valt hen op aan het werkwoord in deze zinnen?

benoem: deze vorm noemen we de verleden tijd
Je gebruikt de verleden tijd.
Het is gebeurd, het is voorbij.
Je vertelt een verhaal over dingen die eerder zijn gebeurd.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoe maak je de verleden tijd?
regelmatige werkwoorden

maak eerst de ik-vorm.
werken - ik werk

gebruik de sofketchup - regel.
na de ik-vorm komt -te(n) of - de(n)

werken ik werk - ik werkte
onregelmatige werkwoorden

Kijk achter in je boek.
Leer de goede vorm.

Slide 7 - Slide

uitstapje naar het whitebord, geef een aantal voorbeelden , model wat je doet
gebruik softketchup en kijken in het boek.
Ik dans.
Wat is de verleden tijd?
A
Ik danste
B
Ik dansde

Slide 8 - Quiz

maak samen de quiz, bespreek steeds waarom een antwoord goed of fout is
Hij fietst.
Wat is de verleden tijd?
A
Hij fietste
B
Hij fietsde

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Zij wandelen.
Wat is de verleden tijd?
A
Zij wandelten
B
Zij wandelden

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Jij slaapt.
Wat is de verleden tijd?
A
Jij slaapte
B
Jij sliep

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

U denkt.
Wat is de verleden tijd?
A
U denkte
B
U dacht

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Werk samen:

Wat is de verleden tijd
van deze werkwoorden?
dweilen                       vallen
spinnen                       slaan
komen                         zingen
likken                           lopen
omgooien                   eten
kijken                          schrikken
gaan
schoonmaken
De onderstreepte werkwoorden zijn onregelmatig. Zoek ze op in je boek.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

les 2: herhalen en zinnen maken

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

de kitten
het luikje
de dweil
de modder
de vacht
het etensbakje
de deurmat
dweilen          vallen
spinnen          slaan
komen            zingen
likken              lopen
omgooien      eten
kijken              schrikken
gaan
schoonmaken
werkwoorden
zelfstandig naamwoorden
Deze woorden heb je nodig om te kunnen vertellen over de video.

Slide 15 - Slide

even terugkijken: weten we nog wat de woorden betekenen? 
klassikaal rondje maken
Wat is de verleden tijd?
Simon schrikt.

Slide 16 - Mind map

de cursisten zetten de zin in de verleden tijd, bespreek de opbrengst op het bord. wat is goed en waarom? 
Wat is de verleden tijd?
De kitten eet.

Slide 17 - Mind map

This item has no instructions

Wat is de verleden tijd?
De kat likt.

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

Wat is de verleden tijd?
Simon dweilt de vloer.

Slide 19 - Mind map

This item has no instructions

Wat is de verleden tijd?
Simon dweilt de vloer.

Slide 20 - Mind map

This item has no instructions

Wat is de verleden tijd?
De plant valt.

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Wat gebeurde er in de keuken van Simon?

Slide 22 - Slide

praat samen: wat gebeurde hier? lok zinnen uit in de verleden tijd

doe bijv de eerste sheet klassikaal en de volgende in tweetallen
timer
2:00

Slide 23 - Slide

laat de cursisten nu in tweetallen zinnen maken in  de verleden tijd.
Kijk  nog een keer naar de video.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Praat samen

Wat gebeurde er in de video?
Gebruik de werkwoorden in de verleden tijd.
timer
5:00
tip: gebruik eerst - dan -daarna - tenslotte

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Ik weet hoe ik de verleden tijd van regelmatige werkwoorden kan maken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

This item has no instructions

Ik heb nieuwe (werk)woorden geleerd in deze les
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

This item has no instructions

Ik kan de verleden tijd gebruiken om te vertellen over een fimpje dat ik heb gezien.
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

This item has no instructions

Extra: schrijf een korte tekst
Wat gebeurde er in de video?
Schrijf een korte tekst.
Gebruik de verleden tijd.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions