Wondzorg

Wonden
1 / 32
next
Slide 1: Slide
helpendeBeroepsopleiding

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wonden

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

De goede volgorde van wondgenezing is, hemostase, ontstekingsfase, granulatiefase, rijpingsfase, littekenvorming.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Hoe deel je wonden in?
A
Kleur en geur
B
Ontstaanswijze, kleur en wondranden
C
Kenmerken, duur, ontstaanswijze, kleur
D
Duur, kenmerken, geur en kleur

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Een granulerende wond moet je..
A
schoon maken
B
beschermen
C
dood weefsel verwijderen

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

WCS staat voor
A
Woundcare Consultant Society
B
Water Closet Schoonmaken
C
Worldcare Consultant Society
D
Woundcare Contact Society

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je geel beslag op een wondbodem?
A
Mebris
B
Sebris
C
Tebris
D
Debris

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Een gecontamineerde wond is een..
A
Helende wond
B
Vervuilde wond

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wondvocht heet ook wel...
A
Exsudaat
B
Granulaat
C
Hemostase
D
Renegratie

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Het risico op decubitus neemt toe als iemand koorts heeft.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Als er antidecubitus crème is voor geschreven, kan je geen decubitus krijgen.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Er zit een rode niet wegdrukbare plek op de hiel van een cliënt. Wat doe je?
A
Katoenen sok aantrekken
B
Hiel vrij leggen dmv kussens
C
Schapenvacht er onder
D
Massage en antidecubitus crème gebruiken

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions


A
Categorie 1
B
Categorie 2
C
Categorie 3
D
Categorie 4

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions


A
Categorie 1
B
Categorie 2
C
Categorie 3
D
Categorie 4

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Waar staat de afkorting TIME voor?
A
Time Infection Moisture Edge
B
Tissue Infection Measurable Edge
C
Tissue Infection Moisture Edge
D
Tissue Infection Moisture Egg

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat moet je NIET doen bij het verzorgen van een rode wond
A
Wondbodem vochtig houden
B
Wondbodem reinigen
C
Wondbodem beschermen tegen beschadigingen
D
Zorgen dat het verband niet vastkleeft

Slide 16 - Quiz

In principe hoef je de wondbodem van een rode wond niet te reinigen >> het granulatieweefsel op de wondbodem van een rode wond is een gezonde bodem die je niet wilt "verstoren".
Waarom is het belangrijk om het verband te zien wat je van de wond afhaalt?
A
Het is niet belangrijk want de wond is droog.
B
Het moet in een speciale container
C
Om te kijken of het opnieuw gebruikt kan worden
D
Het geeft informatie over de wond

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Zinkzalf is geen goede wondrandbeschermer
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wondverbanden moet je standaard 1x per dag verwisselen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

dood weefsel
bacteriën
beslag
goed te genezen
gele wond
rode wond
groene wond
zwarte wond

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Een mechanische wond is veroorzaakt door:
A
Elektriciteit
B
Straling
C
Chemische stoffen
D
Fysiek trauma

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Een voorbeeld van een circulatiestoorniswond is..
(meerdere antwoorden)
A
diabetes voet
B
snijwond
C
schaafwond
D
doorligplek

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wat is exsudaat?
A
Kapot weefsel bij een open wond
B
Het uitzetten van de bloedvaten bij een wond
C
Vocht dat ontstaat bij een ontsteking

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Welke kleur volgens WCS heeft een granulerende wond?
A
zwart
B
geel
C
rood

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions



Wat kun je bij de letter E zeggen over deze wond?

A
De wondranden zijn intact
B
De wondranden zijn geïnfecteerd
C
De wond is niet vitaal
D
Helemaal niets

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de volgende wondbeschrijving past het beste bij deze wond?
A
T: vitaal weefsel / I: geïnfecteerde wond / M: nat wondbed E: rafelige wondranden
B
T: necrotisch weefsel / I: geïnfecteerde wond / M: droog wondbed / E: rafelige wondranden
C
T: necrotisch weefsel / I: niet geïnfecteerde wond / M: droog wondbed / E: rafelige wondranden

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Vochtletsel of decubitus?
A
Vochtletsel
B
Decubitus
C
Beide
D
Andere oorzaak

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Vochtletsel of decubitus?
A
Vochtletsel
B
Decubitus
C
Beide
D
Andere oorzaak

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions