V4 Schrijfvaardigheid oef. 78, blz. 117

V4 Schrijfvaardigheid oef. 78, blz. 117
Gebruik je eigen opdracht, het (woorden)boek en het hulpblad. 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

V4 Schrijfvaardigheid oef. 78, blz. 117
Gebruik je eigen opdracht, het (woorden)boek en het hulpblad. 

Slide 1 - Slide

vertaal: de cursus

Slide 2 - Mind map

vertaal: ik heb
deelgenomen aan

Slide 3 - Mind map

vertaal: van 16 tot en met 30 juli

Slide 4 - Open question

op maandag
A
am montag
B
am Montag
C
am Dienstag
D
am Donnerstag

Slide 5 - Quiz

van 10 tot en met 15 augustus
A
vom 10. bis zum 15. August
B
vom 10. bis zum 15. august
C
von 10. bis zum 15. August
D
vom 10. bis zu 15. August

Slide 6 - Quiz

vertaal: om 3 uur

Slide 7 - Mind map

in Berlijn
A
in Berlijn
B
in berlijn
C
im Berlin
D
in Berlin

Slide 8 - Quiz

Het interessantst vond ik...

Slide 9 - Open question

Vertaal: "ik heb veel mensen leren kennen".

Slide 10 - Open question

Vertaal: "ik hoop, dat..."
Gebruik het woordenboek.

Slide 11 - Open question

Vertaal: "ik heb een
wandeling gemaakt."

Slide 12 - Mind map

Vertaal: "ik zou deze reis aanraden."
Gebruik een woordenboek en je boek.

Slide 13 - Open question

Vertaal: "wij hadden een uitstapje naar Berlin gemaakt."
Gebruik een woordenboek en je boek.

Slide 14 - Open question

er is/er zijn
A
il y a
B
es gibt
C
er sein
D
er ist

Slide 15 - Quiz

Vertaal: "er zijn veel mogelijkheden."
Gebruik een woordenboek en je boek.

Slide 16 - Open question

Vertaal: "ik vind het leuk om een wandeling te maken."
Gebruik een woordenboek en je boek.

Slide 17 - Open question

Kapitel 1: Familie und Beziehungen
- de werkwoorden sein, haben, werden
- het geslacht van zelfstandige naamwoorden
- de der-Gruppe en de ein-Gruppe        
> oef. 18 t/m 27 Seite 21 (C)        
> oef. 42 t/m 45 Seite 34 (E)    
> oef. 51 t/m 62 Seite 45 (H) 
> oef. 78 t/m 80 Seite 58 (J)  



Slide 18 - Slide

Kapitel 2: Freizeit
- het zwakke werkwoord
- de werkwoorden können, dürfen, mögen, möchten, müssen, sollen, wollen en wissen
- het persooonlijk en vragend voornaamwoord   

> oef. 17 t/m 30 Seite 77 (C)
> oef. 51 t/m 61 Seite 102 (H)       
> oef. 76 t/m 78 Seite 115 (J)  

Slide 19 - Slide