Les 3: Wind en luchtdruk

Startklaar
1 / 73
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 73 slides, with interactive quizzes, text slides and 9 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Startklaar

Slide 1 - Slide

Startklaar (3 min)

Docent begroet leerlingen, instrueert alle leerlingen om startklaar te zijn en legt materialen klaar.

Leerlingen zorgen ervoor dat zij alle benodigde spullen op tafel hebben, jas uit, mobiel in tas. (Zorg voor een nette en georganiseerde ruimte.)
      Lesdoel
De leerlingen kennen de invloed van het tropisch minimum op het klimaat in Noord-Amerika. 

De leerlingen kunnen uitleggen waarom er seizoenvariaties, zoals natte en droge perioden, optreden in de gebieden net boven en net onder de evenaar door de verschuivingen van het tropisch minimum binnen de ITCZ.

Slide 2 - Slide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Voorkennis
1. De leerlingen weten wat wind is.

2. De leerlingen weten wat luchtdruk is.

3. De leerlingen weten het luchtmassa is. 

Slide 3 - Slide

Welke voorkennis is nodig voor het doel.
Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen
Phoenix BS
Minneapolis Df
New Orleans Cf
San Francisco Cs

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Terugblik

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de verschil tussen landschap en een klimaat? 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Klimaatzone
Landschapszone
Aw
Cf
Cs
BS
BW
Df
EH
Terugblik
Savanne
Gematigd loofbos
Mediterrane vegetatie
Steppe
Woestijn
Taiga
Hooggebergte

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Landschap - groot stuk grond zoals je het voor je ziet Voorbeelden:   `berglandschap`, `duinlandschap`

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat zou je verwachten van de
temperatuur in New York als je alleen
kijkt naar de breedteligging?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Welke factor speelt een belangrijkste rol bij de temperatuur in 1.New York, 2.San Francisco en 3.Chicago?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Vorige les
Terugblik

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Vorige les
Terugblik
B                A                D                B        

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

LEZEN 10 min
Lezen

Slide 14 - Slide

https://www.nu.nl/klimaat/6303415/al-een-jaar-recordtemperaturen-in-oceanen-tekenen-dat-opwarming-versnelt.html?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F
Stap I: Wind ontstaat
Wat is wind?
beweging van lucht.
Wat veroorzaakt het?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Link

This item has no instructions

Het grote windsysteem
L
H
Bij de evenaar het is altijd warm = lucht stijgt (L)
Bij de polen alrijd koud = lucht daalt (H)

En dan, Aarde draait...

Slide 17 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.

Slide 18 - Link

This item has no instructions

Luchtdruk = gewicht van kolom lucht op aarde (10 000 kilo per 1m2)
Hogedrukgebied (maximum):
 - teveel aan lucht
 - lucht stroomt weg 
 - aanvulling door dalende lucht
 - helder weer

Lagedrukgebied (minimum):
 - tekort aan lucht
 - lucht stroomt toe
 - lucht stijgt op
 - bewolkt, regenachtig weer

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Stap II: de wet van Buys Ballot
Wind beweegt altijd van hogedruk naar lagedruk.

Slide 20 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Vaste drukgebieden op Aarde 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Stap III: Corioliseffect
I Wind ontstaat 
II Buys Ballot: Lucht verplaatst zich van          naar         .
III Corioliseffect: Op het Noordelijk halfrond beweegt een          met de klok mee.
Noordelijk halfrond: Wind buigt naar rechts.
Zuidelijk halfrond: Wind buigt naar links.

H
L
H

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Grote windsystemen
1. Passaatwinden naar de evenaar

2. Westenwinden in de gematigde zone

3. Poolwinden verlaten hoge luchtdruk zone bij de polen

EN ITCZ !!!!

Slide 24 - Slide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Huiswerkcontrole
par. 1.2
Opdrachten 1 t/m 4

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Polaire zone
Toendra
  • permafrost (grond is altijd bevroren)
  • veel sneeuw
  • gemiddelde maandtemperatuur niet boven 10
  • groeien geen bomen
Boreale zone
Naaldwoud 
  • overgang tussen polair en gematigd
  • strenge winters
  • enkele maanden per jaar is de temperatuur boven 10
  • weinig neerslag
  • veel naaldbomen
Gematigde zone
Zomergroen loofwoud, grassteppe

  • Vochtig klimaat met relatief gematigde temperaturen
  • Temperatuurverschil tussen zomer en winter niet groot
  • bovenste laag grond is humus --> grond is vruchtbaar 
Subtropische zones
Mediterraan
  • Warmer dan in gematigde zone, kouder dan in tropen.
  • gedurende hele jaar neerslag, maar ook een droog seizoen mogelijk. 
Aride zone
Woestijn en woestijn-steppe

  • Valt weinig neerslag, waardoor er bijna geen bomen zijn.
  • In bodem veel zout en kalk
  • Kleinschalige akkerbouw 
  • Op sommige plekken oasen 
Tropische zone
Tropisch regenwoud en savanne
  • gemiddelde maandteperatuur nooit onder 18
  • veel neerslag
  • grote diversiteit aan flora en fauna
  • ongeschikt voor landbouw 

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

VS klimaten
Hooggebergteklimaat
Steppeklimaat
Landklimaat
Zeeklimaat

Slide 28 - Drag question

This item has no instructions

VS klimaten
Hooggebergteklimaat
Steppeklimaat
Landklimaat
Zeeklimaat

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

Waarom gaat het waaien (wind) door verschillen in luchtdruk?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Hoog
Laag

Slide 31 - Drag question

This item has no instructions

Waarom ontstaat er een hogedrukgebied op 30° N.B. (en Z.B.)?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Slide 33 - Video

This item has no instructions

Slide 34 - Drag question

This item has no instructions

H
L
H
H
H
L
L
Waar horen  passaten te zijn?

Slide 35 - Drag question

This item has no instructions

W
WAT GEEFT DE KAART WEER (LEGENDA)?
A
Algemene patroon?
WAAR VEEL? WAAR WEINIG? GEBRUIK SPREIDINGSWOORDEN
U
Uitzonderingen
WELKE GEBIEDEN VALLEN BUITEN HET ALGEMENE PATROON?
W
Windrichtingen. 
BESCHRIJF MET BEHULP VAN WINDRICHTINGEN (EN TOPONIEMEN)

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

pak je pen en schrift

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

ITCZ = tropical minimum

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Video

This item has no instructions

ITCZ
verschuift met loodrechte zonnestand mee.

Windsysteem rond evenaar verschuift in juli naar noorden 
gevolg => orkaanen in VS

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Orkanen in de VS
L

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Orkanen: wat valt op?

Slide 42 - Slide

Beschrijving:
In de meteorologie is een luchtmassa of luchtsoort een groot volume lucht (aardatmosfeer) met een bepaalde temperatuur en vochtigheid. Boven de zee is de lucht vochtig, boven land droog. In het zuiden is de lucht warm en in het noorden koel of koud. 
Orkaan - zware tropische storm
  1. Water verdampt boven de oceaan die >27 graden is (eind zomer)
  2. Met passaten beweegt warme en vochtige lucht vanuit Afrika richting de VS
  3. Met de opstijgende lucht ontstaat er een lagedrukgebied
  4. De luchtmassa begint te draaien vanwege het Coriolis-effect
  5. Na een week bereikt het de VS
  6. Enorme golven beuken op de kust
  7. Boven land is er geen vochtige lucht meer en sterft de orkaan uit

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Link

This item has no instructions

Slide 45 - Video

This item has no instructions

Windkracht op de schaal van Beaufort.
Extra: Saphir-Simpson

orkaankracht = windsnelheden boven de 119 km per uur
- oog van de orkaan: windstil, wolkeloos gat van 30-50 km

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Tornado
ontstaat door botsing sterk verschillende luchtsoorten: droge, koude lucht en vochtige, warme lucht      


bij zo’n front: warme lucht stijgt snel, waterdamp condenseert, lucht gaat wervelen

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Slide 49 - Video

This item has no instructions

Slide 50 - Video

This item has no instructions

Werkvorm: Andere problemen
Stap 1:    Teken (globaal) een kaart van de Verenigde Staten
Stap 2:  Teken de Rocky Mountains en de Appalachen in de kaart
Stap 3:  Teken de Tornado Alley, drogte risico, blizzards, orkanen, watertekort

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

droogte
orkanen
tornado
branden
blizzards

Slide 52 - Drag question

This item has no instructions

     Kleine afsluiting
ITCZ
Orkaan
Tornado
Andere natuurgeweld

Slide 53 - Slide

Kleine lesafsluiting (5 min) 

Docent controleert begrip door opdrachten of vragen die de begrippen en vaardigheden van het lesdoel toetsen.

Leerlingen werken zelfstandig of in een groepje aan opdrachten, kunnen vragen stellen aan de docent maar werken grotendeels zelfstandig.

Controle van begrip vragen
 Zelf aan de slag

Maak de opdrachten 5 t/m 8 in paragraaf 1.2

Slide 54 - Slide

Aw: Dit klimaat komt voor in het zuidelijke deel van Florida.
BS: Het bijbehorende landschap bij het BS-klimaat is de steppe, een droge grasvlakte.
Juist of onjuist?
Controle van begrip

Slide 55 - Slide

Vraag 1
Uitspraak 1: Juist
Uitspraak 2: Juist
Uitspraak 3: Onjuist (de wind draait tegen de klok in rond een lagedrukgebied op het noordelijk halfrond)

Vraag 2
Uitspraak 1: Onjuist (op het zuidelijk halfrond buigt de wind naar links af volgens de wet van Buys Ballot)
Uitspraak 2: Juist
Uitspraak 3: Juist

Vraag 3
Uitspraak 1: Onjuist (de wet van Buys Ballot gaat over de afwijking van de windrichting door de draaiing van de aarde, niet over de richting van de luchtstroom van hoge naar lage druk)
Uitspraak 2: Juist
Uitspraak 3: Onjuist (een hogedrukgebied zorgt voor stabiel weer, niet voor regenbuien)

Vraag 4
Uitspraak 1: Juist
Uitspraak 2: Onjuist (in een hogedrukgebied stroomt de lucht naar buiten, maar dit leidt niet tot wolkenvorming en regen, eerder tot helder weer)
Uitspraak 3: Onjuist (lucht stroomt van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied)
 Vraag 1
Reproductie

Hogedrukgebieden worden vaak geassocieerd met stabiel en droog weer. In een lagedrukgebied stijgt de lucht en ontstaat vaak neerslag.
-> Geef aan wat het effect is van stijgende lucht in een lagedrukgebied op 
      het weer.

Slide 56 - Slide

Aw: Dit klimaat komt voor in het zuidelijke deel van Florida.
BS: Het bijbehorende landschap bij het BS-klimaat is de steppe, een droge grasvlakte.
Vraag 2 
Toepassing 1

De wet van Buys Ballot verklaart hoe winden afbuigen door de draaiing van de aarde. Op het noordelijk halfrond buigt de wind naar rechts af, en op het zuidelijk halfrond naar links.
-> Noem de richting waarin de wind op het noordelijk halfrond afbuigt 
     volgens de wet van Buys Ballot.

Slide 57 - Slide

Loefzijde: De loefzijde ontvangt meer neerslag omdat de lucht wordt opgestuwd door de bergen, afkoelt, en condenseert, wat leidt tot regen.
Lijzijde: De lijzijde is droger omdat de lucht, nadat het zijn vocht heeft verloren aan de loefzijde, daalt en opwarmt, wat zorgt voor een droog, woestijnachtig klimaat (regenschaduw).
Vraag 3 
Inzicht

Hogedrukgebieden ontstaan vaak door dalende lucht, terwijl lagedruk-gebieden worden veroorzaakt door stijgende lucht.
-> Welke beweging van lucht leidt tot de vorming van een hogedrukgebied?

Slide 58 - Slide

BW: Het BW-klimaat draagt bij aan het ontstaan van woestijnen in de VS door extreem lage neerslag en hoge temperaturen, die verdamping versterken.
Cf: De ligging aan zee beïnvloedt het Cf-klimaat door milde winters en gematigde zomers te brengen, dankzij de nabijheid van de oceaan, die temperatuurverschillen dempt.
     Grote afsluiting
Vandaag gaan we dieper ingaan op het ontstaan en de werking van hogedruk- en lagedrukgebieden. Ook gaan we ontdekken hoe deze druksystemen samen met de wet van Buys Ballot leiden tot de grote windsystemen op aarde. 

Slide 59 - Slide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
retrieval practice
https://quizlet.com/join/A5xDxSXpV?i=1fo1jg&x=1bqt

Slide 60 - Slide

Retrieval practice (10 min)
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.

Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.

Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online

Slide 61 - Link

This item has no instructions

Een klimaatdiagram brengt de gemiddelde temperatuur en neerslag van een plaats in beeld.

Slide 62 - Slide

This item has no instructions

Slide 63 - Slide

This item has no instructions

Slide 64 - Slide

This item has no instructions

Slide 65 - Slide

This item has no instructions

Slide 66 - Slide

This item has no instructions

Slide 67 - Slide

This item has no instructions

Slide 68 - Slide

This item has no instructions

Landschapszones 
Tropische zone
Aride zone
Subtropische zone
Gematigde zone
Boreale zone
Polaire zone

Slide 69 - Drag question

This item has no instructions

Slide 70 - Video

This item has no instructions

Waar de nacht het grootste deel van het jaar regeert, en de hemel soms oplicht met dansende kleuren, daar strekt zich een ijskoude wereld uit waar het leven zich aanpast aan de bittere omstandigheden.
Een land van eeuwige kou, waar de zon weigert te stijgen in de winter en in de zomer niet ondergaat. Een wereld van ijzige stilte, waar de grond bevroren is en het water in vaste vorm heerst.
Een land van verzengende hitte, waar de zon ongenadig schijnt en het zand tot de horizon reikt. Een wereld van schaarse waterbronnen, waar het leven hardvochtig en taai moet zijn om te overleven.
Tropische zone
Aride
zone
Sub-tropische zone
Gematigde zone
Boreale
zone
Polaire 
zone

Slide 71 - Drag question

This item has no instructions

Slide 72 - Video

This item has no instructions

     Kleine afsluiting
Hogedrukgebied 
Lagedrukgebied
Wet van Buys Ballot
Windrichting
Corioliseffect
Grootschalige windsysteem
Passaatwinden
Front

Slide 73 - Slide

Kleine lesafsluiting (5 min) 

Docent controleert begrip door opdrachten of vragen die de begrippen en vaardigheden van het lesdoel toetsen.

Leerlingen werken zelfstandig of in een groepje aan opdrachten, kunnen vragen stellen aan de docent maar werken grotendeels zelfstandig.

Controle van begrip vragen