Breuken optellen en aftrekken

Breuken optellen en aftrekken

1 / 20

Slide 1: Slide

WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Breuken optellen en aftrekken

Slide 1 - Slide

Bereken

6 + (3, 1 + 1, 9)^{​ 2 ​ ​} \cdot 3 =

Slide 2 - Open question

& 8.4. Leerdoel

Je leert hoe je breuken optelt en aftrekt.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Stappenplan breuken optellen/aftrekken

Breuken gelijknamig maken

Teller (bovenkant) optellen/aftrekken

Noemer(onderkant)

optellen/aftrekken

Vereenvoudigen

Slide 5 - Drag question

Breuken gelijknamig maken

Het doel van gelijknamig
maken is om een gelijke
noemer te krijgen. Alleen
breuken met een gelijke noemer

kunnen bij elkaar opgeteld en

afgetrokken worden.

Slide 6 - Slide

Breuken gelijknamig maken

5 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} + \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 1 ​} =

Slide 7 - Slide

Breuken gelijknamig maken

5 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} + \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 1 ​} =

5 \frac{​ . . . ​ ​}{​ 3 3 ​} + \frac{​ . . . ​ ​}{​ 3 3 ​} =

Slide 8 - Slide

Breuken gelijknamig maken

5 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} + \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 1 ​} =

5 \frac{​ . . . ​ ​}{​ 3 3 ​} + \frac{​ . . . ​ ​}{​ 3 3 ​} =

5 \frac{​ 2 2 ​ ​}{​ 3 3 ​} + \frac{​ 2 1 ​ ​}{​ 3 3 ​} =

Slide 9 - Slide

Breuken optellen/aftrekken

Wanneer de breuken gelijknamig zijn,
mag je de tellers optellen.

De noemers blijven gelijk.

Slide 10 - Slide

Breuken gelijknamig maken

5 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} + \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 1 ​} =

5 \frac{​ . . . ​ ​}{​ 3 3 ​} + \frac{​ . . . ​ ​}{​ 3 3 ​} =

5 \frac{​ 2 2 ​ ​}{​ 3 3 ​} + \frac{​ 2 1 ​ ​}{​ 3 3 ​} =

Slide 11 - Slide

Breuken gelijknamig maken

5 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} + \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 1 ​} =

5 \frac{​ . . . ​ ​}{​ 3 3 ​} + \frac{​ . . . ​ ​}{​ 3 3 ​} =

5 \frac{​ 2 2 ​ ​}{​ 3 3 ​} + \frac{​ 2 1 ​ ​}{​ 3 3 ​} =

5 \frac{​ 4 3 ​ ​}{​ 3 3 ​} =

Slide 12 - Slide

Breuken gelijknamig maken

5 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} + \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 1 ​} =

5 \frac{​ . . . ​ ​}{​ 3 3 ​} + \frac{​ . . . ​ ​}{​ 3 3 ​} =

5 \frac{​ 2 2 ​ ​}{​ 3 3 ​} + \frac{​ 2 1 ​ ​}{​ 3 3 ​} =

5 \frac{​ 4 3 ​ ​}{​ 3 3 ​} =

6 \frac{​ 1 0 ​ ​}{​ 3 3 ​}

Slide 13 - Slide

Los de onderstaande som op

1 \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 5 ​} - \frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​} =

Slide 14 - Open question

Uitwerking

1 \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 5 ​} - \frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​} =

Slide 15 - Slide

Uitwerking

1 \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 5 ​} - \frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​} =

\frac{​ 2 2 ​ ​}{​ 1 5 ​} - \frac{​ 1 2 ​ ​}{​ 1 5 ​} =

Slide 16 - Slide

Uitwerking

1 \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 5 ​} - \frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​} =

\frac{​ 2 2 ​ ​}{​ 1 5 ​} - \frac{​ 1 2 ​ ​}{​ 1 5 ​} =

\frac{​ 1 0 ​ ​}{​ 1 5 ​} =

Slide 17 - Slide

Uitwerking

1 \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 5 ​} - \frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​} =

\frac{​ 2 2 ​ ​}{​ 1 5 ​} - \frac{​ 1 2 ​ ​}{​ 1 5 ​} =

\frac{​ 1 0 ​ ​}{​ 1 5 ​} =

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​}

Slide 18 - Slide

2 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​}

+

+

+

+

1 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

+

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​}

+

7 2/3

1 1/12

6 7/12

5/12

2/3

5 11/12

8/12

79/12

Slide 19 - Drag question

Maken

Hoofdstuk 8

Paragraaf 4:
Breuken

optellen en aftrekken

Slide 20 - Slide

Breuken optellen en aftrekken

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Drag question

Slide 20 - Slide

More lessons like this

Hoofdstuk 5 les 1 en 2

Breuken optellen en aftrekken

Wk 27: breuken: vereenvoudigen, optellen en aftrekken

breuken 5

8.3 & 8.4

7.4 Breuken optellen en aftrekken

Breuken vermenigvuldigen

H1 Herhaling met uitleg