6. Spieren en beweging

1 / 19
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide


Welk weefsel is spierweefsel?
A
R
B
S
C
T

Slide 3 - Quiz

Dwarsgestreept spierweefsel is
A
Autonoom
B
Niet autonoom

Slide 4 - Quiz

Welk spierweefsel zie je hier?
A
Glad spierweefsel
B
Dwarsgestreept spierweefsel
C
Hartweefsel

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Zet de volgende onderdelen van de opbouw van de spier in de juiste volgorde:
Spiervezel - Myofibril - Spiervezelbundel - Sarcomeer - Spier- Actine/Myosine

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Welke spieren zijn elkaars antagonisten?
A
De achterste dijspier en de voorste scheenbeenspier in het been
B
De armstrekspier en de rugspier.
C
De kuitspier en de voorste dijspier in het been.
D
De voorste dijspier en de achterste dijspier in het been.

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Welk van deze vormen van doping heeft het grootste effect op de prestatie van een marathonloper?
A
Anabole steroïden
B
Amfetamine
C
Bloeddoping
D
Geen van allen

Slide 19 - Quiz