This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Deze les
Korte terugblik
Deze les klassikaal en individueel aan de slag
Afronding
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
2. Klassikaal en individueel
Pak je telefoon - Ga naar Teams 2V1 GL 2019-2020
Daar vind je het lesmateriaal onder Bestanden - islam-werkboek 2019-2020.
Afwisseling van opdrachten lezen, digitaal enz.
Afronding
Slide 4 - Slide
Ga naar blz. 1 - 'Islam: feiten en vooroordelen'
Lees bladzijde 1 - zelfstandig stil
28 miljoen inwoners
Absolute monarchie
Geen verkiezingen
Doodstraf
Geen vrijheid van godsdienst
Rijk aan olie
Lid van de VN
Slide 5 - Slide
1.Wat zie jij van de islam in je eigen omgeving? Beschrijf kort wat je ziet en waar.
Slide 6 - Open question
2. Op blz. 1 wordt gesproken over vooroordelen. Welke twee woorden herken je in het woord ‘vooroordeel’?
Slide 7 - Open question
3. Op blz. 1 wordt gesproken over vooroordelen. Welke twee woorden herken je in het woord ‘vooroordeel’?
Slide 8 - Open question
4. Wat is een vooroordeel? Welk antwoord past het beste?
A
Een feit
B
Een mening die niet op feiten gebaseerd is
C
Een gedachte
D
Een oordeel
Slide 9 - Quiz
Op de volgende slide vind je een filmpje.
Bekijk het filmpje.
Nomadenstammen waren polytheïstisch.
Aanbidden van de zon, maan en planeten.
Elke stad had zijn eigen goden.
Slide 10 - Slide
www.schooltv.nl
Slide 11 - Link
Lees nu blz. 2 Een geopenbaarde godsdienst
Nomadenstammen waren polytheïstisch.
Aanbidden van de zon, maan en planeten.
Elke stad had zijn eigen goden.
Slide 12 - Slide
5. De islam, het christendom en het jodendom zijn geopenbaarde godsdiensten. Welke uitspraak past het beste bij geopenbaarde godsdiensten?
A
Als je God zoekt, zul je Hem vinden.
B
God zelf heeft gezegd wie Hij is.
C
Deze godsdiensten geloven in één God
Slide 13 - Quiz
6. Hoe heet het heilige boek van de joden?
A
De Tenach
B
Het oude Testament
C
De Bijbel
D
De Koran
Slide 14 - Quiz
7. Net als christenen geloven moslims in een verlosser, die een rijk zal stichten waarin geloof en rechtvaardigheid zal heersen? Hoe noemen moslims deze verlosser?
A
Abraham
B
Mozes
C
Mohammed
D
Mahdi
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Video
Mekka
Belangrijke handelsstad. Belangrijke bedevaartplaats. Het belangrijkste heiligdom: Ka'aba.
Slide 17 - Slide
Mohammed
Geboren in 570 in Mekka.
Weeskind.
Opgevoed door oom Aboe Talib.
Slide 18 - Slide
Mohammed
Wordt karavaanleider (25 jaar) bij Chadiedja.
Trouwen en krijgen 4 dochters.
(15 jaar leeftijdsverschil)
Slide 19 - Slide
610
Mediteren in de woestijn.
De engel Gabriël verschijnt.
3 jaar later geeft hij de boodschap door aan de mensen in Mekka.
Slide 20 - Slide
Waarom zou Mohammed juist "goed voor de armen" hebben opgenomen in zijn boodschap?
A
Hij wilde mensen te vriend houden
B
Hij voelde zich aangetrokken tot het communisme
C
Wij was zelf in armoede opgevoed
D
Hij vond sociale gelijkheid erg belangrijk
Slide 21 - Quiz
Volgelingen in het begin
Vrouw en kinderen. Aboe Talib. Aboe Bakr en Omar (invloedrijke handelaren).
Slide 22 - Slide
Gevolgen van de openbare preken
Inkomsten van handelaren verminderden.
Pesterijen en later geweld.
Een deel van de gelovigen vlucht naar Ethiopië en krijgt daar bescherming van de christelijke vorst.
Slide 23 - Slide
622 begin van de Islamitische jaartelling
MOHAMMED VERLAAT MEKKA EN GAAT NAAR JATHRIB (MEDINA)
Hier krijgt hij veel aanhang.
Slide 24 - Slide
Staatsman/ Profeet
Jathrib wordt: MEDINA -AL-NABI.
Stad van de profeet.
(In openbaringen) kreeg hij gedragsregels, wetten en geloofsregels door.
Slide 25 - Slide
De Joden
die Mohammed niet steunden werden gedood. Mohammed ontving vanaf toen openbaringen met verwijten tegen de Joden.
Slide 26 - Slide
Abraham wordt centrale figuur.
Was geen Jood, geen christen, maar wel monotheïstisch; dus Moslim.
Hij wordt gezien als de eerste moslim.
Slide 27 - Slide
Met wie was Abraham getrouwd?
A
Hagar
B
Sarah
C
Maria
D
Debora
Slide 28 - Quiz
Hoe heet de zoon van Abraham en Sarah?
A
Job
B
Ismael
C
Jacob
D
Izaak
Slide 29 - Quiz
Hoe heet het volk waarvan Izaäk de stamvader is?
A
Afrikanen
B
Europeanen
C
Joden
D
Arabieren
Slide 30 - Quiz
Hoe noem je de strijd tussen de Joden en Arabieren?
A
heilige oorlog
B
familievete
C
burenruzie
D
broederstrijd
Slide 31 - Quiz
Slide 32 - Video
Heilige oorlog
MOHAMMED WILDE DAT MEKKA EEN ISLAMITISCHE STAD WERD.