Oefentoets kraamspecifiek

Oefentoets kraamspecifiek
1 / 40
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Oefentoets kraamspecifiek

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Onderwerpen
Complicaties baby
Complicaties kraambed moeder
NLS
Acute verloskunde
Baringspijn
Terminologie
ISBARR, rapporteren

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Bij methodisch denken en werken, werk je op een bepaalde manier namelijk:
A
via RUMBA
B
doelmatig, systematisch, procesmatig en planmatig
C
met SMART
D
doelgericht, gestructureerd, ontwikkelingsgericht, en dossiermatig

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de 6 stappen van het zorgproces?

Slide 6 - Open question

1. Verzamelen gegevens (Orientatie)
2. Inschatten van de zorgsituatie ( wat is er mis met de zorgvrager?)
3. Zorgdoel vaststellen( diagnose stellen)
4. Plannen van de zorg ( wat moet ik doen?)
5. Uitvoeren van de zorg volgens planning ( wat kan ik verwachten en waar let ik op)
6. Evalueren en de zorg bijstellen indien nodig ( hoe gaat het verder, moet ik iets veranderen?)

Beschrijf een zorgdoel
(kraamvrouw is oververmoeid)

Slide 7 - Open question

Het zorgdoel moet in een zin beschreven zijn
De tijd waarin het doel behaald moet zijn moet worden beschreven
Fout: Mw gaat meer rusten
Goed: Mw gaat vandaag 3 keer een half uur rusten

Door wie wordt er mantelzorg gegeven?
A
verloskundige
B
kraamverzorgende
C
partner
D
consultatiebureau

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer is sprake van een aangeboren afwijking?
A
Wanneer een ziekte of aandoening vanaf de geboorte aanwezig is
B
Wanneer een ziekte of aandoening in de kraamweek is ontstaan
C
Wanneer een ziekte of aandoening door de ouders is doorgegeven
D
Wanneer een ziekte of aandoening is ontstaan door geboortetrauma

Slide 9 - Quiz

Een aangeboren aandoening is een ziekte die vanaf de geboorte aanwezig is. Dit in tegenstelling tot ziektes die later in het leven ontstaan. Aangeboren aandoeningen kunnen worden veroorzaakt door problemen tijdens de geboorte, maar ze kunnen ook erfelijk zijn.
Wanneer spreken we van een erfelijke afwijking?
A
Wanneer er 46 chromosomen aanwezig zijn
B
Als de afwijking niet met het leven verenigbaar is
C
Wanneer er een stukje DNA ontbreekt
D
Wanneer er een genetische fout is

Slide 10 - Quiz

We noemen een ziekte erfelijk als die door een foutje in een gen komt én als de aandoening van ouders op kind kan worden doorgegeven. Soms heeft een kind de afwijking in het gen niet van de ouders gekregen maar is het spontaan ontstaan. 
De baby is suf sloom en slap. Hij is meer dan 8% afgevallen. Baby drinkt slecht. Oogt geel. Waar denk je aan?
A
hypotonie
B
hyperbilirubinemie
C
infectie
D
prematuriteit

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welke baby's hebben een grotere kans op icterus?
A
premature baby's
B
baby's met een cefaal hematoom
C
baby's met een bloedgroepantagonisme
D
moeder met diabetes

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent hypoglykemie?

Slide 13 - Open question

Voor alle pasgeborenen een grens van <2,6 mmol/L te hanteren als definitie van hypoglycemie in de eerste 48 uur na geboorte
Wat zjn symptomen van hypoglykemie?

Slide 14 - Mind map

Fladderen
ademhalingsstoornissen
zwak huilen
blauwe kleuring
Voeding, glucose, warmte, rust
Waar staat de afkorting GBS voor?
A
Guillain-Barré Syndroom
B
Groep B streptokok
C
Gebouwen beheer systeem
D
Groot baarmoeder segment

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welke syptomen zie je bij de baby die mogelijk een GBS infectie heeft?

Slide 16 - Open question

Besmetting met GBS uit zich bij pasgeborenen meestal als koorts, ademhalings- en voedingsproblemen. In ernstige gevallen kan een longontsteking, hersenvliesontsteking of bloedvergiftiging optreden die kan leiden tot de dood. Bij volwassenen kunnen groep B-streptokokken een blaasontsteking veroorzaken, hoewel dit meestal zonder ziekteverschijnselen verloopt. Daarnaast kan de bacterie bij vrouwen die recent bevallen zijn kraamvrouwenkoorts of wondinfecties veroorzaken, bijvoorbeeld na een keizersnede
Wat zie je hier?

A
CLAVICULAFRACTUUR
B
ERBSE PARESE
C
CEFAAL HEMATOON
D
RIBFRACTUUR

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Waarom ben je alert op ademhalingsproblemen als de baby geboren wordt en er was sprake van meconiumhoudend vruchtwater?

Slide 18 - Open question

snelle ademhaling
intrekken van de borstwand
kreunen tijdens de ademhaling
cyanose (blauwe kleur)
uitgezette borstkas.
Aandoeningen als PIH, Pre-eclampsie, eclampsie en HELLP noemen we ook wel:
A
zwangerschaps-vergiftiging
B
epileptische aandoeningen
C
hypertensieve aandoeningen
D
zwangerschaps-aandoeningen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat doe jij in het kraambed bij een moeder waar in de zwangerschap een pre-eclampsie is vastgesteld?

Slide 20 - Open question

alert zijn op symptomen als: duizelig, hoofdpijn, sterretjes zien, bandgevoel, misselijk, braken, grieperig, vocht vasthouden
Wanneer spreken we van koorts?
A
37-5-38.0
B
>38.0
C
<38.0
D
37,7-38,3

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de meest voorkomende oorzaken van koorts in het kraambed?

Slide 22 - Mind map

mastitis, urineweginfecties, endometritis
Wat weet je van GAS?

Slide 23 - Open question

Groep A streptokok ( keel en neus holte)
Kraamvrouwenkoorts
ZIEK! Ontsteking van baarmoeder
Sepsis

Handhygiene
Wat zijn de klachten bij groep A-streptokokkeninfecties?
De meeste groep A-streptokokken infecties verlopen onschuldig. De symptomen zijn meestal mild en van korte duur. De meeste GAS-infecties gepaard met koorts. Verder verschillen de klachten verschillen per ziekte.
Invasieve GAS-infecties zijn vaak ernstiger. Door een invasieve GAS-infectie moeten mensen meestal opgenomen worden in het ziekenhuis. Er kunnen verschillende ernstige klachten zijn. Deze klachten komen zelden voor:
Infectie van de huid. Er kunnen soms ook onderliggende weefsels zoals spieren of botten worden beschadigd. Zo erg zelfs dat huid en spieren afsterven (necrotiserende fasciitis). Dit wordt wel een vleesetende bacterie genoemd.
Infectie van hersenvliezen, gewrichten, longen, longvliezen.
Kraamvrouwenkoorts. Dit is een infectie van de baarmoeder na de bevalling, soms met bloedvergiftiging.
Bloedvergiftiging waarbij mensen een lage bloeddruk en hoge hartslag hebben (septische shock). Als dit langer duurt kunnen organen uitvallen. Mensen hebben dan vaak hoge koorts, rillingen, spierpijn en zijn suf of verward.
Hoe kun je een groep-A-streptokokkeninfectie krijgen?
Veel mensen dragen de bacterie bij zich in neus- of keelholte of op de huid, zonder daar ziek van te worden. Groep A-streptokokken kunnen overgedragen worden door middel van druppeltjes vocht die vrijkomen tijdens hoesten, niezen en praten. Mensen kunnen deze druppeltjes inademen en besmet raken. Iemand met de bacterie kan anderen ook besmetten via de handen. Via de handen kan de bacterie op speelgoed, bestek, servies en eten terechtkomen.
Iemand is besmettelijk zolang hij de bacterie bij zich draagt of zolang de infectie nog niet is genezen. Als iemand behandeld wordt met medicijnen (antibiotica), is hij nog 24 uur nadat hij is begonnen met de medicijnen besmettelijk.
PTSS, psychose en depressie zijn 3 verschillende ziektebeelden. Waar zitten de verschillen?

Slide 24 - Open question

PTSS: door een trauma, herbelevingen, nachtmerries, vermijding, angst
Psychose: wanen en hallicinaties, waarnemningen die niet kloppen. Slaaptekort, vitamine tekort, hormomen aanleg. 
Depressie: pas later postpartum. 6 weken lang aan bepaalde symptomen voldoen om de diagnose te krijgen. Langzaam herstel.  Verwachtingen die niet kloppen. Aanleg
Waar ben je alert op tijdens de verzorging van een kraamvrouw die in haar vroege jeugd is besneden?

Slide 25 - Mind map

Wondgenezing
psyche
mictie
defecatie
temperatuur
culturele opvattingen
Waar staat NLS voor?
A
Newborn life support
B
Neonatal life support
C
Baby reanimatie
D
NaamLooS

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Je verwacht dat de baby die zo geboren gaat worden gereanimeerd moet worden. Welke voorbereideingen tref jij voordat de baby daadwerkelijk geboren is?

Slide 27 - Mind map

Warme kamer
Warme doeken
Warme opvangplek
Plastic zak
Klok/ timer
Telefoon ( alarmeren en evt voicememo maken) 

Er is nu net een baby geboren. Wat is je eerste stap?
A
uitzuigen
B
muts opzetten
C
afnavelen
D
afdrogen

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Om een inschatting te maken hoe de baby het "doet" gebruiken we de HAKT. Waarvoor staat dat?
A
Hartslag, Aard, Kleur, Tonus
B
Huidskleur, Ademhaling, Kracht, Tonus
C
Hartslag, Ademhaling Kleur, Tonus
D
Hartslag, Atonie, Kleur, triage

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Nadat de verloskundige de longen van de baby heeft geopend met 5 langzame diepe beademingsteugen wordt de volgende stap gemaakt. Wat is dat?

Slide 30 - Mind map

Beademen: 30 seconden ventileren
Wat zijn jou taken tijdens een NLS?

Slide 31 - Open question

WARMTE management
Alarmeren
assisteren
Wat is een atonie?
A
niet goed samentrekken van de baarmoeder
B
afwezigheid van uitdrijvende kracht
C
ontstaan van een fluxus
D
het hebben van veel naweeën

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer spreken wij van een fluxus
A
500-800cc vaginaal bloedverlies
B
800-1000cc vaginaal bloedverlies
C
< 1000 cc vaginaal bloedverlies
D
>1000cc vaginaal bloedverlies

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn je taken wanneer er sprake is van een HPP?

Slide 34 - Mind map

112
bloedverlies meten
uterusmassage
warmte
Blijven praten
rapporteren

Verloskundige helpen bij;
catheteriseren,  O2 toedienen, hechten

Wat mag je nooit doen als de kraamvrouw een fluxus heeft?
A
Laten plassen
B
Laten eten
C
uterus massage
D
De baby aanleggen

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Waar staan de letters HELPERR voor?

Slide 36 - Open question

Schouderdystocie oplossen

help
Episiotomie
legs
Pressure
Enter
Roll over
Remove posterior arm
Na het oplossen van de schouderdystocie kan een fluxus en reanimatie van neonaat als complicatie ontstaan. Leg uit hoe dat kan.

Slide 37 - Open question

Door de schrik geen oxytocine meer -. atonie -> fluxus. Plus groot kind, grote uitzetting meer kans op fluxus

Reanimatie omdat het kind meerdere minuten geen O2 meer heeft ontvangen uit de afgeknelde navelstreng
Welke handeling doe je bij foetale nood?
Impressie
Expressie

Slide 38 - Poll

This item has no instructions

Zijn jullie klaar voor de toets?
Absoluut, laat maar komen
Zeker niet, moet nog veel leren
Nog even puntjes op de i
Ik meld me ziek die dag

Slide 39 - Poll

This item has no instructions

Vragen?

Slide 40 - Slide

This item has no instructions