5h/6V lezen examenbundel 2020 les 3

Les 3 examenbundel
Argumentatieschema 's en drogredenen
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les 3 examenbundel
Argumentatieschema 's en drogredenen

Slide 1 - Slide

Vond je vorig jaar iets moeilijk van het onderdeel argumentatieleer en zo ja, wat?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Geef een waarderend argument bij de stelling: Scholen moeten open blijven (in tijden van corona).

Slide 5 - Open question

Benoem 1 en 2. Ik doe liever geen eindexamen (1), want als ik slaag moet ik naar een vervolgopleiding (2).
A
(1) standpunt, (2) argument
B
(1) argument, (2) standpunt

Slide 6 - Quiz

"Abortus moet verboden worden. Een ongeboren kind heeft ook recht om te leven!"
Feitelijk of waarderend?
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 7 - Quiz

De invoering van de OV-chipkaart heeft al veel problemen opgeleverd. Oplaadpalen doen het bijvoorbeeld vaak niet.
Feitelijk of waarderend?
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Welk schema?
Ik ben niet meer verliefd op je en ik denk niet dat ik dat ooit weer word. We kunnen er beter een punt achter zetten.
A
Nevenschikkend
B
Onderschikkend
C
Enkelvoudig
D
Neven- en onderschikkend

Slide 15 - Quiz

Welk schema?
Uiteindelijk wen je aan dat alcoholvrije bier. Je vergeet namelijk hoe echt bier smaakt. Dat is dus geen reden om alcohol te blijven drinken.
A
Nevenschikkend
B
Onderschikkend
C
Enkelvoudig
D
Neven- en onderschikkend

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Wij hebben dit voorjaar in een hotel in Dresden gelogeerd. Het was er superschoon: de douche, het bed en de vloer waren om van te eten. Zie je wel dat Duitsers zeer net en hygiënisch zijn.
A
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
Overhaaste generalisatie
C
verkeerde vergelijking
D
Persoonlijke aanval

Slide 19 - Quiz

De mensen die het met Hugo de Jonge oneens zijn, moeten wel last van alzheimer-light hebben.
A
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
Onterecht beroep op autoriteit
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 20 - Quiz

Ik ben de directeur omdat ik het hier voor het zeggen heb.
A
Cirkelredenering
B
Overhaaste generalisatie
C
Onjuist beroep op autoriteit
D
Vertekenen van het standpunt

Slide 21 - Quiz

Sinds ze iPads op school gebruiken, zijn de resultaten voor de rekentoets achteruit gegaan.
A
Onjuist beroep op autoriteit
B
Verkeerde vergelijking
C
Bespelen van publiek
D
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie

Slide 22 - Quiz

Die zaak is kil en onpersoonlijk ingericht en de stoelen zitten niet comfortabel. We moeten daar niet gaan vergaderen.’
A
Ontduiken van de bewijslast
B
Op de man spelen (persoonlijke aanval)
C
vertekenen van een standpunt
D
Onjuist beroep op kenmerk- of eigenschapsschema

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Wil je per se een niet al te dik boek lezen......

Slide 25 - Slide

Referaat
Je begint het mondeling met een referaat van 5 minuten over je literaire thema. Voor de voorbereiding van je referaat maak je gebruik van ten minste één secundair artikel. Bij een schrijver als thema kan dat bijvoorbeeld een artikel uit het Kritisch literatuur lexicon (bibliotheek) zijn. Tijdens het referaat laat je zien wat jij weet over het thema en op welke wijze jouw boeken binnen het thema passen. Je legt verbanden tussen de boeken en laat zien in hoeverre de boeken verschillen en overeenkomen. 

Slide 26 - Slide

De boeken
• een beknopte samenvatting kunnen geven,
• kunnen beschrijven hoe het boek is opgebouwd (hoofdstukken, delen, epiloog, proloog, motto) en uitleggen waarom het op deze manier is opgebouwd,
• bijzonderheden kunnen noemen die noodzakelijk zijn voor een goede interpretatie van het boek,
• kunnen aangeven in welke literaire context het is verschenen (periode, stroming, culturele achtergrond, relatie met de werkelijkheid),
• de beweegredenen van de personages kunnen verklaren,
• kunnen aangeven welke zaken er eventueel onbeantwoord blijven,
• de titel kunnen verklaren,


Slide 27 - Slide

• het motto en de motieven kunnen toelichten,
• de thematiek kunnen interpreteren,
• een beargumenteerde mening kunnen geven.
• het belang van het boek voor jezelf en de maatschappij kunnen duiden.
Hiervoor moet je op de hoogte zijn van theorie zoals die wordt beschreven in Laagland Cursus 1 t/m 3 (p. 10 t/m 34) en Cursus 7 (p. 63 t/m 73).

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Wat doen we morgen?
We starten met een tekst van een examen en maken alle vragen. 
Paragraaf 12 Aanvaardbaardheid van de argumentatie is de laatste paragraaf, die doen we nog. 

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide