HAVO Recap CH 4

Recap CH 4
1 / 31
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Recap CH 4

Slide 1 - Slide

Today's goals
At the end of the lesson, I have a better knowledge of the quantifiers and future tenses.

Slide 2 - Slide

 Little    &     Few



weinig


A little         &          A few 



een beetje          een paar

beschrijven hoeveelheid op een negatieve manier
beschrijven hoeveelheid op een positieve manier

Slide 3 - Slide

Wanneer gebruik je welke?
               A little / little                                                   A few / few                             
Ontelbare zelfstandig naamwoorden
Telbare zelfstandig naamwoorden

Slide 4 - Slide

(A) little  &  (a) few
1. Few people visited him at the hospital. =   hij had bijna geen bezoekers.
2. I have a few  friends. =    Ik heb genoeg vrienden.

3. He had little money =     hij had bijna geen geld.

4. I've got a little money =    Ik heb genoeg geld.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

A LOT OF 

- betekent VEEL

- telbare & ontelbare zelfstandige naamwoorden.
      LOTS  OF 

- betekent VEEL

- telbare & ontelbare zelfstandige naamwoorden.

- minder formeel


Slide 8 - Slide

I study .... hours a day, in preparation for tests.
A
few
B
little
C
a few
D
a little

Slide 9 - Quiz

Janet gave me ... apples from her garden.
A
few
B
little
C
a few
D
a little

Slide 10 - Quiz

I didn't drink all the coffee, there's still ... left.
A
few
B
little
C
a few
D
a little

Slide 11 - Quiz

There was no one at the game, I guess ... people wanted to watch it.
A
few
B
little
C
a few
D
a little

Slide 12 - Quiz

1) She has ____ people that know her well. She only trusts two person.
3) I have very _____ knowledge about this topic.
2) I have _____ pieces of cake left, do you want one?
4) You need _______ more sugar to make it taste even better! 
Few
A few
Little 
A little 

Slide 13 - Drag question

a lot of/ lots of betekent beide veel
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

You can use 'a lot of / lots of' with _________ nouns
A
countable
B
uncountable
C
both countable and uncountable
D
only with verbs

Slide 15 - Quiz

Have you got ......... friends in Roma?
A
much
B
many
C
a lot of / lots of

Slide 16 - Quiz

There is ........... sand in my pockets.
A
much
B
many
C
a lot of / lots of

Slide 17 - Quiz

I can use the quantifiers (a) few, (a) little, a lot of & lots of.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

The future

Slide 19 - Slide

Present Simple 
er is sprake van een vast schema
the bus leaves in 5 minutes
Hele WW OF
he/she/it + ww + s
To be going to 
plan voor in de toekomst zonder bewijs en intenties
I am going to clean my room today
am/is/are + going to + ww
Will
(won't)
beloftes / iets aanbieden/ voorspellingen zonder bewijs
I will not tell anyone
will (not) + ww
Shall
Om iets voor te stellen
Shall we meet at the train station?
shall + I/we + WW zonder to

Slide 20 - Slide

Future tenses:
Wanneer gebruik je 'will'?
A
Spontane beslissing, beloftes en voorspellingen.
B
Als iets volgens een rooster verloopt.
C
Als je iets van plan bent.
D
Toekomstvoorspelling zonder bewijs.

Slide 21 - Quiz

Future tenses:
Wanneer gebruik je 'to be going to'?
A
Als je van plan bent iets te doen.
B
Als iets volgens vaste tijden verloopt.
C
In een vraagzin vooraan.
D
Als je iets belooft.

Slide 22 - Quiz

Future tenses:
Wanneer gebruik je de present simple?

A
Als je van plan bent iets te doen.
B
Als je iets beloofd of voorspelt.
C
Als iets volgens een schema/rooster verloopt.

Slide 23 - Quiz

Future tenses
"Can you help me?"
Yes, I __________.
A
am going to
B
will
C
won't
D
will not

Slide 24 - Quiz

Future tenses:
The plane ......... at six o'clock this evening.
A
is leaving
B
leaves

Slide 25 - Quiz

Which sentence uses 'shall' correctly in the future?
A
Shall we goed for a walk in the evening?
B
Shall we go for a walk in the evening?
C
Shall we went for a walk in the evening?
D
We shall going for a walk in the evening.

Slide 26 - Quiz

FUTURE WILL/SHALL
FUTURE TO BE GOING TO
It will rain
It is going to rain
Will + hele werkwoord
to be + going to + hele werkwoord
Voorbedacht plan
Spontaan

Slide 27 - Drag question

FUTURE SIMPLE
FUTURE TO BE GOING TO
It will rain
It is going to rain
Will + hele werkwoord
to be + going to + hele werkwoord
Spontaan
Voorbedacht plan

Slide 28 - Drag question

Future: present simple
Future: will
Future: to be going to
Future: shall
Voorspelling met bewijs
Belofte
Plan zonder concrete afspraak 
Om iets voor te stellen
 
Roosters, vertrektijden OV, starttijd films 
Voorspelling zonder bewijs

Slide 29 - Drag question

Use of future tenses 
timer
1:00
Een belofte of toezegging 
Een voorspelling waar geen of weinig bewijs voor is. 
Een voorspelling waar bewijs voor is. 
Een plan waar nog niets voor geregeld is. 
Future met will 
Future met going to

Slide 30 - Drag question

Ik begrijp de future :
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll