3H - H7 §1 Klassemiddens en boxplot

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom!

Leg klaar:

Je laptop (dicht)

Ruitjesschrift

Etui

Rekenmachine

1.4 -> Kwartielafstand en spreidingsbreedte

1.5 -> Werken met diagrammen en boxplots

1.7 -> Redeneren met boxplots

                 

Je kan lineaire verbanden herkennen

1.4 -> Kwartielafstand en spreidingsbreedte

     Minimum: 

     Q₁:

     Mediaan:

     Q₃:

     Maximum:

Je kan lineaire verbanden herkennen

1.4 -> Kwartielafstand en spreidingsbreedte

     Minimum:                      2

     Q₁:                  5^e getal = 5

     Mediaan:    10^e getal = 11

     Q₃:                15^e getal = 14

     Maximum:                      16

Je kan lineaire verbanden herkennen

1.4 -> Kwartielafstand en spreidingsbreedte

Spreidingsbreedte = Maximum - minumum

Kwartielafstand        =  Q₃ - Q₁

Je kan lineaire verbanden herkennen

1.5 -> Werken met diagrammen en boxplots

Je kan lineaire verbanden herkennen

1.5 -> Werken met diagrammen en boxplots

20             24           26            29             32                12

Je kan lineaire verbanden herkennen

1.5 -> Werken met diagrammen en boxplots

     Minimum:  20

     Q₁:                gem. van 3^e en 4^e getal  =                   24

     Mediaan:    7^e getal = 26

     Q₃:                gem. van 10^e en 11^e getal =                    29

     Maximum:  32

​2​​24+24​​=

​2​​29+29​​=

Maken (voor werkcijfer)

1.4 -> Kwartielafstand en spreidingsbreedte

1.5 -> Werken met diagrammen en boxplots

1.7 -> Redeneren met boxplots

Je kan lineaire verbanden herkennen

1.8 -> Spreidingsdiagram

Je kan lineaire verbanden herkennen

1.8 -> Spreidingsdiagram

Je kan lineaire verbanden herkennen

1.8 -> Spreidingsdiagram

Samenhang - negatief of positief / zwak of sterk

Trendlijn - lijn waar de de meeste punten bij in de buurt liggen

Maken (voor werkcijfer)

1.4 -> Kwartielafstand en spreidingsbreedte

1.5 -> Werken met diagrammen en boxplots

1.7 -> Redeneren met boxplots

1.8 -> Spreidingsdiagram

Je kan lineaire verbanden herkennen

2.1 + 2.2 + 2.3 (+2.4) -> Verzameling en gebeurtenis

Experiment: 'je gooit met een dobbelsteen'

Alle mogelijke uitkomsten:        Ω =

Gebeurtenis: 'uitkomst is even'   G = 

Onmogelijke gebeurtenis: 

Je kan lineaire verbanden herkennen

2.1 + 2.2 + 2.3 (+2.4) -> Verzameling en gebeurtenis

Experiment: 'je gooit met een dobbelsteen'

Alle mogelijke uitkomsten:        Ω = {1, 2, 3, 4, 5, 6}

Gebeurtenis: 'uitkomst is even'   G = {2, 4, 6}

Onmogelijke gebeurtenis: 'uitkomst tussen 2 en 3'  

Je kan lineaire verbanden herkennen

2.1 + 2.2 + 2.3 (+2.4) -> Boomdiagram

Experiment: 'je gooit twee keer een munt op'

Alle mogelijke uitkomsten:              

Gebeurtenis: 'twee keer hetzelfde'   

Onmogelijke gebeurtenis:   

Je kan lineaire verbanden herkennen

2.1 + 2.2 + 2.3 (+2.4) -> Boomdiagram

Experiment: 'je gooit twee keer een munt op'

Alle mogelijke uitkomsten:              Ω = {KK, KM, MM, MK}

Gebeurtenis: 'twee keer hetzelfde'   G = {KK, MM}

Onmogelijke gebeurtenis: 'je gooit 3 keer munt'    

Je kan lineaire verbanden herkennen

2.1 + 2.2 + 2.3 (+2.4) -> Wegendiagram

Experiment: 

'je pakt uit elke beker 1 knikker 

en gooit daarna met een dobbelsteen'

   

Hoeveel mogelijke uitkomsten zijn er? - Wegendiagram

Je kan lineaire verbanden herkennen

2.1 + 2.2 + 2.3 (+2.4) -> Kansexperimenten

Experiment: 

'je pakt uit elke beker 1 knikker 

en gooit daarna met een dobbelsteen'

   

Je kan lineaire verbanden herkennen

1.9 -> Venndiagram

doorsnede

vereniging

complement

Je kan lineaire verbanden herkennen

1.9 -> Venndiagram

a) De groep leerlingen die geen fan zijn van voetbal

b) De groep leerlingen die zowel fan zijn van voetbal als basketbal

c) De groep die geen fan van beide is.

Maken (voor werkcijfer)

1.9 -> Venndiagram

2.1 -> Werken met kansexperimenten

2.2 -> Mogelijke uitkomsten bepalen

2.3 -> Mogelijke uitkomsten en de verzameling uitkomsten bepalen