Nieuw Nederlands cursus 1 §3 hoofdgedachte

1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welke vraag stel je om het onderwerp van een tekst te vinden?
A
Wie is de hoofdpersoon?
B
Waar gaat de tekst over?
C
Wanneer is de tekst afgelopen?
D
Wanneer is de tekst geschreven?

Slide 2 - Quiz

Hoofdgedachte
  • Het belangrijkste wat er over het onderwerp wordt gezegd is de hoofdgedachte.

  • De hoofdgedachte vind je meestal in de inleiding of aan het einde van de tekst

Slide 3 - Slide


Wat is de hoofdgedachte?
Wat is de hoofdgedachte?
A
Man vindt vogelspin in fruit,.
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.

Slide 4 - Quiz


Wat is de hoofdgedachte?
A
Twee scholen in de Randstad verbieden leerlingen examen te doen
B
Een school mag een leerling adviseren af te zien van examen
C
Vijf leerlingen meldden zich de afgelopen maand bij het LAKS
D
Om een hoog slagingspercentage te garanderen, weigeren scholen leerlingen met slechte cijfers examen te laten doen.

Slide 5 - Quiz

De hoofdgedachte...
A
staat altijd in de inleiding.
B
staat altijd in het slot.
C
moet je altijd zelf bedenken.
D
staat vaak in de inleiding of het slot.

Slide 6 - Quiz


Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Wat betekent het woord hoofdgedachte?
A
de belangrijkste zin van een alinea
B
het onderwerp van de tekst
C
een uitspraak waar je het wel of niet mee eens bent
D
het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd in één zin

Slide 7 - Quiz

De hoofdgedachte...
A
kan ook een vraag zijn
B
is altijd een vraag
C
is nooit een vraag

Slide 8 - Quiz

Wat is het onderwerp van een tekst?

Het onderwerp van een tekst...
A
... vertelt in één woord waar de tekst over gaat.
B
... vertelt wat het belangrijkste van de tekst is.
C
... vertelt wat iemand ergens van vindt.
D
... vertelt wat waar of niet waar is.

Slide 9 - Quiz

Wat is een deelonderwerp?
A
Een gedeelte van het onderwerp. Er worden verschillende dingen over een onderwerp verteld.
B
Als er 2 onderwerpen in een tekst zitten.
C
Als de tekst niet echt een onderwerp heeft.
D
Een ander woord voor onderwerp.

Slide 10 - Quiz