Hoofdstuk 7 grammatica HV1

Hoofdstuk 7 grammatica HV1
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 7 grammatica HV1

Slide 1 - Slide

Voorzetsels
Er zijn heel veel voorzetsels.

- voorzetsels van plaats
- voorzetsels van tijd
- voorzetsels van oorzaak/reden

Slide 2 - Slide

Het voorzetsel
 Voorzetsels zijn onder andere:






Welke voorzetsels zijn van plaats? En welke van tijd?


Slide 3 - Slide

Wat is hier het voorzetsel/voorzetsels?
'Jet rijdt met de fiets de stad door'

Slide 4 - Open question

Persoonlijke voornaamwoorden
Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden?
persoonlijke voornaamwoorden verwijzen naar:
- Personen
- Dieren
-  Dingen 

Slide 5 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord
Een persoonlijk voornaamwoord kan vervangen worden door een naam of namen.

Slide 6 - Slide

Zij kamt haar haar voor de spiegel.

Het persoonlijk voornaamwoord is / de persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
Zij
B
Zij, haar
C
Zij, haar, haar
D
haar

Slide 7 - Quiz

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is.

Slide 8 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord
Wat is een bezittelijk voornaamwoord?


mijn
onze/ons
jouw
jullie
zijn
hun
haar
uw
zijn

Slide 9 - Slide

Eerste, tweede, derde persoon

Slide 10 - Slide

Zelfstandig of bijvoeglijk

Slide 11 - Slide

Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan dat iets van iemand is. Welke van deze woorden is een bezittelijk voornaamwoord?
A
mij
B
mijn

Slide 12 - Quiz

Zij kamt haar haar voor de spiegel.

Het bezittelijk voornaamwoord is / de bezittelijke voornaamwoorden zijn...
A
zij
B
(1e) haar
C
zij, (1e) haar, (2e) haar
D
(2e) haar

Slide 13 - Quiz

zelfstandig- en hulpwerkwoord

Slide 14 - Slide

Wat is het zelfstandig werkwoord? Wat is het hulp werkwoord?
'Heeft de directeur jouw vraag nog beantwoord?'

Slide 15 - Open question