Burgerschap- Geld 1

Thema geld: Les 1

1 / 25

Slide 1: Slide

BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Lesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema geld: Les 1

Slide 1 - Slide

Waar denk je aan bij het woord
'geld'?

Slide 2 - Mind map

Stelling: Als ik geld krijg van mijn baantje/zakgeld is het meestal binnen een week op

Ja, eens

Nee, oneens

Soms, ligt eraan of ik iets wil kopen

Slide 3 - Poll

Ik geef mijn geld het vaakst uit aan...

Kleren

Eten

Iets duurs om voor te sparen

Leuke uitstapjes maken

Slide 4 - Quiz

Geld: wat kun je er mee?

-Veel dingen die je wilt hebben kosten geld

-Zelf keuzes maken

-Kleding kopen, uitgaan, dure games

-Waarde geld verschilt per persoon

-Nadenken over geld

-Meer inkomen dan uitgeven! (anders schulden)

Slide 5 - Slide

Ik vind veel geld hebben belangrijk

Ja, eens

Nee, oneens

Slide 6 - Poll

Waarom hebben we geld in de wereld?

Geld bestaat al heel lang
Dingen kunnen kopen
Geld als ruilmiddel
Ruilen = 2 dingen met elkaar omwisselen
Voorbeeld: een koe ruilen tegen een doos eieren
Later in de tijd: zilver & goud gebruiken
Munten: gaan nooit kapot & blijven goed!

Slide 7 - Slide

Wat kun je nog herinneren over geld wat we net hebben besproken?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Video

Wat is belangrijk uit vorig filmpje?

Slide 10 - Mind map

>Geld als een ruilmiddel gebruiken

Slide 11 - Slide

Waarom is geld uitgevonden?

Ruilhandel werkte niet altijd
Je hebt niet altijd iets nodig
Voorbeeld: als de bakker veel brood heeft, heeft hij niet altijd zelf ook een koe of eieren nodig!
Geld: zelf kiezen wanneer je iets nodig hebt!
Ruilen is moeilijk met verschillende waardes spullen

Slide 12 - Slide

Waarom is geld uitgevonden?

Slide 13 - Mind map

Het budgetplan

Verschillende inkomsten: loon of zakgeld
Voorbeelden uitgaven: telefoonabonnement, sportschool of de energierekening
Budgetplan: Overzicht van inkomsten & uitgaven
Weten hoeveel geld je over hebt in een maand
Kosten van de toekomst
Budget: grens voor hoeveel je kunt kopen!
Maandelijks, wekelijks of jaarlijks!

Slide 14 - Slide

Voorbeeld budgetplan

Slide 15 - Slide

Dit kun je zelf ook invullen!

Slide 16 - Slide

Wat zijn jouw belangrijkste inkomsten?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Video

Ik houd altijd geld over in de maand

Ja , eens

Nee, oneens

Slide 19 - Poll

Sparen: is dat belangrijk?

Slide 20 - Slide

Sparen

Sparen is heel belangrijk!
Sparen= geld apart zetten voor later
Een onverwachte uitgave kunnen betalen!
Onverwachte kosten: Voorbeeld= je laptop die kapot gaat
Iets duurs voor later kunnen betalen
Voorbeeld: sparen voor je zomervakantie vanaf Januari

Slide 21 - Slide

Heb jij wel eens gespaard voor een uitgave in de toekomst?

Ja, eens

Nee, oneens

Slide 22 - Poll

Slide 23 - Video

Sparen: je wilt later je huis kunnen kopen!

Slide 24 - Slide

Wat heb je geleerd met deze les?

Slide 25 - Mind map