1.2 De zon als motor: temperatuur

1.2 De zon als motor: temperatuur
1 / 15
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.2 De zon als motor: temperatuur

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Uitleg 1.2 De zon als motor: temperatuur
  • Oefenen met examenopdrachten
  • Werken
  • Uitleg §1.2 is zowel voor basis als kader

Slide 2 - Slide

Temperatuur
Temperatuur:
  • thermometer: hiermee meten ze de temperatuur van de lucht op 1,5 meter hoogte.
  • graden Celsius
  • schaduw
  • kaart: isothermen: lijntjes die de luchtdruk aangeven

Slide 3 - Slide

Invloed zon op aardoppervlak
De zon verwarmt onze aarde. Zonnestralen vallen op ons aardoppervlak en vervolgens geeft het aardoppervlak warmte aan de lucht. 

Hoogteligging & breedteligging zijn twee factoren die de temperatuur beïnvloeden:

Slide 4 - Slide

Hoogteligging 
Regel
Hoe hoger hoe kouder
Als je 1000 meter stijgt wordt het 6 graden Celsius kouder.

Uitleg
Pas wanneer zonnestralen op het aardoppervlak vallen geven ze hun warmte af. Het aardoppervlak wordt daardoor warm en geeft nu zelf warmte af. De dampkring wordt op die manier van onderaf verwarmd.

1. Hoogteligging

Slide 5 - Slide

2. Breedteligging
Ook de locatie waar je op de aarde bent, bepaalt de temperatuur. Zo heb je warmere temperaturen zodra je dichter bij de evenaar bent en koudere temperaturen als je verder van de evenaar af bent. Hoe komt dat?

Slide 6 - Slide

Geografische breedte = afstand van een plaats tot de evenaar
  • Lage breedte (dicht bij evenaar)
  • Hoge breedte (dicht bij polen)

Slide 7 - Slide

Breedteligging
Hoe hoger de breedte (dus hoe dichter bij de polen) hoe kouder.
Hoe lager de breedte (dus hoe dichter bij de evenaar) hoe warmer.

Loodrecht zonnestralen geven meer warmte dan schuine zonnestralen.
Op hoge breedte is de zoninvalshoek klein.
Op lage breedte is de zoninvalshoek groot.

Slide 8 - Slide

De aarde maakt twee bewegingen:
  • In 24 uur draait de aarde om zijn as:
    gevolg: dag en nacht 
  • In een jaar draait de aarde 
    één keer om de zon: 
    gevolg: seizoenen 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Nu doen:
  • KGT: Maak van §1.2 : 2, 3, 6 en 7
  • BB: Maak van §1.2: 2, 3, 4, 6, 7 en 8
  • Klaar? Dan mag je nakijken

Slide 15 - Slide