02. H8.2 Europa in de wereld (27-5-25)

H8 Het buitenland
BKGT: 8.2) Europa in de wereld
Ik heb klaar liggen: 
  • rekenmachine,
  • pen,
  • papier.
1 / 43
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H8 Het buitenland
BKGT: 8.2) Europa in de wereld
Ik heb klaar liggen: 
  • rekenmachine,
  • pen,
  • papier.

Slide 1 - Slide

Vandaag
Hoofdstuk 8 paragraaf B:2 / KGT: 2
Vragen beantwoorden
Huiswerk

Slide 2 - Slide

Rekentrainer
Controleren

Slide 3 - Slide

Volgorde hoofdstuk 8
B
KGT
§ 1
§ 1 
§ 2
§ 2
§ 3
§ 4
§ 4
§ 3+5
§ 5
§ 6
26-5
27-5
2-6
3-6
16-6
17-6
Maandag 24 juni
Toets hoofdstuk 8

Slide 4 - Slide

Doel §2
B) Ik kan uitleggen wat de rol van de Europese Unie is in de internationale handel.

KGT)  Ik kan uitleggen welke
invloed de Europese Unie heeft
op de Nederlandse handel en
de wereldhandel.

Slide 5 - Slide

Kijk naar de afbeelding. Is er sprake van import of export?
A
Export
B
Import

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

Internationale handel
  • Internationale handel is de
      handel tussen landen.

Slide 8 - Slide

Globalisering
Globalisering:
toename van wereldwijde contacten en wereldwijde handel

Multinationals:
Bedrijven die in verschillende landen over heel de wereld actief zijn (Mac Donalds, IKEA, Shell) 


Slide 9 - Slide

Er zijn verschillende redenen waarom wij als Nederland importen. Wat is hiervan GEEN reden
A
ons klimaat is niet geschikt om alles te verbouwen.
B
Buitenlandse producten kunnen goedkoper zijn.
C
Nederlandse consumenten willen een ruimere keuze aan producten.
D
Nederland is verplicht door de EU om producten te importeren

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Vrijhandel
De belangrijkste afspraak binnen de EU is vrijhandel.

Vrijhandel = dat een land kan importeren en exporteren zonder belemmeringen.

In Europa is er sprake van:
  • Vrij verkeer van goederen en diensten 
  • Vrij verkeer van personen
  • Vrij verkeer van kapitaal

Bedrijven kunnen zonder belemmeringen handelen met andere landen uit de EU. 

Slide 12 - Slide

Vrij verkeer van goederen en diensten
Je mag vrij goederen en diensten importeren en exporteren binnen EU-landen.
Je hoeft bijvoorbeeld geen belasting (invoerrechten) te betalen. 

Slide 13 - Slide

Vrij verkeer van personen

Inwoners van een EU-land mogen in een ander EU land werken en wonen.

Slide 14 - Slide

Vrij verkeer van kapitaal
Je kunt je geld op een spaarrekening bij bank in een ander EU-land zetten. En je mag je geld investeren of beleggen in andere EU-landen.

Slide 15 - Slide

Wat zijn de gevolgen voor Nederland van vrij verkeer van goederen en diensten?
A
Meer export en import
B
Stijging van de productie
C
Stijging van de werkgelegenheid
D
A, B en C bij elkaar

Slide 16 - Quiz

Vrij verkeer van goederen en diensten

Vrij verkeer van kapitaal
Vrij verkeer van personen
Ik ga aan de slag als leraar in Duitsland zonder belemmering.
Ik koop autobanden in Duitsland zonder belemmering.
Ik open een rekening in Duitsland zonder belemmering

Slide 17 - Drag question

Invoerrechten
  • Invoerrechten zijn een  belasting op   importproducten van
      buiten de EU.

Slide 18 - Slide

Gevolgen van invoerrechten:
  •  import daalt
  • binnenlandse productie stijgt (waarom?)
  •  binnenlandse werkgelegenheid stijgt (waarom?)
  • de consumenten betalen een hogere prijs voor geïmporteerde producten

Slide 19 - Slide

De EU en protectionisme
Zullen EU landen verschillende invoerrechten tarieven hebben?

gemeenschappelijke buitentarieven

Slide 20 - Slide

Gevolgen van vrij verkeer van goederen en diensten
  • Meer concurrentie tussen Europese bedrijven
  • Internationale handel toegenomen tussen landen uit de Europese Unie.

Als Nederland in de toekomst betere en goedkopere kaas maakt.
Exporteren ze dan meer of minder in de toekomst?

Slide 21 - Slide

Protectie
  • Protectie zijn maatregelen van de overheid om import van bepaalde producten tegen te werken!

  • Waarom?
  • Om productie en
      werkgelegenheid in Nederland te
      beschermen tegen concurrentie
      van buitenaf.



Slide 22 - Slide

Protectiemaatregelen
Bedrijven binnen een land moeten concurreren met bedrijven over de hele wereld als gevolg van globalisering. 
Een land kan zijn eigen bedrijven beschermen: protectiemaatregelen

Importheffingen: belasting op producten die worden ingevoerd
Contingentering: importquota, maximum aan import
Invoerverbod: bepaalde producten mogen niet meer ingevoerd worden
Exportsubsidie: subsidie aan bedrijven die exporteren

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Protectiemaatregelen

Slide 25 - Slide

Is er binnen de Europese Unie sprake van protectie of vrijhandel?
A
Protectie
B
Vrijhandel

Slide 26 - Quiz

Bud bier kost €15 per krat in Nederland. Nederland voert invoerrechten in op Bud bier van €2 per krat. Hoeveel Kost Bud bier nu per krat in Nederland?
A
€15
B
€17
C
€13
D
€30

Slide 27 - Quiz

Heineken (Nederlands bier) kost €16 per krat. Gaan mensen meer of minder Heineken kopen na de invoerrechten van Bud bier?
A
Meer
B
Minder

Slide 28 - Quiz

3

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

01:00
Is er binnen de Europese Unie sprake van protectie of vrijhandel?
A
Protectie
B
Vrijhandel

Slide 31 - Quiz

03:01
Heineken (Nederlands bier) kost €16 per krat. Gaan mensen meer of minder Heineken kopen na de invoerrechten van Bud bier?
A
Meer
B
Minder

Slide 32 - Quiz

03:01
Bud bier kost €15 per krat in Nederland. Nederland voert invoerrechten in op Bud bier van €2 per krat. Hoeveel Kost Bud bier nu per krat in Nederland?
A
€15
B
€17
C
€13
D
€30

Slide 33 - Quiz

Rekenvaardigheden
Ik let er op dat ik:
  • Een berekening geef
  • De eenheid erbij zet: €
  • Een komma zet ipv een punt
  • 2 cijfers achter de komma zet
Rekentrainer B2+3/T2+4+6:  
Je kan rekenen met procenten, promilles en percentages.

Slide 34 - Slide

Invoerrechten
  • Invoerrechten zijn een  belasting op   importproducten van
      buiten de EU.

Slide 35 - Slide

Rekenvoorbeeld
De inkoopprijs is € 30. De verzendkosten zijn € 5.
De invoerrechten zijn 10%. Hoeveel kosten de invoerrechten?

Invoerrechten: 10% van (30+5)= € 3,50

Slide 36 - Slide

Rekenvoorbeeld
De inkoopprijs is € 30. De verzendkosten zijn € 5.
De invoerrechten zijn 10%. Hoeveel kosten de invoerrechten?

Invoerrechten: 10% van (30+5)= € 3,50

Slide 37 - Slide

Rekenvoorbeeld
Inkoopprijs 220 euro, verzendkosten 10 euro
Invoerrechten 5%, btw 21%
Bereken de prijs.

Invoerrechten: 5% van (220+10)= € 11,50
BTW: 21% van (220+10+11,50)= € 50,72
Prijs: 220 +10+11,50+50,72= € 292,22

Slide 38 - Slide


Antwoord lesdoel(en)

Slide 39 - Open question



B
Leren en maken:
Hoofdstuk 8 paragraaf 2




KT
Leren en maken:
Hoofdstuk 8 paragraaf 2



Huiswerk

Slide 40 - Slide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Video

  • Vrijhandel betekent de
      invoer en uitvoer zonder
      belemmering door
      protectie.
Vrijhandel

Slide 43 - Slide