Kapitel 3 Lektion 6B

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Hallo Leute!

• Setzt euch bitte (ga zitten)
• Handy zu Hause oder im Schließfach
• Schulsachen auf dem Tisch (Buch, Heft, Laptop)
• Laptop geschlossen
• Rucksack auf dem Boden

Was machen wir heute?

- Hausaufgaben 10

- Aufgabe naamvallen (H2c) 15

- Höraufgabe (A2c) 15

- (Haus)aufgaben machen 15

- Evaluieren + Vorausblick 5

Wie wil nog extra uitleg naamvallen?

Kapitel 3 : Wien

Wien, essen & trinken, Einkäufe machen

Am Ende dieser Stunde:

- kan ik de juiste naamval in een invuloefening gebruiken (H2c)

- kan ik een luisterfragment over eten en drinken begrijpen (A2c)

- kan ik teksten over eten en drinken begrijpen

Hausaufgaben

Höraufgabe 7 S. 129 (A2c)

Was?	Opdracht naamvallen H2c
Wie?	alleine / zu Zweit
Wie lange?	10 Min
Hilfe (hulp)?	stappenplan + tabellen naamvallen (boek of stencil)
Fertig (klaar)?	verder met Aufgabe 5 Lektion 6
Und dann?	Wir besprechen die Antworten zusammen	Wieviele Fehler hast du gemacht?

Selbstständig an die Arbeit!

Was?	L6 Aufgabe 5 L5 Aufgabe 14	S. 137/138 S. 134
Wie?	im Buch / online alleine / zu Zweit
Wie lange?	20 Min
Hilfe (hulp)?	Lernbox Lektion 6	S. 141
Fertig (klaar)?	https://lingua.com/nl/duits/lezen/restaurant/ https://lingua.com/nl/duits/lezen/supermarkt/
Und dann?	Wir besprechen die Antworten

Selbstständig an die Arbeit!

Hoe gaan de naamvallen?

Wat vind je nog lastig?

Waar wil je nog extra mee oefenen voor de toets?

Woordbingo/zinnen schrijven? Oefentoets?

Nächste Stunde

Wiederholung + zinnen

Klassenarbeit Kapitel 3: Donnerstag, den 12. Juni

Müll bitte ins Mülleimer werfen

Warten bis es klingelt

Stuhl unter den Tisch 

Danke schön !

Sätze schreiben

1. Ik moet groenten eten (essen)
2. Hij ontbijt met (mit) brood en koffie.
3. Kun jij sinaasappelsap kopen? (kaufen)
4. Wij willen thee met (mit) honing drinken (trinken)
5. Hebben jullie pasta gekookt? (kochen)
6. De broodjes zijn lekker (lecker)
7. Zij wil een lepel en een vork.

Let op hoofdletters, werkwoorden én naamvallen!

Sätze schreiben - die Antworten

1. Ich muss Gemüse essen.
2. Er frühstückt mit Brot und Kaffee.
3. Kannst du Orangensaft kaufen?
4. Wir wollen Tee mit Honig trinken.
5. Habt ihr Nudeln gekocht?
6. Die Brötchen sind lecker.
7. Sie will einen Löffel und eine Gabel.

Let op hoofdletters, werkwoorden én naamvallen!

Wählen

- naamvallen in groepje(s)

- naamvallen zelf oefenen (Magister vandaag)

- zelf (woordjes) leren

- zelf werkwoorden oefenen (Verbuga)

......................................................................................

Hoe gingen de zinnen? 

Waar moet je nog op letten?

Waar ga je nog aandacht aan besteden voor de toets?