H3 Kapitel 5 Stunde 6 classroom

Stunde 6
Kapitel 5: Zukunft
1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Stunde 6
Kapitel 5: Zukunft

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lernziele (leerdoelen)
Je kunt de sterke werkwoorden met a en e in de stam in de tegenwoordige tijd gebruiken.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Jetzt....... Grammatik A
Betreft: Sterke werkwoorden met a in de stam (in de tegenwoordige tijd) 
fahren - fuhr - gefahren (rijden - reed - gereden)
voldoet aan twee kenmerken van een sterk werkwoord:
1. klankverandering in de verleden tijd
2. voltooid deelwoord op - en

Regel: a -> ä 
            bij du + er/sie/es/man

Voorbeeld: ich fahre
                     du fährst, er fährt
in NL zwak = meestal in DU ook zwak
Dit noemen we a-Umlaut

Slide 3 - Slide

13.15 mee stoppen!

Jetzt....... Grammatik A
lernen
= leren = zwak
fahren
= rijden = sterk
ich
lerne
ich
fahre
du
lernst
du 
fährst
er/sie/es/man
lernt
er/sie/es/man
fährt
wir
lernen
wir
fahren
ihr
lernt
ihr
fahrt
sie/Sie
lernen
sie/Sie 
fahren

Slide 4 - Slide

13.15 mee stoppen!

Jetzt....... Grammatik A
schlafen
slapen = sterk
ich
schlafe
du
schläfst
er/sie/es/man
schläft
wir
schlafen
ihr
schlaft
sie/Sie
schlafen
slapen - sliep - geslapen
schlafen - schlief - geschlafen
= sterk werkwoord
Opdracht: 
Bedenk en schrijf in je schrift: 
de juiste vormen van  
tragen + laufen (het rijtje)

Slide 5 - Slide

13.15 mee stoppen!

Jetzt....... Grammatik A
tragen
dragen
laufen
ich
trage
laufe
du
trägst
läufst
er/sie/es/man
trägt
läuft
wir
tragen
laufen
ihr
tragt
lauft
sie/Sie
tragen
laufen
dragen droeg gedragen
tragen trug getragen
= sterk
lopen liep gelopen
laufen lief gelaufen

Slide 6 - Slide

13.15 mee stoppen!

Jetzt....... Grammatik A
halten
stoppen
ich
halte
du
hältst (dus niet: hältest)
er/sie/es/man
hält (dus niet: hältet)
wir
halten
ihr
haltet
sie/Sie
halten
Uitzondering: 
bij sterke werkwoorden komt er geen extra e bij
du + er/sie/es

(uitzondering staat niet in het boek beschreven)

Slide 7 - Slide

13.15 mee stoppen!

Jetzt....... Grammatik B
Betreft: Sterke werkwoorden met e in de stam (in de tegenwoordige tijd) 
sprechen - sprach - gesprochen (spreken - sprakt - gesproken)
voldoet aan twee kenmerken van een sterk werkwoord:
1. klankverandering in de verleden tijd
2. voltooid deelwoord op - en

Regel: korte e -> i
            lange e -> ie
            bij du + er/sie/es/manhttps://lessonup.webinargeek.com/watch/BlaIDUrwH1ytShxb6tlppAJRppSwuPG84Pxj5d_Li5Q/

Voorbeeld: ich spreche, du sprichst, er spricht  / ich sehe, du siehst, er sieht
Dit noemen we de e/i-wechsel

Slide 8 - Slide

13.15 mee stoppen!

Jetzt....... Grammatik B
eten
= essen
lezen 
= lesen
ich
esse
ich
lese
du
isst
du 
liest
er/sie/es/man
isst
er/sie/es/man
liest
wir
essen
wir
lesen
ihr
esst
ihr
lest
sie/Sie
essen
sie/Sie 
lesen

Slide 9 - Slide

13.15 mee stoppen!

Jetzt....... Grammatik B
Uitzondering: 
geben: heeft een lange e maar krijgt toch een korte i:
ich gebe
du gibst
er/sie/es/man gibt

nehmen: heeft een afwijkende vorm
ich nehme
du nimmst
er/sie/es/man nimmt

maken: 20+21, 24+26
blz 67 en verder

Slide 10 - Slide

13.15 mee stoppen!