trema, koppelteken, apostrof en accenten

1 / 41
next
Slide 1: Slide
nederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat hebben deze woorden gemeen?

Slide 2 - Slide

vakantie-eiland, milieu-incident, geëvacueerd, hygiënische, olie-industrie?

Slide 3 - Open question

Wat gebeurt er met deze woorden als je de woordtekens weglaat?

Slide 4 - Open question

Waarom staat er geen woordteken bij radioactief of milieuadvies?

Slide 5 - Open question

Is dit een samenstelling of afleiding?
vakantie-eiland
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 6 - Quiz

Samenstelling of afleiding?
geëvacueerd
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 7 - Quiz

Samenstelling of afleiding?
industriëlen
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 8 - Quiz

Welk woordteken gebruik je in een samenstelling als de klinkers botsen?
A
trema
B
koppelteken

Slide 9 - Quiz

Welk woordteken gebruik je in een afleiding als de klinkers botsen?
A
trema
B
koppelteken

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video

HULP- OF WOORDTEKENS
TREMA
¨

Slide 12 - Slide

Wanneer schrijven we een trema?
principiële - beogen - beïnvloeden - miauwen
A
bij klinkerbotsing
B
wanneer er een verkeerde uitspraak kan zijn

Slide 13 - Quiz

een trema bij samengestelde getallen (twee en drie)
tweeëndertig 
tweeënveertig
drieënvijfitg

Slide 14 - Slide

Welke spelling is correct?
geen trema bij i+ig of i+ing
A
draaiïng
B
draaiing
C
draaing
D
draaïing

Slide 15 - Quiz

geen trema bij vreemde uitgangen
museum
poreus
opticien
lesbienne
...

Slide 16 - Slide

Welke spelling is correct? (2)
geen trema bij i+ee wel bij hun afleiding
 - achtig bij leesverwarring
A
financieel
B
financiele
C
zebra-achtig
D
zebraächtig

Slide 17 - Quiz

Welke spelling is correct?
Klemtoon op laatste ie:  + ën
A
knieen
B
knien
C
knieën
D
kniën

Slide 18 - Quiz

Welke spelling is correct?
klemtoon niet op laatste ie: +¨n
A
porien
B
poriën
C
porieën
D
porieen

Slide 19 - Quiz

HULP- OF WOORDTEKENS
KOPPELTEKEN
-

Slide 20 - Slide

Wanneer schrijven we een koppelteken bij samenstellingen?
auto-ongeval, ski-instructeur
A
bij klinkerbotsing
B
als er een verkeerde uitspraak kan zijn

Slide 21 - Quiz

Waarom gebruik je hier een koppelteken?
voor - en nadelen
A
om aan te geven dat het een samenstelling is
B
om herhaling van woorddelen te vermijden
C
om aan te geven dat het een opsomming is

Slide 22 - Quiz

Er komt een koppelteken in samenstellingen met cijfers, letters, symbolen of afkortingen.
22 - jarige
A-attest
gsm-netwerk

Slide 23 - Slide

Welke spelling is correct?
pro, anti, semi, pseudo, privé en vice
= meestal geen koppelteken
A
probiotica
B
antibiotica
C
semiautomatisch
D
pseudoklassiek

Slide 24 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
koppelteken bij interpretatieproblemen
A
kwarts-lagen
B
kwart-slagen
C
kwartslagen

Slide 25 - Quiz

kopppelteken bij stapelsamenstellingen, maar niet bij samenstellingen van drie of meer delen
doe-het-zelfzaak
kat-enmuisspel
warmwaterbron
harddrugsverslaafde

Slide 26 - Slide

HULP- OF WOORDTEKENS
APOSTROF

Slide 27 - Slide

Wat is de juist schrijfwijze?
A
M'n boek is verdwenen.
B
Men boek is verdwenen.

Slide 28 - Quiz

Welke spelling is correct?
apostrof bij meervoud op 's
als woord eindigt op a, o, i, u, y
Ook voor de bezitsvorm
A
taxis
B
taxi's

Slide 29 - Quiz

Geen gevaar voor verkeerde uitspraak? Geen apostrof
cafés 
dominees
lelies
Nellies kamer
Hannes tablet

Slide 30 - Slide

Welke spelling is correct?
de fiets van Louis
bezitsvorm die eindigt op sisklank krijgt apostrof
(s, z, x)
A
Louis' fiets
B
Louis's fiets
C
Louis fiets
D
Louiss fiets

Slide 31 - Quiz

Een apotstrof bij afleidingen van cijfers, letters en letterwoorden
CEO's
VTM'er
gsm's
A4'tje
...

Slide 32 - Slide

HULP- OF WOORDTEKENS
ACCENTTEKENS
´ `

Slide 33 - Slide

Je kan een bepaalde lettergreep een klemtoon geven
één keer
zó moeilijk huiswerk
vóór twaalf uur
...

Slide 34 - Slide

Woorden van Franse afkomst
Enkel een accentteken op de 'e' als het nodig is om de uitspraak aan te geven. 
NOOIT op 'a', 'u' of 'o'!

! uitzondering 1 à 2 keer

Slide 35 - Slide

Welke spelling is correct?
A
enquete
B
defilé
C
étage
D
ragoût

Slide 36 - Quiz

Accenten blijven als het woord/uitdrukking als zuiver Frans wordt aangezien.
maître d'hôtel
au sérieux
tête-à-tête
déjà vu

Slide 37 - Slide

Welk woord is correct gespeld?
A
baby - olifant
B
babyolifant
C
tweeënvijftig
D
tweënvijftig

Slide 38 - Quiz

Welk woord is correct gespeld?
A
warm - waterbronnen
B
warmwaterbronnen
C
zon en feestdagen
D
zon - en feestdagen

Slide 39 - Quiz

Welk woord is correct gespeld?
A
ruïnes
B
ruiines
C
zeeëgels
D
zee - egels

Slide 40 - Quiz

Welk woord is correct gespeld?
A
exlief
B
ex - lief
C
bacterieën
D
bacteriën

Slide 41 - Quiz