2 basis 4.7 splitsbare werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

2 Basis splitsbare werkwoorden

Grammatica

Maurice @ PIBLW

Lesdoelen

Ik herken splitsbare werkwoorden

Ik herken voorzetsels

Ik kan splitsbare werkwoorden gebruiken

Ik oefen in met splitsbare werkwoorden

Ik let goed op

Splitsbare werkwoorden zijn werkwoorden die uit twee delen kunnen bestaan.

Je benoemt de beide delen als werkwoord (ww).

voorbeelden

• opeten
  
• Ik eet die taart wel op.
  
• nakijken
  
• Mijn docent kijkt de toetsen altijd snel na.
  
• uitnodigen
  
• Wij nodigen jou uit.

MAAR

Soms zie je niet meteen of een woord een voorzetsel is, of deel van een splitsbaar werkwoord is. 

Kijk daarom eerst goed wat het hele werkwoord is.

waar is de muis?

De muis gaat in de doos

Kijk waar 'op' staat

Ik zit op de bank

hele werkwoord = zitten 

op = voorzetsel

Let je goed op?

hele werkwoord = opletten 

op = deel van een splitsbaar werkwoord

Is het volgende werkwoord splitsbaar?
Uitleggen

1. Ja
2. Nee

Ik lig op de bank
Wat is 'op'?

1. onderdeel van het splitsbaar werkwoord opliggen
2. een los voorzetsel

'uitleggen' (= to explain)
Geef een voorbeeld zin.

Welk werkwoord kan je opsplitsen?

1. Verblijven
2. Nakijken
3. Voetballen
4. Tekenen

'nakijken' (= to check)
Geef een voorbeeld zin.

Zij staat aan de rand van het meer.
Is 'aan' een splitsbaar werkwoord
(ww) of een voorzetsel (vz)?

1. splitsbaar werkwoord (ww)
2. voorzetsel (vz)

Zij trekt een leuk jurkje aan.
Is 'aan' een splitsbaar werkwoord (ww)
of een voorzetsel (vz)?

1. splitsbaar werkwoord (ww)
2. voorzetsel (vz)

Welk woord is géén splitsbaar werkwoord?

1. opsluiten
2. voortrekken
3. nadenken
4. allemaal splitsbaar

noem een splitsbaar werkwoord

Een voorbeeld van een splitsbaar werkwoord is

1. opmaken
2. maken
3. openen
4. opperen

Lesdoelen

Ik herken splitsbare werkwoorden of

Ik herken een voorzetsel

Ik kan splitsbare werkwoorden gebruiken

Ik oefen in de les