Examentraining T4

Examentraining T4
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Examentraining T4

Slide 1 - Slide

wat gaan we doen?
  • algemene afspraken doornemen
  • filmpjes examenvoorbereiding bekijken
  • belangrijke onderwerpen doornemen (interactief)

Slide 2 - Slide

meenemen

  • potlood 
  • pen
  • rekenmachine
  • geodriehoek 
  • passer 
  • gum
eventueel meenemen

  • puntenslijper 
  • markeer stiften
  • liniaal
  • kleurpotloden

Slide 3 - Slide

Teken.....

  • altijd met potlood
  • een rechte lijn langs een liniaal
  • een cirkel en een zzz driehoek met passer
  • bij een parabool, een kwadratisch verband en een wortel verband eerst punten in het assenstelsel, daarna een vloeiende lijn
Let op....

  • bij assenstelsels, schrijf bij de assen waar het over gaat en zorg voor gelijke stapgrootte op een as. 
  • bij grafieken, schrijf er bij waar de grafiek over gaat

Slide 4 - Slide

Berekeningen:

  • schrijf overal je berekening bij op, behalve bij grafieken en meer- keuze vragen. 
  • let op op hoeveel decimalen je moet afronden
  • tussendoor niet afronden, schrijf een tussen-uitkomst met puntjes (3,24...) en laat het getal op je rekenmachine staan
Let op....

  • bij inklemmen altijd 1 getal boven en 1 getal onder de juiste uitkomst 
  • bij de balansmethode, eerst letters naar links, dan getallen naar rechts en als laatst delen door het getal voor de letter
  • schrijf de sinus, cosinus en tangens van een hoek altijd met 3 getallen achter de komma

Slide 5 - Slide

Antwoord:
  • geef altijd antwoord op de vraag (lees de vraag nog even goed door)
  • let op de afronding (cijfers achter de komma)
  • let op eenheden (bv. km cm gram km/u)

Slide 6 - Slide

Tot slot
  • check of je rekenmachine op 'd' of 'deg' staat
  • lees de vraag goed door
  • als je een vraag niet snapt, sla hem over. Maak eerst de vragen die je wel snapt 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Bereken de oppervlakte van PQRS.
A
24
B
24 cm
C
20 cm²
D
24 cm²

Slide 9 - Quiz

Scholen in Kenia hebben vaak geen waterleiding, daarom vangen ze het
regenwater op in een watertank.
Op de foto zie je een watertank bij een school in Kenia. Het water
loopt vanaf het dak van de school via een regenpijp in de watertank.
De oppervlakte van het platte dak waar het regenwater op valt, heeft de
vorm van een rechthoek. De maten van de rechthoek zijn 4,5 m bij 14 m.
Per jaar valt er in dit gebied gemiddeld 839 mm regen.
Hoeveel regen valt er gemiddeld per week?
A
te veel tekst, overslaan
B
63 m
C
839 mm
D
16 mm

Slide 10 - Quiz


Slide 11 - Open question

Driehoek ABS is een gelijkbenige driehoek. Punt F is het midden van AS.
CD en FG staan loodrecht op AS.

Slide 12 - Slide

Laat met een berekening zien dat hoek S in driehoek ABS afgerond 35° is.

Slide 13 - Open question

Bereken, zonder te meten, de lengte van FG. Schrijf je berekening op en
geef je antwoord in hele centimeters.

Slide 14 - Open question

Babyflesje
Twee maanden geleden is het zusje van Pieter geboren. Om voor haar
een flesje babymelk te maken, wordt eerst water gekookt. Pieter heeft
onderzocht hoe lang het duurt voordat het water voldoende is afgekoeld.
De temperatuur van het water kan worden berekend met de formule

Hierin is Temperatuur in °C en tijd in minuten

Slide 15 - Slide


Bereken in één decimaal nauwkeurig hoeveel minuten het duurt totdat
het water in het flesje voldoende is afgekoeld. Schrijf je berekening op.De temperatuur van het water in het flesje moet lager zijn dan 36 °C
voordat de melkpoeder erbij mag. Pieter wil weten hoelang dit duurt.

Slide 16 - Open question

Bereken hoeveel procent van de Van de 29
Bereken hoeveel procent van de eendjes in zuidelijke richting dreef. Schrijf
je berekening op.
1 000 eendjes dreven er 19 000 in zuidelijke richting

Slide 17 - Open question

Een aantal eendjes spoelde na 15 jaar aan op Britse stranden. Deze eendjes
hadden in die 15 jaar 17 000 zeemijlen afgelegd. 1 zeemijl is 1,852 km.
 Bereken de gemiddelde snelheid van die eendjes in km/uur.
Schrijf je berekening op en rond het antwoord af op één decimaal. Je hoeft
geen rekening te houden met schrikkeljaren.

Slide 18 - Open question

samenvatting
Wat neem je mee naar je eindexamen?
Waar moet je op letten?

Slide 19 - Slide