Woordenschat 4

Nakijken 
opdracht 3, 4 en 5 op blz. 123 t/m 125
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nakijken 
opdracht 3, 4 en 5 op blz. 123 t/m 125

Slide 1 - Slide

Wat is zoekend lezen

Slide 2 - Mind map

maak een foto van opdracht 3 op blz. 123

Slide 3 - Open question

START


- weet je nog dat een tegenstelling het omgekeerde is van iets?

- weet je nog dat signaalwoorden aan kunnen geven dat er een tegenstelling in de tekst staat?


woordenschat

Slide 4 - Slide

WOORDENSCHAT

een tegenstelling zoeken



Een tegenstelling is het omgekeerde van iets. 

Zo is lekker een tegenstelling van vies. 

Andere tegenstellingen zijn: 
licht – donker, vroeg – laat, hoog – laag.

Slide 5 - Slide

WOORDENSCHAT

een tegenstelling zoeken



In teksten kun je een tegenstelling herkennen door 
op signaalwoorden te letten, zoals
maar, toch, hoewel, echter.

Bijvoorbeeld:
- Zijn antwoord is niet dom, maar juist slim.
- Hoewel de man moedig leek, was hij laf.

Slide 6 - Slide

Opdracht: los de puzzel op.

Slide 7 - Slide

1. wat is de tegenstelling van verlies?

Slide 8 - Open question

2. wat is de tegenstelling van stilte?

Slide 9 - Open question

3. wat is de tegenstelling van ouderwets?

Slide 10 - Open question

4. wat is de tegenstelling van rijkdom?

Slide 11 - Open question

5. wat is de tegenstelling van orde?

Slide 12 - Open question

6. wat is de tegenstelling van tekort?

Slide 13 - Open question

7. wat is de tegenstelling van schoon?

Slide 14 - Open question

8. wat is de tegenstelling van omhoog?

Slide 15 - Open question

Welk woord lees je in de blauwe vakjes?

Slide 16 - Open question

Wat is een tegenstelling van windstil?
- - - - - - - - - - -

Slide 17 - Open question

Maken 
- woordenschat opdracht 1 t/m 6 op blz. 134 t/m 136

Slide 18 - Slide