1E grammar

Grammar

Lesdoel

Ik weet wat hoeveelheden zijn in het Engels.

What do you remember about...

Voorzetsels (Prepositions)

Prepositions

By/At

Next to

Behind

In front of

Opposite

On

In

Above

Under

Between

What do you remember about...

Bijvoegelijk Naamwoord (Adjectives)

Adjectives

Small

Big

Beautiful

Old

Angry

Late

Slow

In this lesson.

Vragen naar hoeveelheid

Klassikale opdracht

Zelfstandige opdracht

Vragen naar hoeveelheid

How much

Many

Lots of/A lot

A little bit

Plenty of

Enough of

Vragen naar hoeveelheid

affirmative sentence (bevestigende zin) = some 

example: I've got some great videos.

denying sentence (ontkennende zin) = not...any

example: We do not have any equipment.

 interrogative sentence (vragende zin) = any

example: Are you going to edit any films?

Vragen naar hoeveelheid

Waar gebruik je dat voor?

- Aangeven hoeveel.

- Tellen of meten

- Geen, enige, enkele of een paar.

That is ..... food.

1. A lot of
2. Tasty
3. Nasty

I have ........ of time.

1. Any
2. A little bit
3. A little

Do you have ..... books?

1. Any
2. Blue
3. No

Is there ..... difference in the two objects?

1. Any
2. No
3. Enough of

Do you have ...... gum?

Do you not have ..... games?

Zelfstandige opdracht

Maak 5 zinnen met een of meer hoeveelheden.

Gebruik een pen en papier.

5 minuten.

Klaar?

Maak nog 5 zinnen met hoeveelheden, voorzetsels (prepositions) en adjectives.

Gebruik een pen en papier.

Lesdoelen behaald?

Ik weet nu wat hoeveelheden zijn in het Engels.