N2A 9 april

Welkom!
1
2
Je boek

Groter scherm, je
 telefoon en laders
leerlingaccount
@noorderlicht.nl
klascode  
oofie
1 / 45
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!
1
2
Je boek

Groter scherm, je
 telefoon en laders
leerlingaccount
@noorderlicht.nl
klascode  
oofie

Slide 1 - Slide

lessonup.app

inloggen met  leerlingaccount @noorderlicht.nl
Surf    naar

Slide 2 - Slide

Lesplan

Verder met H4  Lezen

-hoofdgedachte 
-kernzin 
-hoofdzaak   /   bijzaken






Slide 3 - Slide


Einde les
Weet je 
hoofdgedachte= centraal onderwerp
kernzin= belangrijkste zin alinea

Kun je
hoofdzaak en bijzaken  aangeven
per alinea een kernzin kiezen
een opsomming kernzinnen maken








Slide 4 - Slide

Elke tekst heeft een hoofdgedachte.
Hoofdgedachte betekent   ......................................


Een tekst bestaat uit alinea's.
In elke alinea staat een kernzin.  De kernzin is de belangrijkste zin; hij zegt waar de alinea over gaat. De kernzin vertelt de hoofdzaak 

Slide 5 - Slide

Elke tekst heeft een hoofdgedachte.
Hoofdgedachte betekent   ......................................


Een tekst bestaat uit alinea's.
In elke alinea staat een kernzin.  De kernzin is de belangrijkste zin; hij zegt waar de alinea over gaat. De kernzin vertelt de hoofdzaak 

Slide 6 - Slide

Hoofdgedachte hoort bij Gehele Tekst
Hoofdzaak           hoort bij alinea's
De hoofdzaak  staat in de kernzin.
De kernzin is de eerste of laatste zin van de alinea.

In het midden van de alinea staan bijzaken. 

Slide 7 - Slide

Hoofdgedachte  gaat over de tekst als geheel
Hoofdzaak            hoort bij een alinea
De hoofdzaak staat in de kernzin: de 1e of laatste zin van de alinea.

Naast hoofdzaak heeft een alinea BIJZAKEN
Bijvoorbeeld uitleg zinnen  of voorbeelden. 
Bijzaken staan in het midden van de alinea.

Slide 8 - Slide



Waarop slaat 'hoofdgedachte' ?
A
op een alinea
B
centraal onderwerp van de tekst

Slide 9 - Quiz



Waar vind je 'de hoofdzaak' ?
A
in titel en ondertitel
B
eerste of laatste zin van de alinea

Slide 10 - Quiz



Waar staan bijzaken?
A
middenin de alinea
B
1e of laatste zin alinea

Slide 11 - Quiz



Waar staat 'de hoofdgedachte'?
A
titel en ondertitel
B
overal in de tekst

Slide 12 - Quiz



Hoe herken je zinnen met 'bijzaken'?
A
uitleg-zinnen en voorbeelden, middenin de alinea
B
eerste of laatste zin alinea, kernzin

Slide 13 - Quiz



De 'kernzin' vertelt de hoofdzaak van de alinea,
waar staat de kernzin?
A
middenin de alinea
B
de kernzin is de 1e of laatste zin van de alinea

Slide 14 - Quiz



De 'kernzin' vertelt de 'hoofdzaak'
Elke alinea heeft er een.

A
EENS
B
ONEENS

Slide 15 - Quiz



De 'hoofdzaak' staat in de eerste of laatste zin.


A
EENS
B
ONEENS

Slide 16 - Quiz


De 'kernzin' vertelt de 'hoofdzaak'.

Elke alinea heeft er één.


A
EENS
B
ONEENS

Slide 17 - Quiz


De begrippen 'kernzin' en 'hoofdzaak'

zijn praktisch hetzelfde.


A
EENS
B
ONEENS

Slide 18 - Quiz


Als je van elke alinea de kernzin kiest,

komt er een lijst 'hoofdzaken'.
A
EENS
B
ONEENS

Slide 19 - Quiz


De lijst met 'hoofdzaken', geeft

de samenvatting van de volledige tekst
A
EENS
B
ONEENS

Slide 20 - Quiz


Snel een tekst samenvatten =

kernzinnen opzoeken en onder elkaar schrijven.


A
EENS
B
ONEENS

Slide 21 - Quiz


Over 'hoofdgedachte'. Wat is de 'hoofdgedachte'?

Slide 22 - Open question


Over 'bijzaken'. Waar staan deze zinnen?

Slide 23 - Open question


Over 'bijzaken'. Waar zeggen deze zinnen?

Slide 24 - Open question


Over 'hoofdzaken'. Waar staat de hoofdzaak?

Slide 25 - Open question


Over 'kernzin'. Waar staat de kernzin?

Slide 26 - Open question


Over 'kernzin'. Vertelt de 'kernzin' de 'hoofdzaak'?

Slide 27 - Open question

Als je alle kernzinnen onder elkaar schrijft,

heb je dan alle hoofdzaken op een rij?

Slide 28 - Open question

Is een lijst van alle kernzinnen onder elkaar

een goede samenvatting?

Slide 29 - Open question


Een snelle manier van samenvatten is:

Slide 30 - Open question


Het begrip 'kernzin' hoort bij
A
elke alinea
B
een tekst als geheel

Slide 31 - Quiz


Het begrip 'hoofdgedachte' hoort bij
A
alinea's
B
een tekst als geheel

Slide 32 - Quiz


Zinnen met 'bijzaken' (voorbeelden en uitleg)

vind je
A
begin en eind van de alinea
B
middenin de alinea

Slide 33 - Quiz


De 'hoofdzaak' staat in de 'kernzin'.


A
EENS
B
ONEENS

Slide 34 - Quiz


De 'kernzin' is 1e of laatste zin van de alinea.


A
EENS
B
ONEENS

Slide 35 - Quiz


Alle 'kernzinnen' onder elkaar zetten,

is snel en goed samenvatten.


A
EENS
B
ONEENS

Slide 36 - Quiz

             V R A G E N   

                      +

 planning volgende week



Slide 37 - Slide


Ik weet 'Hoofdgedachte' = centrale onderwerp hele tekst.
Nee
Ja

Slide 38 - Poll


Ik weet: de 'Hoofdgedachte' lees je in titel en ondertitel.
Nee
Ja

Slide 39 - Poll


Ik weet: 'Kernzin' is de 1e of laatste zin van een alinea.
Nee
Ja

Slide 40 - Poll


Ik weet: de 'Kernzin' vertelt de 'Hoofdzaak'.
Nee
Ja

Slide 41 - Poll


Ik weet: alle 'Kernzinnen' onder elkaar = een goede samenvatting.
Nee
Ja

Slide 42 - Poll


Ik weet: zinnen met uitleg en voorbeelden heet 'Bijzaken'.
Nee
Ja

Slide 43 - Poll


Ik weet: zinnen met 'Bijzaken' (voorbeelden/uitleg) staan in het midden.
Nee
Ja

Slide 44 - Poll

g o e d   g e w e r k t



    tot    maandag



Slide 45 - Slide