Dagbesteding - Hoofdstuk 4 (deel 1)

Dagbesteding 4.1, 4.2 & 4.3
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Dagbesteding 4.1, 4.2 & 4.3

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag doen?
  • Terugblik
  • 4.1, 4.2 & 4.3
  • Aan de slag & huiswerk

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Er worden verschillende kernkwaliteiten van een beroepskracht MZ verwacht. Noem twee van deze kernkwaliteiten.
Weet je het niet meer, pak blz. 50 erbij.
timer
1:30

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Voorafgaand aan de instructie bedenk je wat je doel is. Na afloop bepaal je of je dat doel bereikt hebt. 
Handelingen kun je aanleren door het eerst zelf voor te doen, dan samendoen en ten slotte kan de cliënt het zelf nadoen.
Een van de aandachtspunten bij het geven van een instructie is: je hoeft de client niet te controleren of hij begrijpt wat je verteld. 
De gegeven instructie hoef je niet te evalueren. 
Waar
Waar
Niet waar
Niet waar

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les kan de student vertellen wat de stappen zijn in de methodische cyclus.
  • Aan het einde van de les kan de student de eerste stap (beginsituatie) uit de methodische cyclus uitleggen. 
  • Aan het einde van de les kan de student uitleggen wat het begrip auto-anamnese inhoudt. 
  • Aan het einde van de les kan de student het verschil tussen werkdoelen en hoofddoelen uitleggen. 
  • Aan het einde van de les kan de student uitleggen waar de letters SMART voor staan bij het opstellen van een doel.
  • Aan het einde van de les heeft de student geoefend met het opstellen van SMART doelen. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

timer
0:30
Wat weet je al van de methodische cyclus/methodisch handelen?

Slide 6 - Mind map

Waarom is methodisch werken belangrijk?: om bewust en doelgericht te werk te gaan. 
Beginsituatie 
Methodisch handelen begint bij de beginsituatie

Informatie die nodig is om bij de cliënt aan te sluiten bij de begeleidingsvraag van de cliënt

Directe informatie
Indirecte informatie 

Auto-anamnese 



Slide 7 - Slide

Koppeling Dagbesteding maken.

Slide 8 - Slide

Wat is de beginsituatie?
Wat is een auto-anamnese?
Wat is belangrijk bij de beginsituatie en Dagbesteding?
Beginsituatie 
  • Voorinformatie:
          Lees het dossier/overdracht door. Client vragen.
          Hulpvraag
  • Lijsten:
          - Intakelijst aan de hand van de levensloop.
          - Open intakelijst
          - Mediagerichte intakelijst
Gericht observeren --> om aan meer specifieke informatie te komen over de beginsituatie.
Analyse van de beginsituatie --> Informatie ordenen en interpreteren

Slide 9 - Slide

Hulpvraag: wat is de impliciete hulpvraag ook alweer? Wat zou expliciet dan zijn? 
Van hulpvraag naar doel
Doelstelling moet voortvloeien uit de hulpvraag van een cliënt.
  • Hoofddoel --> wat je uiteindelijk wilt bereiken.
  • Werkdoel -> hiermee werk je toe om het hoofddoel te behalen (gericht op een activiteit).

Het hoofddoel moet altijd SMART, werkdoel alleen als het erbij staat (wel in het achterhoofd SMART)

Slide 10 - Slide

Bv. boodschappen doen. 
Formuleer een werkdoel bij het volgende hoofddoel:
Mevrouw Jansen kan zelfstandig boodschappen doen.
timer
1:00

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Doelstelling formuleren 
Formuleer: 
  • Kort en duidelijk
  • SMART:
  1. S= Specifiek 
  2. M= Meetbaar
  3. A= Acceptabel
  4. R= Realistisch
  5. T= Tijdsgebonden

bv. Mevrouw Putten heeft over een week een inventarisatie gemaakt van planten die kunnen groeien op een balkon op het zuiden. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

4

Slide 13 - Video

This item has no instructions

00:22
De s staat voor?
A
Spontaan
B
Specialistisch
C
Specifiek
D
Simpel

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

01:11
Is het doel meetbaar?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

01:43
De A staat voor
A
Acceptabel
B
Ambitieus
C
Analystisch
D
Akkoord

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

02:01
Bevat een SMART doel een eindtijd?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag + huiswerk 
  • In 2/3 tallen ga je noteren waar SMART voor staat (blz. 68 & 69). Wanneer je dit genoteerd hebt in de padlet, dan ga je aan de slag met de situaties, zie opdracht in de chat. Bij elke situatie formuleer je één SMART-doel.
Huiswerk 
Thieme 2.4: Niveau 3 & 4: 1 + 2
Praktijksituatie: De hulpvraag van Mirjam 
Verwerkingsopdracht Teams
                  Uiterlijk zondag 28 februari 23:59 afgetekend en ingeleverd!

Toets H 1 t/m 4 donderdag 18 maart 2021 9:00 tot 10:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Beginsituatie bepalen
Doelen formuleren
Plan voorbereiden 
Plan uitvoeren 
Evaluatie

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions