H5 Systeem aarde 2.1

2.1
Kringlopen.
Jij weet dat:
Er onder invloed van de gesteentekringloop en de hydrologische kringloop nieuwe gesteenten en nieuw reliëf ontstaat
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

2.1
Kringlopen.
Jij weet dat:
Er onder invloed van de gesteentekringloop en de hydrologische kringloop nieuwe gesteenten en nieuw reliëf ontstaat

Slide 1 - Slide

Jij kunt
- De interactie tussen endogene en exogene processen beschrijven en verklaren
- Verschillende kringlopen (gesteentekringloop, waterkringloop, CO2kringloop) op verschillende schalen naar ruimte en tijd vergelijken.
- Relaties leggen tussen de verschillende kringlopen.

Slide 2 - Slide

Jij kunt nog meer
Gesteente herkennen op basis van kleur, aanwezigheid kristallen, gelaagdheid en fossielen:
- Graniet en basalt (Stollings- /dieptegesteenten)
- Marmer en leisteen (Metamorfe gesteenten)
- Zandsteen en kalksteen (Sediment- gesteenten)

Slide 3 - Slide

Hydrologische kringloop

Slide 4 - Slide

Koolstofkringloop

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

De koolstofkringloop
Koolstof zit opgeslagen in de atmosfeer, de lithosfeer, de biosfeer en de hydrosfeer.

De koolstof in de atmosfeer draagt bij aan het broeikaseffect van de aarde. 
Maar alle andere sferen zorgen juist dat dat broeikaseffect niet te sterk wordt. 

Slide 7 - Slide

Gesteentekringloop

Slide 8 - Slide

Gesteentekringloop

Slide 9 - Slide

Gesteentekringloop: 3 hoofdgroepen

Slide 10 - Slide

Uiterlijke kenmerken
Stollingsgesteente:
  • Geen gelaagdheid
  • Geen fossielen
  • Mineralen zijn zichtbaar als aparte kristallen

Voorbeeld: 

Slide 11 - Slide

Uiterlijke kenmerken
Sedimentgesteente:
  • Gelaagd
  • Vaak met fossielen
  • Oorspronkelijke sedimentdeeltjes kunnen zichtbaar zijn

Voorbeeld: 

Slide 12 - Slide

Uiterlijke kenmerken
Metamorf gesteente:
  • Helemaal gekristalliseerd
  • Geen holtes of barsten
  • Geen fossielen

Voorbeeld: 

Slide 13 - Slide

Op welke manier kan een stollingsgesteente een metamorfe gesteente worden?
A
Door verwering en erosie
B
Door hoge druk en temperatuur
C
Door hoge druk en erosie
D
Door hoge druk en verwering

Slide 14 - Quiz

Sedimentgesteente
Stollingsgesteente
Metamorfgesteente

Slide 15 - Drag question

Stollingsgesteente
Sedimentsgesteente
Metamorf gesteente

Slide 16 - Drag question

Sediments
gesteente
Stollings
gesteente
Metamorf gesteente
Samenpersen
Hoge druk/temperatuur
Stollen
Wegzakken
Omvormen
Afkoelen

Slide 17 - Drag question

Stollingsgesteente
Sedimentgesteente
Metamorfgesteente
Marmer
Graniet
Zandsteen
Leisteen
Kalksteen
Basalt

Slide 18 - Drag question

Sleep de hotspots naar de juiste plek in de afbeelding
Sedimentgesteente
Als metamorf gesteente smelt
Stollingsgesteente
Als er bij stollingsgesteente sprake is van vewering en/of erosie
Als stollingsgesteente door hitte of druk verandert

Slide 19 - Drag question

Welk gesteente hoort bij welke omschrijving?
Dit gesteente wordt diep in de aarde gevormd
Dit gesteente wordt vaak bij of onder water gevormd
Dit gesteente wordt gevormd als lava of magma afkoelt
Stollingsgesteente
Metamorf gesteente
Sedimentgesteente

Slide 20 - Drag question

Welk gesteente is géén stollingsgesteente?
A
Basalt
B
Leisteen
C
Tufsteen
D
Graniet

Slide 21 - Quiz

Zandsteen is een voorbeeld van
A
een sedimentgesteente
B
een stollingsgesteente
C
een metamorf gesteente

Slide 22 - Quiz

Sleep de hotspots naar de juiste plek in de afbeelding
Sedimentgesteente
Als sedimentgesteente onder druk of hitte verandert
Als sedimentgesteente smelt
Als metamorf gesteente smelt
Stollingsgesteente
Als er bij stollingsgesteente sprake is van vewering en/of erosie
Als er bij metamorf gesteente sprake is van vewering en/of erosie
Als stollingsgesteente weer smelt
Als stollingsgesteente door hitte of druk verandert

Slide 23 - Drag question

Magma
Stolling/kristallisatie
Stollingsgesteente
Verwering en erosie
Sedimentatie
Sedimentgesteente
Hoge druk en temperatuur
Metamorf gesteente
Afsmelten

Slide 24 - Drag question