HEY 2.3 Atoom- en molecuulmassa

2.3 Atoom- en molecuulmassa
Les 1
1 / 24
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with text slides.

Items in this lesson

2.3 Atoom- en molecuulmassa
Les 1

Slide 1 - Slide

Nabespreken
2.2 14 t/m 16

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je leert hoe je de massa’s van atomen en ionen uitdrukt.
Je leert hoe je de massa van een molecuul berekent en hoe je het massapercentage van een atoomsoort in een verbinding berekent.

Slide 3 - Slide

Atoommassa
Atoommassa: massa protonen + massa neutronen

Massagetal: aantal protonen + aantal neutronen  

Slide 4 - Slide

Atomaire massa-eenheid
De Atomaire massa-eenheid wordt uitgedrukt in u

Atomen zijn namelijk hééééééééél klein, 
de massa is dus ook hééééééééél klein.

Vandaar een aparte eenheid (u) voor atoommassa
(1 u = 1.66 × 10⁻²⁷ kg)

Slide 5 - Slide

Atomaire massa-eenheid
Massa proton = 1 u (1,0073 u)

Massa neutron = 1 u (1,008 u)

Massa elektron = 0,000549 (of 5,49 * 10 ^-4) u
  • Massa elektronen is dus verwaarloosbaar!

Slide 6 - Slide

Relatieve atoommassa 
De relatieve of gemiddelde atoommassa van ieder atoom kun je aflezen in het periodiek systeem.


Slide 7 - Slide

Gemiddelde atoommassa
Hoe komen ze nu aan die atoommassa?

Zie tabel 25 (Isotopen)
De atoommassa in periodiek systeem is de gemiddelde massa van de isotopen

Slide 8 - Slide

Voorbeeld.       Gemiddelde atoommassa van magnesium




(78,99 x 23,98504) + (10,00 x 24,98584) + (11,01 x 25,98259)   /   100
                                     
=   24,30505026 = 24,31 u

Slide 9 - Slide

Ionmassa
Wat is het verschil tussen een ion en een atoom?

Slide 10 - Slide

Ionmassa
Het aantal elektronen verschilt. Deze hebben een verwaarloosbare massa, dus de ionmassa is hetzelfde als de atoommassa.

Massa O = 16,00 u
Massa O2- = 16,00 u

Slide 11 - Slide

Aan de slag
2.2 Af? (14 t/m 21)

Nieuw:
2.3 Atoom- en molecuulmassa
Lezen: blz 47 - 48
Maken: 22 t/m 24
Samenvatten: blz. 47 - 48

Slide 12 - Slide

2.3 Atoom- en molecuulmassa
Les 2

Slide 13 - Slide

.....

Slide 14 - Slide

Nabespreken
2.2 17 t/m 24

Slide 15 - Slide

Leerdoelen
Je leert hoe je de massa’s van atomen en ionen uitdrukt.
Je leert hoe je de massa van een molecuul berekent en hoe je het massapercentage van een atoomsoort in een verbinding berekent.

Slide 16 - Slide

Telwaarden en meetwaarden
  • Telwaarden zijn waarden die je kunt tellen, bijv. het aantal leerlingen in de klas of het aantal bekerglazen op tafel.
  • Telwaarden zijn feiten waarbij iedereen hetzelfde antwoord geeft.

  • Meetwaarden zijn waarden die je kunt meten, bijv. hoe lang je bent of hoeveel water er in je bekerglas zit.
  • Over meetwaarden kunnen discussies ontstaan. antwoorden kunnen per persoon verschillen = meetonzekerheid/onnauwkeurigheid.

Slide 17 - Slide

Telwaarden vs meetwaarden
Telwaarden, die tel je.
- Bijvoorbeeld het Massagetal

Meetwaarden, die meet je.
- Bijvoorbeeld de molecuulmassa

Slide 18 - Slide

Significantie
  • Geeft nauwkeurigheid van meting aan.

  • Optellen of aftrekken? Houd dan het kleinste aantal cijfers achter de komma aan voor het aantal cijfers achter de komma in je antwoord.

  • Vermenigvuldigen of delen? Houd dan het kleinste aantal cijfers aan.  

  • Telwaarden zijn altijd hele getallen en hebben geen invloed op het aantal significante cijfers.

Slide 19 - Slide

Molecuulmassa
Molecuulmassa (M) = alle atoommassa's bij elkaar

Slide 20 - Slide

Molecuulmassa
Massa atomen bij elkaar op tellen

Voorbeeld. Massa van H2O:
  • 2 x H = 2 x 1,008 = 2,016 u
  • 1 x O = 1 x 16,00 = 16,00 u
  • 2,016 + 16,00 = 18,016 u
  • Significantieregels: (optellen: kleinste aantal dec) 18,02 u

Slide 21 - Slide

Massapercentage
Je moet het massapercentage uit kunnen rekenen van een bepaalde atoomsoort in een molecuul.


Voor het berekenen van een massapercentage gebruik je deze formule:




 


Slide 22 - Slide

Massapercentage
Massapercentage van zuurstof in zwavelzuur (H2SO4):

  • massa zuurstof: 4x O = 4x 16,00 = 64,00 u
  • massa zwavelzuur: 2x H + 1x S + 4x O = (2x 1,008) + 32,06 + 64,00 = 98,076 u
  • m% = (64,00 / 98,076) x 100 = 65,3%

Slide 23 - Slide

Aan de slag!
2.3 Atoom- en molecuulmassa
Lezen: blz 48 - 49
Maken: 25 t/m 29
Samenvatten: blz. 48 - 49

Slide 24 - Slide