This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Biologie
SO 4.4 t/m 4.6
Slide 1 - Slide
Open vragen
Slide 2 - Slide
Een spier kan een bot maar in één richting bewegen. Daardoor zijn er minstens twee spieren nodig om een bot te bewegen. Deze spieren hebben een tegengesteld effect op de beweging van het bot.
Hoe noem je deze spieren?
Slide 3 - Open question
Pezen verbinden spieren met botten.
Hoe heet de plaats waar een pees aan een bot vastzit?
Slide 4 - Open question
Maak de zinnen kloppend. Sporten zorgt voor ________ (1) spieren. Hierdoor worden je spieren ____________ (2) en krijg je minder snel last van een ___________(3)
Slide 5 - Open question
Waar kun je last van krijgen als je ongetraind gaat sporten?
Slide 6 - Open question
Een sporthart is een vergroot hart als gevolg van intensief en lang trainen.
Leg uit waarom het hart vergroot als je vaak veel sport.
Slide 7 - Open question
Leg uit wat het effect is van een verbeterde conditie.
Slide 8 - Open question
In afbeelding 1 zie je leerling aan het werk.
Welke klachten kunnen ontstaan als de leerling regelmatig zo zal werken?
Slide 9 - Open question
Meerkeuze vragen
Slide 10 - Slide
Welke spier is GEEN onderdeel van het spierstelsel?
A
Armstrekspier
B
Buikspier
C
Hartspier
D
Kuitspier
Slide 11 - Quiz
Hoe noem je de vorm die de wervelkolom van de mens heeft bij een goede lichaamshouding?
A
Een C-vorm
B
Een dubbele C-vorm
C
Een S-vorm
D
Een dubbele S-vorm
Slide 12 - Quiz
In afbeelding 2 tilt een man een kind op.
Houdt de man zich aan de regels voor goed tillen?
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quiz
Einde SO
Controleer of je alle vragen hebt beantwoord. Wil je niks meer aanpassen of toevoegen, dan lever je de toets in.