Nederlands week 14_4H_les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Zalig zoenen

Ik weet welke schrijfdoelen er zijn

Ik kan het schrijfdoel uit de tekst afleiden

Wat is het onderwerp van de tekst?

Wat is volgens jou het doel doel van de schrijver?

1. amuseren
2. informeren
3. opiniëren
4. overtuigen

Met weke alinea begint deel 1 'Oorsprong'?

Met welke alinea begint deel 2 'Culturele verschillen'?

Met welke alinea begint deel 3 'Functies van zoenen'?

Wat is de functie van alinea 2

1. aanleiding
2. gevolg
3. verklaring
4. constatering

Citeer de zin uit alinea 4 waarbij de opmerkingen over de Finse stam en over de zoenrevolutie in Japan voorbeelden zijn.

Welke vier redenen hebben dieren om elkaar te zoenen? Gebruik hiervoor alinea 5 en 6

Welke van de vier redenen geldt ook voor mensen?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Citeer een zinsgedeelte uit alinea 8 waaruit de betekenis van 'de vonk verdween' duidelijk wordt.

Welk verschil tussen mannen en vrouwen komt in alinea 10 naar voren?

Waardoor wordt dat verschil veroorzaakt, denken onderzoekers?

Deze tekst geeft antwoord op een vraag die niet duidelijk in de tekst wordt gesteld. Welke?