4.1 Een stroomkring maken

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

4.1 Een stroomkring maken
4.1.1 Je kunt uitleggen hoe je een gesloten stroomkring maakt.
4.1.2 Je kunt de verschillende onderdelen van een stroomkring benoemen.
4.1.3 Je kunt het verschil tussen geleiders en isolatoren beschrijven.
4.1.4 Je kunt een aantal voorbeelden van geleiders en isolatoren benoemen.
4.1.5 Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet.
4.1.6 Je kunt rekenen met de eenheid van stroomsterkte

Slide 2 - Slide

Voorkennis
Heb jij al eens een (elektrische) schok gekregen ?

Slide 3 - Slide

Voor een stroomkring heb je nodig:
- een spanningsbron (de batterij)
- verbindingen (de snoeren)
- een apparaat (het lampje)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Geleiders en isolatoren
Geleiders geleiden elektrische stroom goed:
V.b.; alle metalen, koolstof, water met zout.

Isolatoren laten haast geen elektrische (stroom) door.
V.b. Glas, rubber, plastic, hout.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

De stroomsterkte meten

Slide 8 - Slide

De stroomsterkte meet je met een stroommeter / ampèremeter.

Tips aansluiten:
* grootste bereik eerst
* Plus spanningsbron op plus ampèremeter.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Omreken ampère/milliampère
Het symbool van stroomsterkte:
De eenheid: A of mA

1 A = 1000 mA
1 m A = 0,001 A


Slide 11 - Slide

Omrekenen
milli-Ampère (mA)
Ampère
(A)
: 1000
x 1000

Slide 12 - Slide

4 Lees de ampèremeter af

Slide 13 - Slide

stroom gevaarlijk ?
- Elektrische schok
- Aan de stroom hangen
- kortsluiting/brand
- Elektriciteit en water

Slide 14 - Slide

Sommige stoffen laten elektrische stroom gemakkelijk door, andere stoffen laten elektrische stroom niet of slecht door. Zet de namen van de onderstaande stoffen in het juist vak.
ISOLATOR
GELEIDER
Grafiet
Hout
zuiverwater
koper
plastic
ijzer

Slide 15 - Drag question


Hiernaast zie je een Ampèremeter. Lees de stroomsterkte af.
A
1,6 A
B
0,016 A
C
0,16 A
D
0,16 V

Slide 16 - Quiz


Hiernaast zie je een Ampèremeter. Lees de stroomsterkte af.
A
3,3 A
B
0,33 A
C
0,033 A
D
0,33 V

Slide 17 - Quiz


Hiernaast zie je een Ampèremeter. Lees de stroomsterkte af.
A
2,2 A
B
0,22 A
C
0,022 A
D
22 A

Slide 18 - Quiz

Opdracht
Maak de vragen van par. 4.1 op blz 142 t/m 145 opg 1 t/m 9

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video