Economisch bekeken - H6.5 Inkomsten van de overheid - KGT

6.5. Inkomsten van de overheid
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

6.5. Inkomsten van de overheid

Slide 1 - Slide

Terugblik

Slide 2 - Slide

Gatentekst
1) _______ zijn voor gezamenlijk gebruik, waarvoor de overheid zorgt, zoals parken, havens en veiligheid. Voorzieningen als wegen, sporen en bruggen worden ook wel  2) ______genoemd.

Bedrijven die bestaan zonder geld van de overheid noemen we de 3) _______ sector. Soms helpt de overheid bedrijven of mensen met geld, dat heet 4) _______

De overheid regelt ook dingen voor ons die zij betalen met belastinggeld. Een voorbeeld hiervan is de toegang tot scholen en ziekenhuizen. Dat noemen we de 5) _______ sector.
6) _______ werken voor de overheid en voeren taken uit om ons te helpen. 
Vul in in de tekst!
  • Collectieve
     goederen
  • Infrastructuur
  • Particuliere 
  • Ambtenaar
  • Subsidie
  • Collectieve 

Slide 3 - Slide

Gatentekst
COLLECTIEVE GOEDEREN zijn voor gezamenlijk gebruik, waarvoor de overheid zorgt, zoals parken, havens en veiligheid. INFRASTRUCTUUR is ook belangrijk, dat zijn dingen zoals wegen, sporen en bruggen. 
Bedrijven die bestaan zonder geld van de overheid noemen we de PARTICULIERE sector. Soms helpt de overheid bedrijven of mensen met geld, dat heet SUBSIDIE
De overheid regelt ook dingen voor ons die zij betalen met belastinggeld. Een voorbeeld hiervan is de toegang tot ziekenhuizen en scholen. Dat noemen we de
COLLECTIEVE sector. AMBTENAREN werken voor de overheid en voeren taken uit om ons te helpen. 

Slide 4 - Slide

6.5. Inkomsten van de overheid

Slide 5 - Slide

Hoe komt de overheid aan geld?

Slide 6 - Mind map

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • uitleggen welke inkomsten de overheid heeft.
  • uitleggen welke soorten belastingen er zijn er voor wie
  • belasting toegevoegde waarde (btw) uitrekenen
  • uitleggen wat accijns is en waarom het bestaat.
  • uitleggen wat niet-belastingmiddelen zijn.
Wat gaan we leren?

Slide 7 - Slide

Inkomsten overheid
Inkomsten van de overheid

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

  • Belasting is de verplichte bijdrage die
      bedrijven en burgers aan de overheid
      betalen.

  • Directe belasting is belasting die je
      rechtstreeks aan de belastingdienst
      betaald (inkomen, winst en vermogen).

  • Indirecte belasting is belasting die je niet
     rechtstreeks (indirect) aan de
     belastingdienst betaald (btw).
Directe en indirecte belastingen
Loonbelasting
Inkomstenbelasting
Vennootschapsbelasting
Omzetbelasting (btw)
Accijns

Slide 10 - Slide

  • Belasting toegevoegde waarde is de
      belasting die consumenten betalen bij de
      aankoop van goederen en diensten.

  • De klant betaalt dit bij aankoop aan de
     winkel en de winkel betaalt aan de
     Belastingdienst.

  • Er zijn drie percentages: 9 % (laag tarief) en
     21 % (hoog tarief) en 0% (nultarief). 
Indirecte belasting - BTW

Slide 11 - Slide

  • De kapper berekent €25 exclusief BTW voor een knipbeurt. De kapper valt onder het lage BTW tarief van 9%.
    Hoeveel kost een knipbeurt inclusief BTW?

  • De klant betaalt voor een nieuwe fiets € 719,95 inclusief BTW. Het BTW percentage is 21%.
    Hoeveel kost deze fiets exclusief BTW
 BTW berekenen

Slide 12 - Slide

  • Accijns is belasting waarmee de
      overheid de consumptie van een
      product probeert af te remmen /
      te ontmoedigen.
Indirecte belasting - accijns

Slide 13 - Slide

  • Vennootschapsbelasting is
      belasting die bedrijven, zoals bv's
      en nv's (rechtspersonen) betalen
      over hun nettowinst.
  • Rechtspersonen zijn bedrijven of
      instellingen die zelfstandig
      rechten en plichten heeft, los van
      personen.
  • ZZP'ers en eenmanszaken niet.

Directe belasting - vennootschapsbelasting

Slide 14 - Slide

Groothandel IJzerwaren BV betaalt vennootschapsbelasting over een jaarwinst van € 120.000.

Bereken de vennootschapsbelasting met behulp van de afbeelding hiernaast.
Directe belasting - vennootschapsbelasting

Slide 15 - Slide

  • Inkomstenbelasting is de belasting die mensen betalen over hun inkomen.

  • Bij inkomsten horen:
    - loon              - pacht
    - rente             - winst
    - huur              - inkomsten in natura
 

Directe belasting - Inkomstenbelasting

Slide 16 - Slide

  • Niet-belastingmiddelen zijn alle
     overige inkomsten van de overheid (geen belasting/premie).
  • Voorbeelden:
    - boetes
    - aardgas opbrengsten
    - leges op paspoorten
    - opbrengsten uit staatsdeelnemingen.
Niet-belastingmiddelen

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

VRAGEN?

Slide 19 - Slide

Huiswerk voor de volgende les:
  • Maken opgaven 7, 8, 9, 12 
    (§ 6.5: bladzijde 58 t/m 59).

Huiswerk

Slide 20 - Slide

OPDRACHTEN
  • Maak de introductievragen (opdracht 1 t/m 5) op
     pagina 56 en 57!
  • Klaar? Ga dan aan de slag met het huiswerk. Dat zijn
     opgave 6 t/m 11 op bladzijde 58 en 59.




  • Alles wat je hier doet, hoef je thuis minder te doen!



timer
15:00

Slide 21 - Slide

Gatentekst
Met belastinggeld zorgt de overheid voor wegen, scholen en ziekenhuizen. De 1) _______is een belasting die je betaalt over producten die je koopt.
Een andere belasting is de 2) _______. Dit is een belasting die bedrijven moeten betalen over hun winst. Dit geldt alleen voor 3) _______.
Naast deze belasting bestaat er ook 4) _______. Dit is een belasting die je betaalt over het geld dat je verdient.
5) _______ is een belasting die je betaalt over producten zoals benzine, alcohol en tabak. Deze zorgt ervoor dat deze producten duurder worden en dat mensen er minder van gaan gebruiken. Tot slot zijn er nog de 6) _______. Dit zijn bijvoorbeeld boetes en opbrengsten van aardgas.
Vul in in de tekst!
  • Belasting
     toegevoegde
     waarde
  • Vennootschaps-
     belasting
  • Rechtspersonen
  • Inkomstenbelasting
  • Accijns
  • Niet
     belastingmiddelen

Slide 22 - Slide

Gatentekst
Met belastinggeld zorgt de overheid voor wegen, scholen en ziekenhuizen. De BELASTING TOEGEVOEGDE WAARDE is een belasting die je betaalt over producten die je koopt.
Een andere belasting is de VENNOOTSCHAPSBELASTING. Dit is een belasting die bedrijven moeten betalen over hun winst. Dit geldt alleen voor RECHTSPERSONEN. Naast deze belasting bestaat er ook INKOMSTENBELASTING. Dit is een belasting die je betaalt over het geld dat je verdient. ACCIJNS is een belasting die je betaalt over producten zoals benzine, alcohol en tabak. Deze zorgt ervoor dat deze producten duurder worden en dat mensen er minder van gaan gebruiken. Tot slot zijn er nog de NIET-BELASTINGMIDDELEN. Dit zijn bijvoorbeeld boetes en opbrengsten van aardgas.

Slide 23 - Slide