Les 1: Waarom werk?

WERK



Periode 2 - les 1
Waarom werk?
1 / 41
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

WERK



Periode 2 - les 1
Waarom werk?

Slide 1 - Slide

Begin met de vraag: waar hebben we het de vorige les over gehad? 

Laat leerlingen benoemen:
- samenleving/maatschappij
- sociale omgeving
- identiteit
- regels en wetten
- sociaal wezen
- etc.

Startklaar



Doe je telefoon in je zakkie

Pak je laptop

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Planning periode 2
week 1 Waarom werk? 
week 2 De overheid en werk
week 2 Hoe kom je aan werk?
week 3 Opdracht videosolliciteren voorbereiden en maken (SO-cijfer) 


Vanaf week 4 starten we met het thema Media!
Thema Werk

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al van:
WERK?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Welke beroepen worden er allemaal genoemd in het filmpje?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Heb jij een bijbaantje? En zo ja, welk werk doe je en waarom?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

...kan je uitleggen welke redenen mensen hebben om te werken. (T1)
...kun je vertellen wat de pyramide van Maslow is. (R)
...kan je uitleggen hoe je kunt stijgen en dalen op de maatschappelijke ladder. (T1)
...kan je voorbeelden geven van sociale verschillen en deze uitleggen. (T2)
...kan je herkennen welke maatschappelijke belangen mensen hebben en hoe daardoor conflicten ontstaan. (T2)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Waarom werken?
We gaan deze les kijken waarom het belangrijk is om te werken.
In de andere lessen kijken we ook wat de overheid met werken te maken heeft en hoe jij aan werk of een stageplek kunt komen. 
Eerst kijken we naar een filmpje over de pyramide van Maslow.

werken
Een ander woord voor werken is arbeid. Het is wat jij doet of moet doen tegen betaling (of een andere beloning).
Tekst gesproken
pyramide van Maslow
De pyramide van Maslow is een pyramide die de behoeften van de mens in een volgorde zet.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Pyramide van Maslow

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is de pyramide van Maslow?
De pyramide van Maslow laat zien waarom mensen werken en wat ze nodig hebben om gelukkig te zijn. Mensen hebben eerst kleding, schoon water en eten nodig (basisbehoeften), daarna veiligheid tegen bijvoorbeeld een storm, dan goed contact met andere mensen, verder willen mensen graag dat andere mensen hen waarderen (status) en tenslotte willen mensen zich ontwikkelen.
Basisbehoeften
Basisbehoeften zijn de dingen die mensen nodig hebben om te overleven of gelukkig te kunnen leven.
Tekst gesproken
Status
Jouw status vertelt hoe hoog of laag je in de maatschappij staat. Een ander woord is aanzien, oftewel of mensen naar jou opkijken.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Waarom wil Appie een baan? Gebruik de pyramide van Maslow in je antwoord.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Wat is sociale ongelijkheid?
Helaas is er in alle samenlevingen sprake van sociale ongelijkheid. Dit betekent dat sommige mensen meer status hebben, welvarender zijn en meer kansen krijgen dan andere mensen.
In sommige landen is meer sociale ongelijkheid dan in andere landen. 

Sociale ongelijkheid
Sociale ongelijkheid is de ongelijkheid in hoe de welvaart (rijkdom) verdeeld is in een land.
Tekst gesproken
Status
Jouw status vertelt hoe hoog of laag je in de maatschappij staat. Een ander woord is aanzien, oftewel of mensen naar jou opkijken.
Kansen
Een ander woord  voor kansen is mogelijkheden. 
Een kans kun je aanpakken zodat je verder komt in het leven.
Welvaart
Welvaart vertelt of mensen voldoende geld hebben om hun belangrijkste behoeften te kunnen vervullen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

Bekijk de kaart in de les samen met de leerlingen en stel ze vragen als:
In welke landen is de sociale ongelijkheid het grootst?
In welke landen is de sociale ongelijkheid het kleinst?
Van welke landen zijn er geen gegevens en waarom?
Zijn de gegevens van alle landen helemaal juist? Waarom wel of niet?

Wat is sociale ongelijkheid?
De sociale ongelijkheid binnen een land is groot wanneer bijvoorbeeld 20% van de bevolking 80% van het nationaal inkomen verdiend. Dat kun je terug zien op deze wereldkaart.
In de VS is de sociale ongelijkheid groter dan in Nederland, hier verdienen de drie Amerikaanse miljardairs (Jeff Bezos, Bill Gates en Warren Buffett) net zoveel als de armste helft van de mensen in de Verenigde Staten samen.

nationaal inkomen
Het nationaal inkomen zijn alle inkomens in een land bij elkaar opgeteld.
Tekst gesproken

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Link

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Noem iets uit het filmpje waaraan je kunt zien dat de sociale ongelijkheid in de VS groter is dan in Nederland.

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Hoe zit het met Nederland?
In Nederland gaat het gelukkig een stuk beter met het verkleinen van sociale ongelijkheid maar ook hier krijgt helaas niet iedereen evenveel kansen. Hoe kan dit?
Kijk naar het volgende filmpje over de (on)gelijkheid, de maatschappelijke ladder en sociale mobiliteit in Nederland.

maatschappelijke ladder
Dit is de indeling van mensen hun maatschappelijke positie, dit wordt bepaald door macht, status en inkomen. 
Zo staan bovenaan de maatschappelijke ladder beroepen als artsen, advocaten en directeuren, terwijl meer onderaan de maatschappelijke ladder beroepen staan als vakkenvullers, schoonmakers en vuilnismannen.
Tekst gesproken
sociale mobiliteit
Sociale mobilteit is het stijgen of dalen op de maatschappelijke ladder. Een persoon kan dus beginnen als een vakkenvuller (met weinig status en inkomen) maar jaren later de eigenaar van een supermarktketen zijn (met veel status en inkomen).

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

2

Slide 23 - Video

This item has no instructions

01:11
Welke rijke Nederlanders ken jij allemaal?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

01:38
Hoe kun je stijgen op de maatschappelijke ladder? Er zijn twee antwoorden goed.
A
Door een goede opleiding te volgen
B
Door al je geld uit geven aan eten
C
Door een succesvolle influencer te worden
D
Door voor altijd vakkenvuller te blijven

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Docent
Verpleegkundige
Directeur groot bedrijf
Rapper
Beveiliger
Rechter
Klimaatinfluencer
Vakkenvuller

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

Bespreek met je buurman of buurvrouw welk antwoord je op de 1e en 2e plek gezet hebt. Zijn jullie het met elkaar eens? Waarom wel/niet?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Bespreek met je buurman of buurvrouw welk antwoord je op de laatste twee plekken gezet hebt. Zijn jullie het met elkaar eens? Waarom wel/niet?

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Hoe kun jij stijgen op de maatschappelijke ladder?
Als je niet onderaan de maatschappelijke ladder terecht wil komen moet je rekening houden met de volgende factoren: 
een goede opleiding, een mooi beroep, veel status en een hoog inkomen.
Hoe ga jij er voor zorgen dat je zo hoog mogelijk op de maatschappelijke ladder komt?
maatschappelijke ladder
Dit is de indeling van mensen hun maatschappelijke positie, deze wordt bepaald door macht, status en inkomen. 
Zo staan bovenaan de maatschappelijke ladder beroepen als artsen, advocaten en directeuren, terwijl meer onderaan de maatschappelijke ladder beroepen staan als vakkenvullers, schoonmakers en vuilnismannen.
Tekst gesproken

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Opdracht maatschappelijke ladder
  • Max. 2 personen per groep.
  • Maak werkblad 5.
  • Bespreek je antwoorden met je partner en schrijf op wat je met elkaar bespreekt. 
timer
10:00

Slide 31 - Slide

In groepen van max. 4 personen bij elkaar laten zitten. Werkblad 2 (N-schijf-Werkblad2-AMP) uitdelen en de leerlingen aan de hand van de vragen het maatschappelijk probleem laten analyseren.
Eventueel uitleg van het woord analyse.
Na 10 minuten zelfstandig werken het werkblad met de leerlingen nabespreken.

Slide 32 - Video

Dit filmpje kan gebruikt worden als voorbeeld bij de uitleg of het bespreken van de opdracht.
Focus op de factoren opleiding, beroep, status en inkomen. En met name de achtergrond van Harris als startpunt op de maatschappelijke ladder (ouders immigrant maar hoog opgeleid, moeder alleenstaand, etc.)
Harris zegt zelf de strijd om het presidentschap opgegeven te hebben door gebrek aan financiële middelen (inkomen) maar maakt via het vicepresidentschap (beroep) in de toekomst wellicht toch een kans.
Hoe heet het model waarin je kunt zien waarom mensen werken?
A
De cirkel van Archimedes
B
De pyramide van Maslow
C
De stelling van Pythagoras
D
De pyramide van Cheops

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

De eerste stap in de Pyramide van Maslow is fysiologische behoeften (basis behoeften zoals eten, drinken, slapen, etc.)
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

In de Pyramide van Maslow staat voor je plezier 'een schildercursus volgen' onderaan de pyramide.
A
Waar
B
Onwaar

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Wat is sociale ongelijkheid?
A
Groepen mensen die hun rijkdom niet delen
B
Groepen mensen die te lui zijn om te werken
C
Ongelijkheid in hoe de welvaart verdeeld is in een land
D
Ongelijkheid in hoe mensen wonen

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Staat het beroep tandarts hoog of laag op de maatschappelijke ladder?
A
Hoog
B
Laag

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Het stijgen en dalen op de maatschappelijke ladder noemen we ...
A
Sociale mobiliteit
B
Sociale stilstand

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Begrippen uit deze les
  • werk
  • basisbehoefte
  • status
  • maatschappelijke ladder
  • sociale mobiliteit
  • sociale ongelijkheid

  • pyramide van Maslow
  • welvaart
  • kansen
  • nationaal inkomen
  • conflicten

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 41 - Open question

This item has no instructions