Oefentoets-rekenen

Oefentoets-rekenen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Natuur, Leven en TechnologieMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1,2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefentoets-rekenen

Slide 1 - Slide

a. 58 cm …................................ mm


Slide 2 - Open question

b. 61 mL …................................ L


Slide 3 - Open question

c. 90 g …................................ kg


Slide 4 - Open question

d. 71 L …................................ dm3

Slide 5 - Open question

e. 29,43 L …................................ mL

Slide 6 - Open question

Dichtheid = massa / volume
Wat is volume?
volume = ...
A
massa * dichtheid
B
massa / dichtheid
C
dichtheid / massa

Slide 7 - Quiz

De inhoud van een giertank noem je zijn "volume".

Wat is de eenheid van volume?
A
m
B
liter
C
m2
D
m3

Slide 8 - Quiz


Wat is het volume?
A
720cm3
B
72dm3
C
0,72dm3
D
0,72cm3

Slide 9 - Quiz

Rob bepaalt het volume van een schaakstuk Wat is het volume van dit schaakstuk?
A
15,1 ml
B
6 ml
C
10 ml
D
16 ml

Slide 10 - Quiz

De formule voor de oppervlakte is:
oppervlakte = lengte x breedte
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Rob bepaalt het volume van een schaakstuk. Wat is het volume van dit schaakstuk?
A
5,1 cm³
B
6 cm³
C
10 cm³
D
16 cm³

Slide 12 - Quiz

Het volume van een stof is de hoeveelheid ruimt die het inneemt. je drukt het volume uit in cm3 of liters.
Is volume een stofeigenschap?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

oppervlakte is .....
A
4 m²
B
8 m²
C
1 6 m²
D
16 vierkante meter

Slide 14 - Quiz

Wat is het volume?
timer
2:30
A
60cm3
B
600cm3
C
0.6cm3
D
0.06cm3

Slide 15 - Quiz

De dichtheid van ijs is
____ dan de dichtheid
van water





















































































































De dichtheid van ijs is ....... dan de dichtheid van water.
A
GROTER
B
KLEINER

Slide 16 - Quiz


Wat is het volume?
A
64cm3
B
16cm3
C
64m3
D
16m3

Slide 17 - Quiz

De dichtheid van de badeend is ...... de dichtheid van water
A
groter dan
B
kleiner dan
C
gelijk aan
D
Dat kun je niet zien

Slide 18 - Quiz

De dichtheid van de zeep is ......... de dichtheid van water
A
Groter dan
B
Kleiner dan
C
Gelijk aan
D
Geen idee

Slide 19 - Quiz

Wat
is de
oppervlakte?
A
35
B
300
C
60
D
70

Slide 20 - Quiz

Een motor rijdt met 80 km/h over de snelweg.
Bereken welke afstand de motorrijder heeft afgelegd als deze al 30 minuten met deze snelheid aan het rijden is.

Slide 21 - Open question

Voordat de motorrijder de snelheid heeft verminderd van 80 km/h naar 0 km/h (ofwel stilstaat) heeft hij 22 meter afgelegd.
Hoe lang heeft de motorrijder gedaan over het remmen? Geef je antwoord in seconden.
Van 80 naar 0 km/h is gemiddeld 40 km/h (= 11,11 m/s)

Slide 22 - Open question