Quiz wat weet je nog van de vorige modules

Planning vandaag
  • Planning komende periode
  • Quiz en of werken aan het verslag en de poster
Welkom
M8
1 / 55
next
Slide 1: Slide
ScienceMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 55 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning vandaag
  • Planning komende periode
  • Quiz en of werken aan het verslag en de poster
Welkom
M8

Slide 1 - Slide

datum
Wat gaan we doen
17 april
16
Uitleg over module 8
8+9 mei
19
8 mei keuze experiment; materialen verzamelen
9 mei
15+16 mei
20
15 mei experiment uitvoeren
16 mei
22+23 mei
21
22 mei
23 mei TOETS over metriekstelsel en formules M1 t/m M7
29+30 mei
22
Hemelvaartweekend; geen lessen
5 en 6 juni
23
5 juni werken aan verslag
6 juni uiterlijk verslag en poster inleveren 
12+13 juni
24
Geen ww lessen 12 juni studiedag, 13 juni EGM afwezig
25
Toetsweek
Week

Slide 2 - Slide

Wat gaan we de laatst week doen?
Na de toetsen is er nog een lesweek: 26 en 27 juni.
Naast het bespreken van de formuletoets, posters en het verslag is er ruimte voor.....

Slide 3 - Slide

Wat weet je al of nog?
Inloggen gebruik je eigen naam!

timer
1:00
Let op de timer!

Slide 4 - Slide

De 'ruisende' vlam gebruik je om...
A
Iets sterk te verhitten (vaan een grote hoeveelheid vloeistof)
B
Iets rustig te verwarmen (een kleine hoeveelheid vloeistof)
C
Aan te geven dat de brander het doet
D
Te laten zien dat de brander aan staat

Slide 5 - Quiz

De 'kleurloze' vlam gebruik je om...
A
Iets sterk te verhitten (vaan een grote hoeveelheid vloeistof)
B
Iets rustig te verwarmen (een kleine hoeveelheid vloeistof)
C
Aan te geven dat de brander het doet
D
Te laten zien dat de brander aan staat

Slide 6 - Quiz

Hoeveel mm is 1,18 cm?
A
11,8 mm
B
0,118 mm
C
118 mm
D
0,0118 mm

Slide 7 - Quiz

Stof x is
A
krijt
B
suiker
C
zout
D
zetmeel

Slide 8 - Quiz

Suiker en zetmeel zijn een voorbeeld van
A
Voedingsstoffen
B
Voedingsmiddelen

Slide 9 - Quiz

Hoeveel hm is 0,6 km
A
0,06 hm
B
0,006 hm
C
6 hm
D
60 hm

Slide 10 - Quiz

Hoeveel ml is 10
cm3
A
1 ml
B
0,1 ml
C
10 ml
D
0,01 ml

Slide 11 - Quiz

Wat is de functie van het 'diafragma' van de microscoop?
A
het preparaat vergroten
B
hoeveelheid licht regelen
C
microscoop aan vastpakken
D
microscoop aan/uit zetten

Slide 12 - Quiz

Waarvoor zijn de objectieven van de microscoop?
A
beeld vergroten
B
hoeveelheid licht regelen
C
scherp beeld
D
stevigheid

Slide 13 - Quiz

voet
stelschroef
diafragma
tafel
objectief
tubus

Slide 14 - Drag question

Uit hoeveel soorten moleculen
bestaat glucose?
A
1
B
3
C
20
D
24

Slide 15 - Quiz

Uit hoeveel verschillende
atomen bestaat glucose?
A
1
B
3
C
20
D
24

Slide 16 - Quiz

Wat heb je wel nodig voor fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof

Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
zuurstof
B
glucose
C
water

Slide 17 - Quiz

Waarom doen planten aan fotosynthese?
A
Om zich te beschermen tegen de zon
B
Om hun eigen voedsel te produceren (glucose)
C
Om hun energie in kwijt te kunnen
D
Om CO2 en water te produceren

Slide 18 - Quiz

Gaat het lampje branden?
lampje
schakelaar
A
nee
B
ja

Slide 19 - Quiz

Rijpen is de fase-overgang van
A
vast --> vloeibaar
B
vloeibaar --> gas
C
vast --> gas
D
gas --> vast

Slide 20 - Quiz

Smeltpunt hoort bij:
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 21 - Quiz

Het symbool van vermogen is ........
en de eenheid van vermogen is .........

A
P en W
B
U en V
C
I en A
D
P en mA

Slide 22 - Quiz

Als de armbuigspier samentrekt wordt hij:
A
langer en dunner
B
langer en dikker
C
korter en dikker
D
korter en dunner

Slide 23 - Quiz

Komt de hypothese voor of na de onderzoeksvraag?
A
Voor
B
Na

Slide 24 - Quiz

Indicatoren.
Met de rode kool sap kun je de zuurgraad bepalen
A
Waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

Bij een endotherme reactie is warmte nodig.
A
Waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

Eindstand

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Druiven zijn een voorbeeld van...
A
Voedingsstoffen
B
Voedingsmiddelen

Slide 29 - Quiz

Welke van de volgende voedingsstoffen zijn een voorbeeld van beschermende stoffen?
A
Mineralen
B
Koolhydraten
C
Vitaminen
D
Eiwitten

Slide 30 - Quiz

Wat is de biotoop van een schaap?
A
het weiland
B
een aquarium
C
het bos
D
het moeras

Slide 31 - Quiz

Wat is geen abiotische invloed?
A
Licht
B
Warmte
C
Bodem
D
Voedsel

Slide 32 - Quiz

Producenten
Consumenten
Afvaleters
Reducenten
Mineralen

Slide 33 - Drag question

Welk fase moet dit voorstellen volgens het deeltjesmodel?
A
Gas
B
Vloeibaar
C
Vast

Slide 34 - Quiz

Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen

Slide 35 - Quiz

Hoe worden de organismen met bladgroen in een voedselweb genoemd?
A
consumenten
B
reducenten
C
producenten

Slide 36 - Quiz

Wat betekent een pijl in een voedselketen?
A
Eet
B
Leeft samen met
C
Wordt gegeten door
D
Jaagt samen met

Slide 37 - Quiz

De 'pauzevlam' gebruik je...
A
Iets sterk te verhitten (vaan een grote hoeveelheid vloeistof)
B
Iets rustig te verwarmen (een kleine hoeveelheid vloeistof)
C
als je tussen twee proefjes de brander even niet gebruikt
D
als de bel voor de pauze gaat

Slide 38 - Quiz

Joki heeft allerlei practica gedaan en veel stoffen verwarmd, maar het is tijd voor een kopje thee. Wat doet ze met de brander?
A
Ze zet hem op "blauwe ruisende vlam"
B
Ze zet hem op "kleurloze vlam"
C
Ze zet hem op "pauzevlam"
D
Ze zet hem uit

Slide 39 - Quiz

Door welk gedeelte van de microscoop kijk je?
A
diafragma
B
objectief
C
oculair
D
revolver

Slide 40 - Quiz

revolver
objectief
oculair
tubus
draaibaar magazijn
houder van het oculair
ooglens, vergroot 10x
lens, vergroot 4x, 10x en 40x

Slide 41 - Drag question

Uit hoeveel atomen (totaal)
bestaat glucose?
A
1
B
3
C
20
D
24

Slide 42 - Quiz

Welk molecuul is dit?

A
H2
B
O2
C
CO2
D
H2O

Slide 43 - Quiz

Voor fotosynthese is zuurstof nodig.
voor fotosynthese heeft een plant water, koolstofdioxide en licht nodig
A
onjuist
B
juist
C
zuurstof komt niet voor in de fotosynthese

Slide 44 - Quiz

wat zijn de eindstoffen van fotosynthese?
A
zuurstof en glucose
B
glucose en water
C
water en koolstofdioxide
D
glucose en koolstofdioxide

Slide 45 - Quiz

Stofeigenschap.
kookpunt is een stofeigenschap.
A
Waar
B
niet waar

Slide 46 - Quiz

Stofeigenschap.
Smaak is een stofeigenschap.
A
Waar
B
niet waar

Slide 47 - Quiz

Welke van de volgende voedingsstoffen zijn een voorbeeld van bouwstoffen?
A
Mineralen
B
Water
C
Vitaminen
D
Eiwitten

Slide 48 - Quiz

Waar staat een voedselketen?
A
rups-plant-vogel-kat
B
plant-vogel-rups-kat
C
vogel-rups-plant-kat
D
plant-rups-vogel-kat

Slide 49 - Quiz

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 50 - Quiz

Welke faseovergang zie je hier?
A
verdampen
B
stollen
C
condenseren
D
smelten

Slide 51 - Quiz

Welke voedingsstof zorgt ook voor het vervoer van andere stoffen door het lichaam?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Vitaminen
D
Water

Slide 52 - Quiz

Wat is het vermogen van deze waterkoker?
A
220-240 V
B
50/60 Hz
C
2200 W
D
1,5 LITERS

Slide 53 - Quiz

Welke indicator(en) kan
ik gebruiken om stof Z
te identificeren?
A
rode kool sap
B
zilvernitraat
C
joodoplossing

Slide 54 - Quiz

Eindstand

Slide 55 - Slide