A1d 23 januari recap

Waar plaats je het adverb of frequency in een zin
A
Voor het hoofwerkwoord
B
Na het hoofdwerkwoord
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Waar plaats je het adverb of frequency in een zin
A
Voor het hoofwerkwoord
B
Na het hoofdwerkwoord

Slide 1 - Quiz

Waar plaats je het adverb of frequency als het werkwoord be erin staat?
A
Voor het werkwoord be
B
Na het werkwoord be

Slide 2 - Quiz

She walks to school.
Waar zou je ''never'' invullen in deze zin?
A
Voor walks
B
Na walks

Slide 3 - Quiz

Herschrijf de zin met ''always'':
She is happy

Slide 4 - Open question

Vul in: My mum always does the _________. Today she is making pizza.

Slide 5 - Open question

Vul in: Mu parents E__________(like) travelling.

Slide 6 - Open question

What is the antonym of good

Slide 7 - Open question

What is the antonym of easy

Slide 8 - Open question

Vul in: They are wearing the same sweaters, only the colour is _______. One is pink and the other is green.

Slide 9 - Open question

Physical exercises that are done inside a building, often using special equipment such as bars and ropes.

Slide 10 - Open question